Toegegeven, hiphop associeer je niet zo snel met Utrecht. Waar in grotere, meer multiculturele steden als Rotterdam en Amsterdam echt een ‘urban’ cultuur onstaan is, met succesvolle dancehall-, hiphop- en R&B-avonden, moet Utrecht het vooral doen met een bruisende bandjes-scene en allerlei dance van het ‘ontzettend blanke’ soort: drum&bass, techno, dat soort dingen.
Maar als je beter kijkt zie je dat Utrecht wel degelijk een eigen karakter binnen de vaderlandse hiphop-scene heeft: de Boemklatsch-avonden bijvoorbeeld, zijn al een paar jaar een succesverhaal in de Ekko, en worden sinds kort (net als het nieuwe jungle/hiphop-broertje ‘Spinach’) ook in de iets grotere Helling gehouden. Het zijn avonden die garant staan voor hiphop waarin foute gangsta- en platte geldrap geschuwd wordt, ten faveure van echte MC-skills en ouderwets vette beats. Vandaar dan ook de naam Boemklatsch.
Bovendien zijn de buitenlandse hiphop-acts die tijdens de Boemklatsch-avonden de moeite nemen om naar Utrecht te komen vrijwel zonder uitzondering van het 'verantwoorde' soort: zo waren dat het afgelopen jaar onder anderen Jurassic 5, Blackalicious, Common, El-P en Mr. Lif, stuk voor stuk namen die ook de Volkskrant-lezende hiphopper kunnen bekoren.
In deze ‘correcte’ traditie zijn de Utrechtse hiphop-acts C-Mon & Kypski en Nobody Beats the Drum moeiteloos in te passen. Zij mochten op zaterdag 21 februari het Boemklatsch-feest in de Helling van live-muziek voorzien, en dat deden ze op een vrij originele manier: even na twaalven begon het driekoppige Nobody Beats the Drum, bestaande uit DJ Sjam, toetsenist Jori en VJ Ogie met hun set van instrumentale hiphop. Iets waarbij ze stilistisch veel weg hadden van – inderdaad – C-Mon & Kypski. Die na een halfuurtje dan ook, samen met bassist Daniel, het podium opkwamen, en het optreden geruisloos overnamen. Jori mocht blijven staan, die zit toch in beide bands.
En zo werd er gedurende avond een paar keer gewisseld, zonder dat dit tot een echte onderbreking of verandering in de muziek leidde. Waar NBTD wat hardere muziek maakt, die meer uitgaat van samples en breaks, zorgen C-Mon & Kypski voor wat rustiger, uitgesponnen, filmische klanken, met meer live-elementen. Maar onzettend verschillend zijn de twee bands zeker niet.
Is dat een probleem? Wordt het daardoor saai? Welnee! Het blijft geweldig om te zien hoe Kyp live drumloops in C-Mon’s sampler inspeelt en daarna weer met iets anders verdergaat, terwijl zijn getrommel hoorbaar blijft, en het scratch-duel ('one-two-three-four!') tussen die twee in het nummer ‘Money’ blijft vermakelijk, ook al zijn het kunstjes die ze inmiddels al meer dan een jaar uitvoeren. Nobody Beats the Drum biedt op het podium minder visueel vermaak (ook al zijn de VJ-beelden de moeite waard), maar heeft daarentegen wel meer dansbare en opwindende beats paraat. Bovenal wordt duidelijk dat zij inmiddels al een fikse hoeveelheid sterke nummers hebben, die nieuwsgierig maken naar de debuutplaat.
Nadat een vijftal mensen uit het publiek hun freestyle-kunsten nog even heeft mogen vertonen (iets dat lang niet zo genânt uitvalt als het had kunnen zijn) en de twee bands nog wat improviserend samenspelen, is om drie uur de koek toch echt op, en mogen de Boemklatsch-DJ’s het weer overnemen. Het is een moment waarop de conclusie echter al lang en breed is gemaakt: het zit namelijk wel goed met die hiphop in Utrecht. Ook zonder boze rappers.
Het zit wel goed met de Utrechtse hiphop
C-Mon & Kypski en Nobody Beats The Drum bouwen gezamenlijk feestje in De Helling
Boze rappers en gouden kettingen: je zult ze op de 'Boemklatsch'-avonden niet zo gauw tegenkomen. Goed, de Utrechtse hiphop mag dan weinig controversieel zijn, ze is uiterst lekker. Zo bewezen zaterdagavond ook twee van 'Utrechts finest', C-Mon & Kypski en Nobody Beats The Drum, tijdens een gezamenlijk optreden in Tivoli De Helling.