Aan het begin van die avond lopen de eerste fans binnen. Het is al meteen duidelijk: deze mensen zijn opgegroeid met de Travoltas. Skatesneakers, piercings, houthakkeroverhemden en baarden lijken hier de trend. Het gezelschap schommelt qua leeftijd tussen de dertig en veertig en op veel ruggen zijn teksten te lezen als ‘Travoltas world tour 2002’ of zelfs ‘1998’. In een vlaag van historisch besef bedenk ik me dat ik in dat jaar net de wereld ingerold kwam.
De band wordt ondersteund door twee andere nederpunkbands. De eerste, Screw Houston, past qua voorkomen volledig tussen het publiek. ‘Haal die mensen de zaal in godverdomme!’, buldert Frontman Roelof de Brouwer richting het publiek, kijkend naar de zaal die op dit moment een derde van zijn inhoud heeft bereikt. Roelof heeft gelijk: het zou toch mooi zijn als iedereen de zaal in komt. Gelukkig heeft zijn geschreeuw effect: er komen meer mensen de zaal in geschuifeld. Toch is het publiek nog redelijk koud. Dat blijkt maar weer als Roelof vraagt wie er ‘psyched’ is voor de Travoltas: pas bij de derde keer steken meer dan drie mensen hun hand in de lucht. ‘Ben ik de enige die hier enthousiast is?’, luidt de vervolgvraag, die met een bevestigende stilte wordt beantwoord. Misschien is dat niet volledig te wijten aan het publiek. Screw Houston klinkt aardig, maar echt opvallen doet de band niet. De vocalen komen bovendien niet boven het gemiddelde punkgeluid uit. Dat is misschien maar goed ook, want niet alle noten worden even makkelijk gehaald. Het laatste nummer van de band heet Time to breath - en dat lijkt de band zeker nodig te hebben.