Artiesten en art: Vilterfest in Waterfront

Crossing Border meets Spinal Tap

Merie, ,

Op wat misschien wel de natste herfstdag van het jaar van het jaar was, kon Rotterdam wel een opkikkertje gebruiken. Waterfont deed een poging met de organisatie van het eerste Vilterfest. Jong podiumtalent en kunstenaars presenteerden zich in een vrolijke, relaxte sfeer.

Crossing Border meets Spinal Tap

De lichtelijk kleumende rij voor de kassa kon zich bij aankomst meteen verwarmen aan de Latijns-Amerikaanse gitaarklanken van een in chique pak - met hoed - gestoken straatmuzikant, om binnen in de hal direct door te swingen op de opzwepende djembé-ritmes van Convoi Exeptional. Dit moest wel een festival worden waar ruimte was voor jong en oud, kunst en straatcultuur, om elkaar te ontmoeten en te verassen. In het cafe trad als eerste band van de avond De Jong De Band op. Deze groep rond schrijver-muzikant-acteur Raoul de Jong leek op het eerste gezicht een raar jaren tachtig coverbandje (V-shape gitaar zangeres in tijgerprint-legging!). Toen de band begon met een ingestudeerd openingsdansje leek het even helemaal de verkeerde kant op te gaan. Maar schijn bedroog als zo vaak. De Jong De Band bleek muziek te maken die inderdaad soms wat jaren tachtig aandeed, maar evenzogoed invloeden van new wave, punk, funk en soul in zich had. De - grotendeels Nederlandse - teksten van Raoul de Jong zijn afwisselend scherp, komisch, zelfrelativerend en altijd raak. Ze vormen zowel de kracht als de zwakte van De Jong De Band. Als je de muziek minder belangrijk vindt valt er genoeg te genieten, maar als teksten voor jou niet het belangrijkste zijn, valt op dat het juist die teksten zijn waar de muziek omheen is gedrapeerd. Is het literatuur of is het popmuziek? Misschien dat Raoul, (deze avond als een omgekeerde 'toubab' in inheemse Veerkamp-print gehuld) met zijn band de boel muzikaal nog wat kan aanscherpen om die twijfel weg te nemen. Daarbij mag wat mij betreft de uitstekende zangeres nog wel meer de ruimte krijgen ook. In de grote zaal was het de beurt aan het trio van Grote Prijs-finalist Bram de Wijs, beter bekend onder de naam 'Impossible Situations'. Weer bleek dat op uiterlijk af gaan fout-fout-fout is, want hoewel deze jongens er vrij Britpoppy uitzien is hun muziek in sfeer juist wél jaren tachtig electropop. Begeleid door een synthy-drummer uit een doos vertelde Bram enigszins in zichzelf gekeerd kleine verhaaltjes waarbij ook hier de teksten (een ervan ging over zijn grote liefde in Rotterdam) de leidraad leken te vormen voor de muziek. De beetje vreemde, maar wel lekkere zoete groene gratis lolly van Waterfront was de perfecte begeleiding van de toch wel suikerige muziek van Impossible Situations. Dat de drums uit een doos kwamen bleek de groep te beperken. Wanneer je net in de sfeer zat van een nummer ontbrak het aan ruimte voor verder uitbouwen waardoor sommige nummers nogal abrupt eindigden. Niet alleen voor de gezelligheid in de tourbus zou een echte drummer een hele verbetering vormen. Een mooi moment om de kunstwerken in zaal en gang eens te gaan checken. Helaas was de fotografie expo een beetje weggepropt op een zwart wandje aan de zijkant waardoor de bevreemdende naakte popppenbeelden van Ferdinand Belfor en de indingende zwart-wit portretten van Shalita Dietrich niet tot hun recht kwamen. Dat het publiek de tafel onder de expositiepanelen liever als zitplaats benutte kwam de kunstwerken ook niet ten goede. Gelukkig was er in de hal meer ruimte voor het action-painting project van Mark Verhaagen & friends. Met stift en verfroller componeerden zij heel rustig en geconcentreerd (wat nou action painting?) een schilderij bestaand uit stripfiguur-achtige figuurtjes gecombineerd met de vloeiende lijnen van een grafitty piece, waardoor het totaal aandeed alsof je was beland in een psychedelisch computergame. Veel minder psychedelisch ging het er aan toe in het cafe, waar zangeres Aletta optrad. Naar mijn mening zijn singer-songwriters muzikanten met de grootste ballen, want het valt niet mee om in je eentje een druk pratend cafe stil te krijgen. Dat het Aletta vanavond niet lukte lag absoluut niet aan haar optreden. Aletta heeft een prachtige, volle stem en ook aan haar jazzy composities kon het niet liggen. Feit is wel, dat op een festival als dit waar mensen zalen in en uit lopen waarschijnlijk te weinig rust is om een act als deze tot zijn recht te laten komen. De saaiheidsfactor die toch ook een beetje aan het genre kleeft krijgt dan helaas de overhand, waardoor het publiek collectief in een soort roesje belandt. De muziek wordt dan bijna vanzelf de achtergrond voor borrelen en eens lekker bijkletsen. (Sanne) En Ik hadden daar in de grote zaal helemaal geen last van. Vincent - zonder Sanne, maar met makker Floyd Altema (uit zijn 'old skool' band Het Collectief) op drums, raasde maniakaal over het podium, nog maar eens bewijzend een van de meest verfrissende punk-acts van dit moment te zijn. Ook bij Sanne En Ik zijn de teksten een belangrijk en geïntegreerd deel van de muziek, maar gelukkig heeft Vincent Niks genoeg boosheid, lef en af en toe platvloersheid in zich om - ook muzikaal - te blijven verassen. Lef hadden ook de dames van Truus Trendy die het uitdelen van hun tasjes met inhoud staakten om lekker wild mee te dansen op het podium. Iets wat van het publiek, dat de herhaalde uitnodiging van Vincent negeerde, duidelijk niet gezegd kan worden. Wel lef heeft het ondertussen door Vilter uitgedeelde gratis krantje 'De Hik' (www.dehik.com). Wat een puberale onzin. Geef mij de viltjes maar. De cello-metal van Apocalyptica vormde in het cafe de opmaat tot de hardrockkaraoke met echte band. Het publiek had keuze uit zo'n kleine dertig klassieke rocksongs om zelf eens te laten zien was ze konden. Om de koudwatervrees wat te verzachten nam presentator van dienst Peter - Saunawest - de Koning zelf maar het voortouw met de Kinks-klassieker You Really Got Me. Uiteraard voor de gelegenheid in de Van Halen versie. Toen het eerste schaap over de dam was volgden al snel de andere zwarte schapen en toonde zich de ware karaoke spirit. Wat maakt het uit als je de tekst van Paranoid niet kent? Dan zing je gewoon "wawawaa" als een Ozzy On Speed. Of je spingt lekker mee met het publiek op Smells Like Teen Spirit. Na al deze uitbundigheid was het aan Vixy om als volwaardig dweil- of beter gezegd feestorkest de laatste twijfelaars over de streep te trekken en aan het dansen te krijgen. Het was opvallend hoe ontspannen de band op het toneel stond. Heel anders dan tijdens de Grote Prijs van Zuid Holland finale waar de zenuwen de band een beetje parten leek te spelen. Vanavond maakte het niet eens uit dat de toetsenist pas tijdens het tweede nummer arriveerde. Enkele Vixy-leden doken later die nacht nog op in de gang van Waterfront, alwaar drum 'n' jambass gezelschap Convoi Exceptional een energiek verrassingsoptreden deden. In goede banen geschreeuwd door hoofdtrommelaar Ruben komt een scala aan percussieinstrumenten voorbij onder begeleiding van een vasthoudende bassdrum/snare basis. Dit gaf het optreden gelijk een stuk meer vaart dan het doorsnee backpacker-orkestje wat je zaterdagmiddag op de lijnbaan tegenkomt. En het wisselen van instrumenten was op zichzelf al spektakel genoeg, de koebellen vlogen om je oren. Vilter live, van tweedimensionaal product naar een multi-mediaal event. Geslaagd? Jazeker, ondanks het Spinal Tap Syndroom (drummers uit doosjes, vertrokken drumsters en wisselende drummers) meets Crossing Border (veel acts met tekst als belangrijk onderdeel van de muziek) gevoel, een zeer gezellige avond met een open en vrolijke sfeer. Volgende keer alleen wat meer ruimte voor de kunst graag.