Roadhouse constant solide maar zelden spannend

Zo goed als lege Bat Cave bij bluesrockband

Marco van Hoof ,

Of het aan het zomerse weer lag, zullen we waarschijnlijk nooit weten. Feit is in ieder geval dat het aantal bezoekers bij Roadhouse letterlijk op anderhalve hand te tellen was. Desondanks had de oerdegelijke Britse groep zichtbaar lol, alsof ze een generale repetitie hadden waarvoor ze wat oude vrienden hadden uitgenodigd.

Zo goed als lege Bat Cave bij bluesrockband

Volgens zanger, gitarist en songwriter Gary Boner (uitstekende achternaam) is er een nieuw record gevestigd: in negentien jaar Roadhouse is de opkomst nog nooit zo minimaal geweest. Zes personen op de bühne en ongeveer hetzelfde aantal aan bezoekers en personeel. Het kan verkeren. De band maakt zich er gelukkig niet druk maar vrolijk om en Boner grapt dat eenieder op het podium moet komen om wat over zichzelf te vertellen.

Na enkele nummers wordt duidelijk waarom achtergrondzangeressen Suzy D. en Kelly Marie Hobbs vooraan staan. Niet alleen nemen ze af en toe de lead vocals voor hun rekening, ze fungeren  klaarblijkelijk ook als eye candy. (Dit optreden overigens zonder medezangeres Mandie G., wiens afwezigheid verder niet wordt verklaard). Zo enthousiast en enigszins opwindend als Hobbs danst, zo schuchter en kat-uit-de-boom-kijkerig beweegt D. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat D. er puur en alleen bij is om ervaring op te doen en te leren van Hobbs. D. voegt dientengevolge nagenoeg niets toe.

Het andere span van de band hoeft elkaar niets te leren. Zowel Boner als de goedlachse gitarist Danny Gwilym zijn uitermate bedreven op hun instrument. Ze wisselen elkaar af in het regelmatige soleren en van tijd tot tijd zoeken de mannen elkaar op om met jongensachtig plezier zij aan zij te bluesrocken. Op het gitaarwerk van beide heren is dan ook niks af te dingen. Jammer genoeg geldt hetzelfde niet voor de zang van Boner. Zijn toch al niet zo bijzondere stem is simpelweg niet gemaakt voor de enkele uithalen die hij tevergeefs probeert, wat in sommige gevallen zelfs iets sneus heeft.

Na bijna een uur is het twintig minuten pauze. Daarna komt er bij het nummer 'Voodoo Dance' eindelijk weer eens wat pit aan te pas, iets wat voor de pauze slechts sporadisch het geval was. De meer dan stevige basis van de kundige band ten spijt, is het optreden zelden dynamisch omdat er domweg niet veel verder wordt gebouwd op het oerdegelijke fundament. Het is dan ook een beetje jammer maar niet verbazingwekkend dat The Doors-cover 'Roadhouse Blues' noch aan het origineel noch aan de avond weinig toevoegt.