Ze waren een van de sensaties van Noorderslag 2007: drie Haagse broertjes genaamd All Missing Pieces. Ze speelden rommelige, ruwe liedjes, iets tussen powerpop en garagerock in. Veel meer dan die akkoorden hadden ze daarbij niet nodig. Ze speelden met een naïeve energie van jongens die nog maar half begrepen waar ze mee bezig waren, maar ze gaven wel 100%. En dan weet je het wel op Noorderslag. Dan wordt het systeemplafond op de proef gesteld, vliegt het bier in het rond en kun je door de rookmachine je setlist niet meer lezen. Er was iets opmerkelijks aan dat optreden van de Haagse rockers, en dat was het feit dat drummer Wrister en bassist Quinten de baard nog niet in de keel hadden. Quinten was bovendien amper groter dan zijn basgitaar, en dat kwam dan weer doordat hij op dat moment tien jaar oud was. Tien, de leeftijd waarop je bij topografie leert welke rivier door Hongarije stroomt, waarin je voor het eerst mag opblijven om een EK-wedstrijd live te zien, waarop je uitgedaagd wordt met een meisje te schuifelen op het klassenfeest.
De jongeman voorop had wel de baard in de keel, zij het ternauwernood. Camiel was zijn naam. Camiel Meiresonne, een chique achternaam die eigenlijk meer thuis is in Vlaanderen dan in Den Haag. De zanger was op dat moment veertien jaar, op het schakelpunt van jongen naar man. ‘Haha, ik weet het nog goed’, zegt hij. ‘Toen we de liedjes van onze eerste EP schreven had ik dat nog niet, toen we ze opnamen ineens wel. De instrumentals stonden er al op, die hadden we er werkelijk op geramd. Maar tegen de tijd dat ik moest zingen haalde ik mijn noten niet meer. Die plaat heb ik in moeten schreeuwen, het festivalseizoen ook. Pas een jaar later begrepen we dat we alles een octaaf lager konden spelen. Maar inderdaad, mijn broertje klonk toen nog als een smurf. We waren in die tijd ook gewoon te zien in het Jeugdjournaal, en tegelijk stonden we in die gore kelder van Noorderslag. Het was een geweldige leerschool voor ons.’
Ze waren een van dé sensaties van Noorderslag 2007: All Missing Pieces, drie Haagse broertjes van nog geen vijftien jaar die de stukken er vanaf speelden. Vijftien jaar later is Camiel Meiresonne frontman van de band Son Mieux en blikt hij terug op de onschuldigheid van zijn jeugd. Dat begon toen zijn kersverse vriendin hem een jaar of twee geleden een confronterende vraag stelde: ‘Hoe zit het eigenlijk met jou? Ben je verslaafd?’
Baard in de keel
Een saaie streep
All Missing Pieces is er al een tijdje niet meer, maar Camiel Meiresonne is er nog wel. Hij is het brein en de frontman van Son Mieux, een gestileerde indierockband die grootse songs speelt, met veel productioneel vernuft gemaakt. Hij is opgegroeid tot een 28-jarige muzikant met veel podiumervaring. De jonge-honden-branie van weleer is ingeruild voor muzikale controle en een plaat vol reflectie. Zo kijkt hij op single ‘1992’ eens in de spiegel of hij zijn ‘jonge ik’ nog terugziet. Hij mijmert over ’the innocence of youth’, en hoe hij niet met alles wat hij nu in de spiegel ziet blij is. ‘Hoe dicht ik destijds bij ‘the innocence of youth’ was? Heel erg! Het was inderdaad echt een kantelpunt in mijn leven. Ik werd als veertienjarige een volwassen wereld in getrokken, die ik heel erg leuk vond. Ik had ook altijd oudere vrienden, en ik kon niet wachten om ouder te zijn. Maar het was wel een leven waarvan ik nu pas inzie hoe absurd het eigenlijk was. En er kwamen dingen bij kijken waar ik misschien beter nog even mee had kunnen wachten.’
Dat besefte Camiel toen zijn kersverse vriendin hem een jaar of twee geleden een confronterende vraag stelde: "Hoe zit het eigenlijk met jou? Ben je verslaafd?" Wat zeg je dan? Je valt even stil, je denkt even na en zegt: ‘Ehm, ja, ik denk het wel.’ Het was het eerlijke antwoord, en misschien wel de reden dat ze nog steeds bij elkaar zijn. Hij besloot dat het na jaren van voluit leven tijd was voor een pas op de plaats. Eens even serieus nadenken: moet ik hier iets mee? Ja dus. ‘Je groeit er op jonge leeftijd in. Eerst alleen in het weekend, dan wordt je weekend langer en langer, en op een gegeven moment is het gewoon je realiteit. Ik ben drie weken naar mijn moeder in Frankrijk gegaan en daar dacht ik: wat zou er gebeuren als ik dat een tijdje niet doe? Dat was eng en spannend. Ik had het gevoel dat ik dingen achter me moest laten, en ik wist niet wat ervoor in de plaats zou komen. Ik was bang dat mijn leven een saaie streep zou worden. Hiervoor leefde ik altijd in hoge highs en diepe dalen. Vanuit dat gevoel heb ik ook heel veel songs geschreven.’
Wat wil je, als je op je veertiende de rock ’n roll in rolt, ontdekt door stadgenoten Di-Rect? De broertjes Meiresonne groeiden op rond het Prins Hendrikplein in Den Haag, een ruim opgezette rotonde met een groot terras in het midden. De studio van Di-Rect zit ergens vlak erachter. Op de hoek woonde Anouk. En in de jaren zestig woonden Haagse helden als Shocking Blue, The Motions en Q65 allemaal in deze buurt. Het moest zo zijn, kennelijk. Hier speelde Camiel ook zijn eerste gig. En nog voor hij besefte dat hij een publiek figuur was, ging hij hier als jonkie uit. ‘Aandacht doet ook iets met je’, zegt hij. ‘Rond mijn achttiende kwam ik erachter dat mensen die mij helemaal niet kenden soms toch een idee over mij hadden. Ze dachten dat ik een arrogant rockjongetje was, maar ik was gewoon een puber in een bontjas. Al denk ik wel dat er momenten waren dat ik me ging gedragen naar hoe mensen naar me keken. Ja, ik stond op de poster in de Hitkrant. Later begon ik te denken: wie wil ik eigenlijk zijn?’
Mijn fucking broertje
Terwijl zijn broertje Quinten in Taymir speelde stoeide Camiel met het idee in zijn eentje een folkband te starten. Het werd Son Mieux, en van soloproject groeide het uit tot een gelaagde band waarin de folk zo langzamerhand overwoekerd wordt door psychedelische pop en zelfs disco. Waarin de accenten niet gezet worden door de gitaar, maar door trompet en viool. De songs zijn groots geproduceerd en klaar voor de radio, en tegelijkertijd behoorlijk origineel. ‘Het is minder blues, minder folk, ook al is dat nog steeds de basis. Maar er zit inderdaad een swing in. Het is dansbaarder geworden. Misschien komt het door de eindeloze playlists met Afrikaanse disco waar ik met een maat naar luister.’
Het geeft de nieuwe songs een kleurrijk, haast vrolijk gevoel mee. Je kunt je prima voorstellen hoe Camiel Meiresonne straks als een ware showman met zijn heupen staat te wiegen. En dat terwijl ‘1992’ zeker niet het enige liedje met zo’n serieus thema is. Er is een song in twee delen, ‘Will 1’ en ‘Will 2’, die luistert als een lijstje goede voornemens. En in ‘Drive’ neemt Camiel het stuurwiel in handen. ‘Zonder te weten waar je uitkomt’, vult Camiel aan. ‘Inmiddels ben ik natuurlijk alweer anderhalf jaar verder, en die ‘great unknown’ waarover ik zing begint aan de horizon te verschijnen. Het is een mooi doel.’
Dat klinkt een beetje al eind-goed-al-goed, maar zo simpel is het natuurlijk niet. Want net terwijl Camiel midden in al die wezenlijke vragen zat, toen hij probeerde van de rommel af te blijven en op de andere manier ‘in het nu te staan’, kwam de coronacrisis zijn hele bestaan wegvagen. Een enorme reset, die er behoorlijk in hakte. Halverwege vorig jaar ging het goed mis, toen Son Mieux zijn enige show van het hele seizoen - in openluchtpodium Caprera in Bloemendaal - moest afzeggen. ‘Ik ben die dag volledig uit mijn stekker gegaan. De volgende dag merkte ik: ik vind het echt moeilijk als ik niet lekker in mijn vel zit. Gefrustreerd, teleurgesteld. Ik heb die dag mijn moeder gebeld, en toen ben ik moeilijk ingestort. Ik heb mijn agenda leeg geveegd en ben naar haar toe gegaan. Mijn moeder heeft veel therapeutisch werk gedaan, en ik kan goed met haar praten. Een moment als dit heeft bijna iedereen in de band het afgelopen jaar gehad.’
Quinten, de jonge broer die op Noorderslag 2007 nog verscholen ging achter de grote basgitaar, en die jaren later weer naast zijn grote broer op het podium staat, zit precies op dit moment ook bij zijn moeder in Frankrijk. ‘Ook hij moet het heft in handen nemen in zijn leven’, zegt Camiel. ‘Het is lastig. Quint is mijn beste vriend en mijn partner in alles. Dat hij nog tijdens het maken van deze plaat weg viel was super heavy. En hij is natuurlijk ook mijn fucking broertje. Ik ben non-stop aan het balanceren tussen er voor hem zijn en hem de ruimte geven. Ik mis hem heel erg, maar tegelijk is het ook waanzinnig om te zien hoe de liedjes die ik vanuit mijn eigen ervaringen schreef langzaam een groepsding geworden zijn. En ook: als band vormen we een machine, maar los van elkaar ben je dat niet altijd. Er is een vangnet gecreëerd waarin iedereen zijn tijd en momenten kan pakken.’
Maar straks moet de band er natuurlijk wel weer klaar voor zijn. Over een paar weken begint de gekte. Nu zit Son Mieux nog kirrend van vreugde op weg naar een ochtendshow in Hilversum, maar straks staan er weer echte gigs op het programma, en in het najaar komt er nog een dieper, melancholischer broertje van de EP die nu uit is. Na anderhalf jaar stilstaan en worstelen gaat 2021 voor Son Mieux als het meezit eindigen in de zesde versnelling. ‘Ik ga nog even last-minute op vakantie, en dan zit de hele zomer vol. Ineens is het gekkenhuis. We’re having the time of our lives.’