Feest 3YR3VOOR12Rotterdam: Malorix

“Het muzikale proces is van ondergeschikt belang”

Rivka de Jonge, ,

Op 15 mei is Malorix te zien op het 3voor12 feestje in Waterfront. 3voor12 praatte met van Rotterdamse ‘(re-)producer of sound system culture clashes’ over fanfares, in het donker op het podium staan en het bij elkaar brengen van verschillende culturen.

“Het muzikale proces is van ondergeschikt belang”

3VOOR12Rotterdam: Hoe ben jij in de muziek terecht gekomen? Malorix: “Ik was een jaar of zes, en mijn vader zat bij de fanfare, dus ik kreeg dat altijd thuis mee. De jongen die in de fanfare drumde, dat was zo stoer, dat wilde ik ook! Ik zat overal op te trommelen, op de tafel enzo, en besloot te gaan drummen. Ik had geen zin om les te nemen dus ik heb het mezelf geleerd, door mee te spelen met platen van Elvis.” Je bent altijd drummer geweest in bands, in hoeverre voelt het mixen van muziek voor jou als muziek maken? “Muziek is voor mij niet het proces, maar het resultaat. Dus of je drumt of achter een laptop zit maakt niet uit, het proces is van ondergeschikt belang. Dat ik electronische muziek ben gaan maken is uit nood geboren, omdat je in de stad moeilijk in je woonkamer kan gaan zitten drummen. Ook was het lastig om een goede oefenruimte te vinden dus ging ik steeds meer thuis op de computer doen. En ik kan van de muziek die ik nu maak evenveel kippenvel krijgen als toen ik drumde. Muziek draait om emotie, en ik vind het onzin als mensen zeggen dat muziek uit een computer geen echte muziek is.” Hoe is het om in je eentje op te treden, met alleen een computer? “Ik denk erover om een electronisch drumstel te kopen, dan kan ik nog wat meer doen op het podium dan alleen met de laptop werken. Het is namelijk lastig om met electronische muziek een heel heftig optreden neer te zetten, DJ’s werken niet voor niets samen met VJ’s om nog wat leuks te hebben om naar te kijken. De mensen kunnen de ervaring alleen uit de muziek halen. Ik zou het liefst dan ook in het donker in een hoekje op het podium staan want ik vind het raar als mensen voor je gaan staan en naar je kijken, terwijl er visueels niets interessants gebeurt.” In je muziek maak je gebruik van heel veel culturen, hoe maak je de stap van meedrummen met Elvis naar electronische etnische muziek? “Vijftien jaar geleden had ik helemaal niets met wereldmuziek, maar gaandeweg vond ik dat er niets spannends meer te horen was in de muziek waar ik naar luisterde. Tijdens het reizen kwam ik in aanraking met Balinese gamelanmuziek, met Indiase muziek, ik nam vanuit Marokko CD’s mee, en zo is dat gegroeid. Ik vind het spannend om die muziek te gebruiken in wat ik zelf maak, ik hoor vaak als ik etnische muziek luister een eigen groove erdoorheen, en zo maak ik daar dan wat van. Ik neem nog niet zelf die muziek op, ik haal dingen van oude platen en nieuwe CD’s. Muziek is toch om te recyclen vind ik, en ik moedig mensen vooral aan om mijn muziek ook weer te hergebruiken. Zo heeft Filastine aangeboden om een remix te maken van een van mijn nummers en ik vind het heel spannend om te horen wat hij daar mee gaat doen.” Het lijkt wel steeds hipper te worden om etnische muziek op de markt te brengen, vind je dat niet vervelend of kan je meeliften op het succes? “In het begin kwam ik het inderdaad niet zoveel tegen, DJ Rupture was er destijds wel al volop mee bezig. Het is jammer dat het een hype aan het worden is, maar tegelijkertijd is het ook wel een goede zaak. Door internet wordt de wereld steeds kleiner en door de multiculturele samenleving hoor je steeds meer van elkaars muziek en dat is een toffe ontwikkeling. De gitaarbandjes en gewone electronica is maar een fractie van alle muziek op de hele planeet, dus zo raar is het niet dat je steeds meer wereldmuziek hoort! En als mijn album in september uitkomt zien we wel hoe dat gaat met meeliften en het krijgen van optredens.” Jij brengt buitenlandse werelden naar Nederland, zou je zelf je eigen muziek naar het buitenland willen brengen? “Ik sluit niet uit dat ik over een paar jaar in het buitenland ga wonen om daar muziek te maken. Mijn doel is niet per se groot worden in Nederland. Je ziet steeds meer gebeuren dat Nederlandse bands eerder in het buitenland doorbreken dan in eigen land, zoals Feverdream en Voicst, en dat heeft Nederland aan zichzelf te danken. Op mijn werk luister ik naar Studio Brussel en merk dat de programmering veel meer op muziek is gericht dan de Nederlandse radio die volledig bepaald wordt door een zendercoordinator die als een soort fascist censuur uitoefent. [Malorix wordt steeds feller, red.] Mijn bloed kookt, ik vind het echt vreselijk dat je in Nederland alleen maar kans maakt als je volgens een Calvinistische norm in hokjes past, dus dan kan je je als band beter op het buitenland richten.” Over hokjes gesproken, wat voor plek neem jij in in de Rotterdamse muziekscene? “Ik denk niet dat er sprake is van ‘de’ Rotterdamse muziekscene. Ik ben ook niet zo bewust bezig met wat mijn plek daarin is. Je hebt rond het conservatorium een hele scene, er is een hardcore scene, rondom het label Redrum heb je een goede hiphop scene... Ik sta niet midden in 1 scene. Ik hang wel veel rond bij WORM, dat is de plek in Rotterdam waar spannende dingen geprogrammeerd staan, dus misschien hoor ik wel bij die scene. Ja, als je spannende dingen wilt meemaken moet je echt daar zijn, dan maak je nog eens wat mee...”