Het is dinsdagmorgen half twaalf, straks stapt hij alweer in het vliegtuig naar Parijs, en het hoofd van Gijs van Ringen (26) alias Benwal tolt nog een beetje van Koningsdag. Het hele circus begon vrijdag in Enschede, daarna meteen door naar TivoliVredenburg in Utrecht voor Club Heart Broken, waar hij afsloot na Marlon Hoffstadt en Malugi. Om er de volgende dag nog gerust vier gigs achteraan te plakken: van Breda naar Amsterdam, via Scheveningen en weer terug, om uiteindelijk als special guest de uitzinnige ravers bij Intercell naar huis te sturen. Totale score: zes gigs in dertig uur!
Waanzinnig, vond-ie de dynamiek van die dag: het is ziek hectisch, je hebt geen moment om ergens te blijven plakken en in de backstage kom je de ene na de andere bekende kop tegen. Maar ehm, zwaar was het wel, vertelt hij grinnikend in zijn studentenhuis in Amsterdam-Zuid, waar Koningsdag nog aan het aanrecht kleeft. ‘Vlak voor mijn laatste gig viel ik haast om. Ik heb bijna overgegeven in de taxi naar Intercell, omdat ik zó vermoeid was. En dan zou die set ook nog worden opgenomen met beeld. Gelukkig stond de stagemanager al klaar met een banaantje, een dextro en een cola. Tijdens die set voelde ik alle spanning van me afvallen, ik had niet verwacht dat ik deze dag zó goed zou overleven.’
Hoeveel gigs Benwal vorig jaar had op Koningsdag? Nul. Jep, zo snel kan het gaan. Zijn sound is dan ook de hotste van dit moment: die euforische cocktail van trance, hardhouse en een snufje eurodance. Marlon Hoffstadt en zijn maatje Malugi zijn de Duitse vaandeldragers waar nu iedereen naar kijkt, maar in Nederland is Benwal de rijzende ster. Hij haalt er een ontzettende kick uit om deze muziek te draaien, vertelt-ie, omdat het barst van de adrenaline, zichzelf niet te serieus neemt, en zo’n beetje IEDERE plaat ontlokt een waanzinnige handjes-in-de-lucht-euforie uit het publiek. ‘Ik dacht altijd: er is een ongeschreven regel dat je niet zo mag draaien, iedereen kan het maar doet het niet om credible te blijven. Toen zeiden dj’s in mijn omgeving: “Gijs, wat jíj doet op de dansvloer, dat lukt mij niet.”’ Tja, en toen durfde hij het wel aan om het hardhouse-konijnenhol in te duiken. ‘Op een gegeven moment werd het steeds harder, fouter en met meer bombarie. Nu wil ik iets meer de diepte in: nineties house en proggy spul, maar dan wel de energiekste platen, gepitcht om het nóg energieker te maken.’