Sinds twee jaar al brengt de in Tilburg woonachtige Tjeerd van Erve tientallen liedjes uit onder de naam P0N1. Rauwe, donkere geluiden zijn het; zelf noemt de artiest het herrie. Hij wil zichzelf eigenlijk ook geen artiest, kunstenaar of muzikant noemen. Nu er interessante samenwerkingen aan zitten te komen, is het tijd voor een kennismaking met dit opzienbarende figuur.

“Om mezelf nou een kunstenaar te noemen…”, zegt Tjeerd van Erve hoofdschuddend. “Niet iedereen die een dagboek schrijft is een schrijver, niet iedereen die muziek maakt is muzikant. Dit is voor mij een manier om mijn emoties te kanaliseren. Mijn beeld van een kunstenaar is iemand die zijn apparaat begrijpt. Ik speel vaak met maar twee vingers tegelijk op mijn gitaar. Soms sloop ik zelfs twee snaren van mijn gitaar af omdat ik ze toch niet gebruik.”

Dat Van Erve zichzelf wel eens ‘downgrade’ zegt hij zelf aan het begin van het interview. De muziekjournalist, historicus, docent geschiedenis en vader van twee kinderen noemt zichzelf dan ook liever hobbymuzikant. Dat hij meer dan 80 nummers op Bandcamp heeft staan als zelfbenoemd ‘songcrafter’ P0N1 verandert daar weinig aan. ‘Herrie’, noemt hij zijn songs en zijn URL zegt genoeg: personofnoimportance.bandcamp.com/.

Tjeerd van Erve als P0N1, in het voorprogramma van The Fire Harvest (Hall of Fame 2016).

Kattenfoto's

Het genre dat Van Erve beoefent valt onder de noemer lo-fi. Het meeste van wat online staat is solo gemaakt, met simpele opnameapparatuur en weinig instrumentale slagkracht. Een gitaar, galm, distortion, af en toe een orgeltje of drumrobot. En optreden doet hij niet vaak en niet graag, maar hij heeft wel in het voorprogramma gestaan van de Nederlandse alternatieve folkband The Fire Harvest. Hij schreef zelfs mee aan de tekst van het nummer Simple Solutions. Op het moment ligt er nog meer spannends op de plank. Daarover later meer.

Volledig in het zwart gekleed, met lang donker haar, een paar dagen oude baard en wallen onder zijn ogen (“Ik werk te veel”) verschijnt hij voor zijn interview. Hij geeft spontaan en uitgebreid uitleg over wat hij doet. Gelukkig maar, want zijn ‘herrie’ roept vragen op. Songtitels als Sambaltrein, Nou Nee, Orgelbrij en Cats Cats Cats ogen komisch, helemaal door de kattenfoto’s en Paint-stijl gesierde albumhoezen.

Daarentegen doen de nummers denken aan kolkende tobberige mist en Van Erve zingt daar ook naar, bijvoorbeeld in Echoes in a Hollow Room (“it burns like hell!”). In veel van de liedjes is hij niet eens te verstaan, maar spreekt de beklemmende muziek boekdelen. “Een knipoog”, noemt Van Erve de tegenstrijdigheid. “Dat de muziek donker is hoor ik zelf ook wel. Je moet daar alleen niet te zwaar aan tillen. Je zou denken dat ik depressief ben, maar dat is niet zo. Het komt van ergens in mij en is aangedikt, maar ik ben eigenlijk heel erg lief.”

'Ik gebruik vaak zinnen die ik ergens heb opgepikt in een serie op tv of zelfs een keer titels uit mijn eigen cd-kast'

Metalstad

Van Erve begint als tiener met het maken van muziek. “Tilburg is een metalstad”, licht hij toe. “Toen ik een tiener was speelden al mijn vrienden in metalbands en gingen naar concerten van metalbands. Ik vond dat wel leuk, maar ik maakte liever indie.”

Tot op de dag van vandaag doet Van Erve alles het liefst zelf. Hij ziet ook niet voor zich hoe hij nummers op zou nemen met een band. “Wat moet ik dan tegen de drummer zeggen? Ik ben daar muziektechnisch niet begaafd genoeg voor.” Tot een artiestenbestaan is het niet gekomen. “Ik denk dat ik ook de drive niet had om er meer mee te doen. Het is toen gebleven bij een paar optredens.” De muziek van toen is terug te vinden op zijn computer onder de noemer “Don’t listen to this”.

De regel is tegenwoordig dat muziek leuk moet zijn om te maken. Als Van Erve zich daar niet aan houdt, zet hij zichzelf vast. “Ik vind het leuk om muziek te maken, om ermee bezig te zijn, maar bij optredens ben ik bang dat het fout gaat. Ik ben dan heel zenuwachtig”, legt Van Erve uit. Solo was hij vroeger al even streng voor zichzelf. “Ik wilde maken wat de artiesten die ik bewonder maken. Ik mat mijn werk af aan dat van hen. Dat gaat natuurlijk niet.” Van Erve hangt zijn gitaar vijftien jaar aan de wilgen voor hij hem weer oppakt.

Schetsen

Nadat Van Erve René van Lien heeft ontmoet komt daar verandering in. De zanger-gitarist van onder andere Feverdream en NeonRainbows vormt met Van Erve het duo Ervelien. “Zo’n beetje de slechtste naam die je kunt bedenken”, aldus Van Erve, die in Tilburg schetsen opneemt om daar in Rotterdam, waar Van Lien woont, samen aan te werken. “Dan bereid je iets voor, maar doe je iets totaal anders wanneer je er eenmaal bent.” Wat overblijft van zijn ideeën zet Van Erve op Bandcamp.

Inmiddels ligt de samenwerking stil, nu beide mannen kinderen hebben, maar werkt Van Erve nog steeds aan ideeën die hij vrij snel op Bandcamp zet, om ze daarna te laten voor wat ze zijn. “Mijn liedjes zijn momentopnames. Ik maak ze en dan ga ik door naar de volgende.”

Voor de komende tijd staat een nieuw project in de steigers. Van Erve stuurt een aantal schetsen naar muzikanten die hij ‘apprecieert’, zegt hij zelf. De muzikanten zijn vrij daar een eigen draai aan te geven. Cellist (en 3voor12/Tilburg fotograaf) Jostijn Ligtvoet, eerdergenoemde gitarist René van Lien, noisemuzikant Mike Dobber en gitarist Ruben Braeken hebben al of gaan zo’n opname ontvangen.

“Ik ben heel nieuwsgierig wat ze ermee gaan doen. Ik wil ook een keer niet alles meteen online pleuren, maar het eens vanuit een andere hoek laten bekijken.” Niet dat Van Erve haat wat hij tot nu toe heeft gemaakt, ook al maakt hij regelmatig een negatieve opmerking. “Soms zet ik mijn eigen muziek meteen weer af, maar er zijn ook nummers die ik wel uit kan luisteren. Over U4 ben ik zelfs best tevreden.”