Rocken in Bibelot

Hit Me TV

Davey Hoppema ,

Het is zaterdagavond half negen. De knusse straten van Dordrecht zijn verlaten en de kou dwarrelt ijzig over de stad. Daar waar half Nederland zich voor de buis hangt te vergapen aan Linda De Mol of enig ander doelloos entertainment, daar ben ik op weg naar Bibelot.

Hit Me TV

Het is zaterdagavond half negen. De knusse straten van Dordrecht zijn verlaten en de kou dwarrelt ijzig over de stad. Daar waar half Nederland zich voor de buis hangt te vergapen aan Linda De Mol of enig ander doelloos entertainment, daar ben ik op weg naar Bibelot. De Rockchurch van Dordrecht staat deze avond in het teken van indie-rock. Verwachtingsvol ben ik op weg naar een warm avondje rocken.

Op het programma staat een optreden van Hit Me TV. Voor mij een nog onbekende naam. Maar de vier Amsterdamse jongens timmeren flink aan de weg, heb ik gelezen op de Bibelot-site. Zo waren ze al te zien op Lowlands en Metropolis, scoorden ze een kleine hit met hun single ‘Maybe the dancefloor’ en staan ze in het voorprogramma van Krezip (onder andere 12 december in de Watt in Rotterdam).

Om tien over negen arriveer ik in Bibelot. De portiers laten me vriendelijk binnen. Nadat ik de 7 euro voor een entreekaartje heb betaald en mijn jas heb afgeleverd, neem ik nieuwsgierig plaats aan de bar. Het voorprogramma wordt verzorgd door Kensington, eveneens een indie-rock bandje bestaande uit vier jonge gasten. Ze zijn inmiddels al in volle gang bezig. De zaal is donker en de gitaarmuziek knalt uit de speakers. De geur van opgedroogd bier roept een soort van festivalgevoel bij me op. Het publiek oogt wat jong. Het lijkt in beginsel een mengelmoes van jonge meiden, verdwaalde dronkaards en familieleden van de band. Een mannetje of veertig schat ik. Muntjes halen! Ik neem weer plaats aan de bar met een goed zicht op het podium. Twee hippe alternatieve meiden staan te dansen, de rest van het publiek staat geamuseerd doch wat statig het optreden te aanschouwen. De grote witte palen en het authentieke plafond van de Bonifatiuskerk blijven indrukwekkend. Het optreden van Kensington kan ik daarentegen niet goed beoordelen. Het laatste nummer loopt al ten einde en de band begeeft zich na het slotakkoord onder het publiek.

Om iets over half tien staat Hit Me TV klaar en beginnen ze hun set. Rood en gele lampen verlichten het met rook bedekte podium. De band vormt een amusant gemêleerd gezelschap. De band begint strak. De zanger zingt met een licht Engels accent. Maar ondanks zijn lekker in het gehoor gelegen stem zijn de teksten door de holle weerkaatsing in de zaal niet goed te verstaan. Hij voelt zich duidelijk wel lekker op het podium. Met een biertje in de hand bespeelt hij het toch wat matte publiek. Hoewel de zaal redelijk vol is gelopen reageert het overgrote deel apathisch. De twee dansende hippe meiden hebben gezelschap gekregen van een eenzame man die in een hoekje staat mee te swingen op de beats van de jonge muzikanten.

Een melodieuze harde drum bestiert de zaal. Een springbaar nummer zou ik zo zeggen. Niet iedereen deelt mijn mening. Het vijfde nummer heeft een meer heroïsche opbouw. Een mooi hoogtepunt wordt afgewisseld met een rustig stuk, waarop weer een lang hoogtepunt volgt. De zanger schreeuwt het passievol uit. Naar mate het optreden vordert lijkt de band meer in zijn element te komen.

Bij nummer zeven speelt de tot dan ietwat blasé gitarist op de voorgrond een solo en springt over het podium. Het kijkpubliek lijkt onder de indruk. Er klinkt zowaar gegil uit de zaal. De ballonnen links op de ophoging naast het podium dansen mee met de fraaie riffs.

Het laatste nummer lijkt de band vleugels te geven. Het publiek deinst mee. De jongens rocken uitbundig en het plezier straalt er van af. De zanger beweegt er op los en klimt op de bassdrum van de drummer. Een zeer levendige afsluiting, mag ik wel zeggen. Dan gaan de lichten uit. De band krijgt het applaus dat ze verdient. Op hun buurt krijgt het publiek waar een deel van hen op hoopt; een toegift.
De drummer zwaait met een sambabal en kleurt de achtergrond. Het einde spat van het podium, de gitaristen en de zanger springen in het rond. De in elkaar geknutselde hit-me-televisie stuitert mee op de box. Een nog passender einde van een energiek optreden.

Dan is daar het definitieve einde. De discolichten doven en de dansvloer stroomt leeg. De jongens hebben, zonder dat ik het door had, al plaatsgenomen achter de ‘signeertafels’ om hun cd aan de vrouw te brengen. Het album is te koop voor vijftien euro. Samen met de mannen van Kensington maken ze een praatje met vooral de jonge meiden. Als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat het groupies waren. De jongens genieten overduidelijk van de aandacht. En het is ze gegund.

Het is elf uur zaterdagavond. De knusse straten van Dordrecht zijn nog altijd koud en verlaten. Daar waar half Nederland zich nu aan het opmaken is voor een stapavond, ga ik op weg naar huis. Ik verlaat het opgewarmde Bibelot met een voldaan gevoel.
“What happens in Bibelot stays in Bibelot”, hoorde ik van de week iemand zeggen. Maar over deze avond mag best nog eens gesproken worden.