PONI opent de avond. Als een soort Ed Sheeran komt hij het podium op: gewapend met alleen een gitaar en flesje bier. Het publiek, net twintig man tellend, geeft weinig respons en blijft op de grond zitten. De muziek past er ironisch genoeg bij: het zijn gevoelige ballads. Tjeerd van Erve, de man achter PONI, zingt zuiver; een beetje opera-achtig, maar dan minder luid en minder overdreven. Pas bij het tweede nummer komt er respons. Een enkele whoo en geklap klinkt door de Hall of Fame. Het aantal luisteraars is ondertussen flink gegroeid. Met één schoen aan en één uit zit Van Erve op een krukje op het ineens groot lijkende podium. Later blijkt waarom hij die schoen uit heeft: om zijn drumcomputer te kunnen bedienen. Deze doet echter zijn werk niet en al snel klikt Van Erve hem uit: "Dan maar zonder." Geen Ed Sheeran, maar prettige rockballads van ieder ongeveer een minuut. Met de tekst ‘I’m leaving’ sluit hij toepasselijk af.
Na een kwartier staat An Ocean of Storms al klaar om te beginnen. Drie korte soundcheckrondjes en een ellenlang intro later is al snel duidelijk dat dit een band van een heel ander kaliber is; geen singer-songwriter maar een post-punk alternative ambient band, een hele mond vol. De gitaarsound vliegt om je oren en de zware, snelle drums trillen door in je buik. Het is volledig instrumentaal. Zelfs de stem die je heel af en toe hoort, komt uit een computer. Dit zorgt voor weinig interactie met de zaal. Des te meer concentreren de mannen zich op hun muziek. An Ocean of Storms weet hoe het het publiek aan zich moet binden; het denkbeeldige touwtje van vocals hebben ze niet nodig. De afwisseling tussen dromerige gitaarrifjes en het harde geram is meer dan genoeg. Het is verrassend. Geen hoog top 40-gehalte waar je elk nummer na de eerste paar noten al mee kan neuriën, maar aandachtige luistermuziek met een rockattitude. We worden in ieder geval goed wakker geschud voor de komende bands.
De derde band zou theoretisch gezien de echte opwarmer moeten zijn voor The Fire Harvest, dus de verwachtingen liggen hoog. Ilydaen uit België laat zien dat post-rock ook hard kan zijn en maakt zo alle verwachtingen waar. Het is inderdaad de beste opwarmer voor The Fire Harvest. Gitaren worden omhoog geslingerd, de mannen staan geen moment echt stil, en drummer Anthony slaat hard op de vellen. Zoals verwacht weinig zang, maar datgene dat er is, komt dit keer niet uit een computer. Het energiegehalte is hoog en daarmee komt ook de lat voor de hoofdact hoog te liggen. De muziek is goed uitgebalanceerd; up-tempo en hard gitaargeweld worden afgewisseld met een korte adempauze voor het publiek. Niet per se nodig in deze cleane set, maar wel fijn. De Hall of Fame is in ieder geval klaar voor de laatste band.
The Fire Harvest begint met drie man op de vloer en de drummer voor op het podium. Een vreemde opstelling vergeleken met de rest van de avond. Dit heeft echter geen effect: er zijn zoveel mensen weggegaan na Ilydaen, dat het handjevol mensen de Hall of Fame niet vol laat lijken. De muziek mag dan een hele overstap zijn van het harde geweld naar de echte post-punk, de mannen verdienen meer publiek dan dit. Een lage, zuivere stem en de zeer strakke drums en het gitaarwerk zijn het waard om naar te luisteren. Qua show stelt het misschien weinig voor, maar de rest zit echt prima in elkaar. Na een aantal nummers komen er toch weer meer mensen binnen. Even lijkt het erop dat de band net zoveel publiek gaat trekken, maar die hoop vervliegt al snel; hier blijft het bij. The Fire Harvest speelt onverstoorbaar door en maakt er het beste van. En, eerlijk is eerlijk: het is de beste band van de avond.