John Cale grijpt zijn publiek niet bij de ballen

Meent ligt in het midden bij stoïcijnse Velvet Underground-veteraan

Sven Schlijper, ,

John Cale, u weet wel, van The Velvet Underground; die man met de viola uit Venus in Furs. Hij streek neer in Tivoli, we zaten op stoeltjes en keken. En luisterden. Maar daar bleef het bij. Een vonk; iets wat voor passie mag doorgaan; dat was ver te zoeken. Toch valt een amechtig oplettende Tivoli-zaal zich geen buil aan John Cale.

Meent ligt in het midden bij stoïcijnse Velvet Underground-veteraan

Het is woensdagavond; het midden van de week. Een halfslachtige week, tussen Sint en Kerst. Niets bijzonders en toch weer wel; we spoeden ons van de ene sociale verplichting naar de andere. Met meer of mindere zin. En dan wil een concert tussendoor nog wel eens de nodige verstrooiing brengen. Zeker wanneer dat mag komen van een legendarische grootheid. Zo mogen we John Cale immers wel betitelen. Cale die deel uitmaakte van de postuum terecht voor baanbrekend gehouden groep The Velvet Underground. Cale die ook daarna een aantal briljante platen wist te maken. Niet in het minst – samen met Lou Reed – het eerbetoon ‘Songs for Drella’. En al jaren op de solotoer is met als laatste wapenfeit ‘HoboSapiens’: misschien wel Cale’s beste en meest avant-garde plaat sinds ‘Honi Soit’. Cale is verder niet weg te branden van de podia. Ook niet in Nederland. Zo was hij amper een jaar geleden nog met volledige bandbezetting te vinden in Paradiso, fleurde hij de Nijmeegse Vierdaagse en passant nog even op en kwam mijnheer ook helemaal solo wat concerten geven. Vandaag, richting het einde van de lange tournee, komt Cale met een kleine combobezetting tot ons. Die keuze leidt tot een vlees, noch vis concert. Natuurlijk speelt zijn combo strak, natuurlijk is zowat elke noot loepzuiver en prima gespeeld. En natuurlijk snappen we inmiddels ook wel dat er uit een electro-akoestische gitaar ook een snerpende solo kan komen. Tot zover geen verrassingen in positieve of negatieve zin. Maar Cale begint wel erg op een manier die aan The Eagles doet denken; zoetsappige akoestieke nummers zonder echte panache die maar niet willen beklijven. Laten we het er vooralsnog op houden dat hij erin moeten komen. De Welshman gooit het vervolgens bijna over een Waitsiaanse boeg. Onheilspellende en beklemmende klanken worden uitgestort over het aandachtig luisterende publiek. Overigens zonder een sigaretje, want – hoewel Cale zelf wel het een en ander gebruikt heeft in zijn voorbije leven – er was vriendelijk verzocht vooral niet te roken tijdens het concert. Refererend aan ‘What’s He Building In There’ van Tom Waits brabbelt Cale een eindje weg. Maar helaas weet hij me na een verhaaltje over een stel poezen niet voor de volle lengte van zijn litanie bij de les te houden. Duren tien minuten te lang? Of mis ik een zekere overtuigingskracht? Een manco dat eigenlijk meteen het breekpunt van het concert markeert. Ergens ontbreekt een vonk; die trap in het kruis, een dolkstoot door het hart. Het lijkt wel alsof Cale zijn werk noot voor noot speelt, zonder zijn eigen werk te geloven. En dan is het verdomd moeilijk met de artiest meegaan. Een concert is immers een reis. Een tocht die je als publiek samen met de artiest onderneemt. We weten van Cale dat hij geen grote showman is, dat hij stoïcijns, misschien zelfs een beetje nurks of nukkig op het podium staat. Vandaag leest hij sporadisch zijn teksten van papier. Illustratief voor de passie die vandaag absent is. Meerwaarde heeft John Cale live vanavond dan ook niet boven een stapel LP’s met wel degelijk klasse materiaal. Waaruit ook redelijk rijkelijk geselecteerd wordt. Het blijft evenwel jammer dat het enige moment van echt vuur komt in ‘Halleluja’; inderdaad een cover. En niet eens van The Velvet Underground. Wat had een ‘Venus in Furs’ vandaag veel goed kunnen maken! John Cale in combobezetting ligt ergens in het midden. Zijn performance blijft dan hangen in de meent. Leuk en aardig, maar niet breekbaar zoals hij solo achter een piano kan zijn, noch overdonderend als met een complete rockband. Avant-garde? Das war einmal. De opdracht die Cale de DJ meegaf – om vooral zo extreem mogelijk te draaien voor de show – sloeg dan ook als een tang op het spreekwoordelijke varken. Het opzoeken van de muzikale grenzen lag immers juist in de plaatjes die vooraf klonken en, helaas, niet in het merendeel van Cale’s eigen werk. Maar zelfs een minder Cale-concert is nog een prima midweekse avondbesteding. Dat dan weer wel. De waarheid ligt immers wederom in het midden. Naast John Cale. John Cale Gezien: Tivoli, woensdag 8 december 2004