Incubate 2012: recensies maandag

Onder andere Napalm Death, Angel Olsen, Port of Call

Redactie 3voor12/Tilburg ,

Onder een stralende zon maakte Tilburg zich maandag op voor de achtste editie van Incubate. Op de eerste dag gelijk een dijk van een naam: het Britse Napalm Death dat zich de oervader mag noemen van de grindcore. Daarnaast was Cul de Sac wederom het podium van 3voor12's Hollandse Nieuwe waar Nederlandse bandjes hun uiterste best doen om een naam op te bouwen.

Susanna Borsch

Deze veelzijdige blokfluitiste opent het Duvelhok-programma van Incubate 2012 met een half uur aan uiteenlopende composities. De Incubate-website omschrijft haar als een ‘wolf in schaapskleren’ en die omschrijving blijkt zeker bij Susanna te passen. Zo zit de blondine het ene moment nog glimlachend op haar krukje, het volgende moment doet ze haar blokfluit piepen en kraken tegen een achtergrondgeluid van machinaal geweld en chaos in, alsof het ding zijn laatste noten aan het uitblazen is. Daarmee houdt ze het Duvelhok stil van bewondering, zo blijkt uit het terecht daverende applaus dat volgt na de laatste noten van het slotstuk. (FV) 

Sabir Mateen

In het voetspoor van Matthew Shipp is het nu de beurt aan Sabir Mateen om het festival in Paradox te openen met een eigenzinnige free jazz performance. De uitstraling van deze stevige presentie op het podium is kalm, en hetzelfde kan gezegd worden voor zijn werk op klarinet en dwarsfluit, dat weliswaar vrij en fantasievol is, maar waarbij hij relatief weinig gebruik maakt van het woeste ‘overblazen’ dat vaak geassocieerd wordt met het genre. Pas wanneer hij zijn tenorsaxofoon ter hand neemt, krijgen de atonale, scheurende klanken de overhand (iets waar het instrument natuurlijk ook bij uitstek geknipt voor is). Dat hij daarnaast echter niet vies is van melodieuze exercities op de sax, blijkt wel als hij na een korte, felle uitbarsting op piccolo en wat donker werk op basklarinet terugkeert naar het goudkleurige instrument. Terwijl hij daarna het laatst gespeelde melodische fragment op tenor nog naneuriet, loopt hij naar de piano om zijn improvisatie daar voort te zetten. Het tekent de spontane en inventieve geest van deze muzikant, die ook niet zou detoneren op een willekeurige straathoek. Een fijne start van deze maandag. (WdW)

Dead Neanderthals

HERRIE. Dat woord (noodzakelijk in hoofdletters geschreven, anders komt de recensie niet boven de piep in de oren van bezoekers van dit concert uit), omschrijft kort en krachtig het optreden van Dead Neanderthals in Stage01. Niets mis mee natuurlijk, maar het is veelzeggend dat alleen leden van de pers gek genoeg zijn om op de eerste rijen plaats te nemen. Dead Neanderthals, bestaande uit een drummer en een baritonsaxofonist met een bataljon aan effectpedalen, doet precies wat je van (dode) Neanderthalers zou verwachten: lomp en onbehouwen op gereedschap rammen. Bewondering is er voor het uithoudingsvermogen van de twee , want fysiek moet het zwaar zijn, maar elke vorm van lijn, eenheid, of scherpte ontbreekt. Overweldigend, dat wel, maar niet op de goede manier. (FV) 

Port Of Call

Cul de Sac is deze editie van Incubate wederom het podium voor Hollandse Nieuwe, het podium waar Nederlandse, tallentvolle bands via 3voor12 onder de aandacht worden gebracht. Deze eerste avond trapt Port of Call af. Hoe zenuwachtig de presentatie van Pieter van Vliet alias Port of Call is tussen zijn nummers door, hoe fascinerend is de transformatie wanneer hij begint te zingen. Rauw zijn de uithalen, fanatiek is het gitaarspel, de ziel rakend zijn de composities. Het onbedoeld komische en naïeve voorkomen van Van Vliet maken een optreden tot een grote innemende glimlach. Het laatste nummer akoestisch op ukelele is klein en een beetje zielig, maar toch niet helemaal naar eigen zeggen. Het is een bescheiden, ontroerend feestje. (LR)

Dr. Doom

Incubate heeft de goede gewoonte in haar programma een grote plaats in te ruimen voor Nederlandse undergroundacts, dus na het verschroeiende optreden van Dead Neanderthalsuit Nijmegen in Stage01, mogen de noordse boys van Dr.Doom hun portie grinddeath over het publiek uitstorten. Deze kennismaking is echter helaas ook meteen zowat de laatste mogelijkheid om ze aan het werk te zien, want dit is hun op een na laatste show, daarna geven ze er de brui aan. Aan de andere kant zou je ook kunnen zeggen dat ze met dit festival op een waardige manier hun carriere kunnen afsluiten, voor een behoorlijk gevulde Kleine Zaal. Het geluid zit in het begin een beetje tegen, maar de kwaliteit van het gebodene is zodanig dat dit geen echte afbreuk doet aan het optreden. De brulboei van dienst is in elk geval enthousiast genoeg, verklaart Incubate 'het beste festival van Nederland' en moet tegen het einde van de set zelfs geregeld even op adem komen, zo ijverig spant hij zich in. De afwisselende extreme metal van deze lieden draait het publiek al behoorlijk warm voor grote afsluiter Napalm Death, maar de aanwezigen komen slechts traag op gang, getuige de wat lauwe reacties in de pauze tussen de nummers. Het laatste lied dat men ten gehore brengt is echter zo heerlijk chaotisch dat vele al dan niet langharige bezoekers niet langer stil kunnen staan. Een mooie zwangenzang van deze band uit het Hoge Noorden (van Nederland dus). (MdW) 

Angel Olsen

Luisterend naar Angel Olsen denk je aan twee dingen: 1) wat een ogenschijnlijk eenvoudig akkoordenschema en 2) die teksten zijn zo abstract als maar zijn kan. In het geval van de jonge, bloedmooie singer-songwriter pakt dit eerder goed uit dan slecht. De honderden aanwezigen in de recentelijk vernieuwde Paradox luisteren aandachtig in doodse stilte, waardoor de fragiele, bijna spookachtige stem van de Amerikaanse goed te horen is. Ze trekt je bij je lurven met haar loepzuivere, jodelende uithalen in combinatie met haar mooie, zachte fluisterstem. De volgende keer mag ze alleen best wat minder stijf kijken, het publiek aankijken als ze hen toespreekt en haar bebrilde vriend, meneer de bassist, op zijn minst een applausje gunnen. (SQ)

Lesbian

Bijzonder lesbisch is de uitstraling van deze naar Roadburn riekende mannen met baarden in Stage01 niet, maar een grensoverschrijdende mentaliteit hebben de Amerikanen zeker wel. Startend als een loom doomcombo, bewegen ze zich vervolgens door een keur aan genres en stijlen, variërend van postrock tot duistere metal en van ingetogen progressieve geluiden tot uitzinnige psychedelische klanken. Al die uiteenlopende invloeden worden aan elkaar geregen tot één geweldige suite, waarvan de verschillende passages op een voorbeeldige wijze in elkaar grijpen. Een prestatie van formaat, waardoor de band zomaar uitgroeit tot één van de grote verrassingen van deze eerste festivaldag.

Hopelijk mogen we de heren dan ook snel weer in deze contreien begroeten. (Overigens bevestigt de groep en passant een observatie, reeds eerder op de dag bij Sabir Mateen gedaan: allesbehalve hippe (lees)brillen zijn helemaal terug op het podium.) (WdW)

Saint Helena Dove

De Zeeuwse singer-songwriter Saint Helena Dove, artiestennaam van Janine van Osta, zweeft boven de Cul de Sac uit met haar dromerige, kleine liedjes. Haar breekbare stem die vaag doet denken aan de Noorse singer-songwriter Ane Brun grijpt de aandacht van het muisstille publiek. Saint Helena Dove is mooi, haar liedjes zijn mooi maar het mist haar aan de authenticiteit en ontvankelijkheid van haar voorganger bij deze Hollandse Nieuwe Pieter van Vliet. Haar optreden is mooi, maar enigszins braaf. Bij het laatste nummer krijgen haar stem en gitaarspel eindelijk wat ballen, niet per se mooier maar wel een welkome afwisseling. Daarnaast was het leuk geweest als ze op zijn minst één keer het publiek had bedankt voor hun onverdeelde aandacht. (LR)

Napalm Death

De andere acts niet te na gesproken - deze openingsdag van Incubate staat toch met name in het teken van grindpioniers Napalm Death. Zelfs de fragiele Angel Olsen schijnt eerder op de avond in Paradox te hebben aangegeven deze metalheads van het eerste uur niet te willen missen, en daar kunnen we het engeltje alleen maar gelijk in geven - sommige bands kun je bijna niet genoeg zien, en de anarchistische smeerkeesjes van Napalm Death vallen zeker in deze categorie. De set vertoont veel overeenkomsten met die op Neurotic Deathfest in maart van dit jaar, met aan het einde natuurlijk de verplichte klassieker ´Suffer the Children' en Dead Kennedy´s-cover ´Nazi punks fuck off´, maar op een of andere manier gaat deze band toch nooit vervelen. Is het die typisch Engelse doorvoelde smerigheid die ´t ´m doet (Godallemachtig, wat zijn die Engelsen toch vaak heerlijk lelijk, net trolletjes (of, als je lief wilt zijn, hobbits) die zo uit de aarde zijn komen kruipen), de gedreven podiumpresentatie van komisch-spastisch frontbeest Barney die al snel zweetdruppels in het rond sproeit, het nog altijd bijna jeugdig aandoende enthousiasme - we zouden het niet durven zeggen, en het is eigenlijk ook niet van belang; van belang is alleen, dat we ons niet kunnen voorstellen dat iemand na deze set ontevreden de Kleine Zaal heeft verlaten. Oudste bandlid Shane Embury zien we daarna nog in het uitgaansgebied met enkele bezoekers aan de praat, en deze gewoonte van de sympathieke bassist (de enige echte Oboema) tekent het totale gebrek aan pretenties en sterallures die deze band altijd heeft behouden. Hulde voor deze grindmeesters! (MdW)

Hjálmar

Wie na Napalm Death nog niet uitgeput op zijn bedje wilt neerstorten, kan nog terecht in de Cul voor de IJslandse reggae van Hjálmar. IJslandse reggae, horen we u denken? Jawel, authentiek IJslandse reggae is wat deze band brengt, met teksten in hun moerstaal. Niemand heeft bij wet vastgelegd dat IJslanders zich alleen mogen wagen aan muzikale interpretaties van de Edda, en het programmaboekje verzekert ons dat hier geen sprake is van een gimmick, wat we graag aannemen, maar toch, wanneer we die hoogblonde knapen op het podium zien staan, met een opperhoofd met een Napalm Death-shirt aan en een zonnebril in het haar gestoken, kunnen we moeilijk ons lachen bedwingen. Wat ze doen zal vast prima zijn, maar wij behoren tot die mensensoort die eigenlijk vindt dat bijna alle reggae op elkaar lijkt - we hebben, kortom, totaal geen kijk op deze muziek. Wel kunnen we zeggen dat de Cul stampvol staat en dat veel mensen erg lijken te genieten van de voortgebrachte klanken, dus als je van reggae en blonde bebaarde kerels houdt, moet je deze band zeker eens uitchecken - als je in IJsland bent, bijvoorbeeld? (MdW)