Vrijdagavond waren in ACU twee bands te zien die hun wortels hebben in de experimentelere post-punk en -wave van na 1980, zoals The Ex en Fugazi die maakten. Deze ontwikkeling is ondergronds voortgegaan en heeft in het heden bands als Shellac (met Steve Albini) en Barkmarket opgeleverd. In ACU zagen we twee Nederlandse vertegenwoordigers van deze “stroming”, het geroutineerde Solbakken (actief sinds ’87, toen nog als LUL) en het debuterende Mono. Het werd een avond genieten van strakke, jazzy drums, noisy gitaren en zware bassen, waarbij Solbakken opvallend ingetogen voor de dag kwam.
Mono heeft net haar debuut ‘No Can Dance’ uitgebracht op het Zabel-label, dat inmiddels als een behoorlijk sterk merk voor meer vernieuwende bands aan het worden is. Mono heeft echter wel meer power te bieden dan we van hun soms wat zeurende labelgenoten gewend zijn. Het eerste nummer hakte er meteen goed in: harde marsritmes die nooit gewoon rechtdoor gaan, schelle gitaren, stevige bas en hoge, schreeuwende zang. De meeste songs zijn echter ingewikkelder opgebouwd, met ruimte voor wat meer ‘echte’ zang en een wat lieflijker gitaargeluid. Soms klinkt dat door gebruik van echo’s bijna dromerig en doet het in de verte aan U2-gitarist the Edge denken.
Het nadeel is dat de variatie binnen de nummers groter is dan tussen de nummers. Gelukkig komt er nog net op tijd een rustpunt voorbij. Het geheel doet denken aan At the drive-in, en het onterecht obscure Room 101 (net als Mono uit Rotterdam) schoot ook te binnen. Anders dan die laatste band is Mono wel heel erg serieus. De zanger zou wat meer andere gevoelens kunnen vertolken dan Weltschmerz. Niettemin is Mono een groep waarvan de leden retestrak op elkaar ingespeeld zijn en die een hoge kwaliteit bezit. Dit optreden doet uitkijken naar hun verdere ontwikkeling.
Dan treden de drie mannen van Solbakken aan, voor een zaal die inmiddels met een man of 50 is gevuld. De band brengt nummers die simpel lijken, bestaand uit soms maar één loopje. Er wordt echter zoveel afgewisseld in de manier van spelen dat er een mooie spanningsopbouw ontstaat en het zeker niet verveelt. Ingetogen, kleine geschiedenisjes van het zieleleven, schijnbaar achteloos voorgedragen door beurtelings gitarist Empee en bassist Klaas.
Je kunt niet zeggen dat de heren kunnen zingen, en de Engelse uitspraak laat wat te wensen over, maar dat is niet zo relevant: je voelt dat het uit henzelf komt. Zelfs een tekstregel als ‘I know that you have problems in the relational sphere’ is dan gemakkelijk vergeven. Gek genoeg klinkt het dan wel weer harmonieus als de heren samen zingen. Speciale vermelding verdient drummer Buma. De man legt prachtig subtiele jazzy roffels neer die de nummers van grote dynamiek voorzien. Hij is een drummer die weliswaar heel goed is, maar dat niet constant laat merken.
Solbakken heeft in loop van vele jaren een totaal eigen geluid ontwikkeld, waarschijnlijk door altijd precies te doen wat ze zelf willen. Duidelijk vergelijkingsmateriaal is er eigenlijk niet. Met wat moeite zou je kunnen zeggen dat de rustigere momenten van dEUS enigszins in de buurt komen. Het publiek is er zeker content mee en dwingt de band met luid gejuich tot een toegift. Dan schuifelen de Friezen na een uur toch echt het podium af, even quasi-verlegen als ze opkwamen.
Solbakken en Mono
Gezien: ACU Utrecht, vrijdag 10 december 2004
Solbakken lijkt nergens meer op en is daar heel goed in
Jonge honden van Mono laten strak visitekaartje achter
Te weinig mensen weten dat ACU naast obligate politieke punk ook heel verrassende bands boekt, die nieuwe wegen willen inslaan. Zo zagen we vrijdag Solbakken en Mono, beiden gespecialiseerd in door jazz beïnvloede gitaarnoise met afwijkende ritmes, zwanger van heftige emoties. Het jonge Mono liet daarbij de angst en frustratie prevaleren. Het door en door geëvolueerde Solbakken kwam juist met een introvert, melancholiek geluid.