Dit weekend was het Urban Explorers Festival weer in volle gang in Dordrecht. Voor de derde keer alweer! Dit festival vol met grensverleggende muziek, dans, kunst en niet te vergeten de stedelijke expedities is uitgegroeid tot één van de grootste festivals die Dordrecht rijk is. Uiteraard leent de prachtige binnenstad van Dordrecht zich prima voor een festival als dit. En, niet het minst onbelangrijke voor 3voor12 Drechtsteden, er valt enorm veel moois en indrukwekkends te ontdekken op muziekgebied. Het Urban Explorers Festival werd goed bezocht dit weekend. Er viel dan ook genoeg te zien en te beluisteren. Grote publiekstrekkers zoals Plaid, Murcof en Long Range zorgden ervoor dat de locaties goed gevuld waren. Maar ook kleinere acts als Blossom Storms, Sam Amidon en Hauschka trokken veel bekijks. Kortom, een weekend vol met ontdekkingen.
De Mexicaan Murcof verzorgde in samenwerking met het Italiaanse VJ duo XX-XY visuals een bijzonder optreden in het Energiehuis. De stijl van Murcof is kort te beschrijven als een mengsel van elektronische, experimentele synthesizerpatronen van vervormde instrumenten. De experimentele electro brengt veel risico's mee: het kan eentonig worden en zonder de herkenbare structuren en patronen is de muziek ook nog eens niet zo toegankelijk. Gelukkig overbrugt Murcof deze gevaren en blijft hij de aandacht van het publiek trekken. Ja, er gebeurt vrij weinig en er zit weinig variatie in. Toch maakt Murcof zijn minimale sound een tikje angstaanjagend, melancholisch en doordringend. Het geheel komt daardoor overweldigend over. Murcof bouwde een geheel van kleine geluidjes op: kerkklokken, klokkenspellen en laag gezoem kwam voorbij. De gehele sfeer deed een beetje denken aan de rustgevende reis naar het onbewuste met de Paradise Machine van Ad Visser (Museumnacht Rotterdam). XX-XY visuals ondersteunde Murcof met een aantal abstracte beelden: vervormde röntgenfoto's, jaren '80 driehoeken en een duizelingwekkende sterrenhemel. Het energiehuis met zijn industriële schoonheid is de perfecte plek voor een optreden als dit.
Na Murcof was het tijd voor heel wat anders. Zoekend naar een heldere beat en swingende melodie vond ik Plaid in Bibelot. Plaid, een Engels elektronicaduo, vermaakte het publiek niet alleen met hun instrumentele, melodische techno, maar ook met onnavolgbare, ruimtelijke 3D beeldvormen. In elk nummer wordt er een bepaald muzikaal gegeven (ritme, melodie) uitgebreid. Het duurt even voordat alle elementen op zijn plekje zitten, maar als dat zover is klopt het als een stekker. De 'bliepjesmuziek' brengt een vrolijke, zoete sfeer mee. Het heeft iets terughoudends, maar dit maakt het voor de luisteraar wel spannend. Het zat aardig vol in Bibelot en het publiek genoot, geuit in swingend dansen of stilstaand met de ogen dicht. Plaid had alles onder controle en had nog wel een tijdje door mogen gaan.
Als Volker Bertelman (Hauschka) 50 jaar eerder was geboren, met evenveel genialiteit, had de synthesizer niet uitgevonden hoeven worden. Deze Düsseldorfse conservatoriumpianist speelt de muziek van de toekomst op een oude piano die hij eigenhandig "prepareert" tijdens het optreden. Met allerlei stukjes metaal en plastic en een grote hoeveelheid gaffa-tape maakt hij op speciale wijze gebruik van de mechaniekjes in de piano. De muziek klinkt soms als een symfonie, dan weer als minimal-elektro. In de industriële sfeer van het energiehuis kwam deze muziek goed tot zijn recht. Een hoogtepuntje was het laatste nummer, waarbij hij al de pianosnaren beplakte met tape. Hierin klonk voor eens en voor altijd door dat de synthesizer de piano nooit zal kunnen verslaan.
Op de UE website stond dat Tunng iets weg had van Simon and Garfunkel en Kings of Convenience. Daar wil ik het predikaat "On Crack" graag aan toevoegen. Tunng speelde in de Popcentrale waarin de temperatuur met de minuut dichter bij het kookpunt kwam. De twee bebaarde frontmannen gaven een rafelrandje aan de soms wat zoete composities en met hun gitaren zwepen ze op cruciale momenten de songs op. Het optreden sprong wat betreft samenhang een beetje van de hak op de tak. Rustige en snelle liedjes wisselden elkaar at random af. Ook door de drukte in de wat krappe Popcentrale was het vaak moeilijk om goed te luisteren naar de muziek.
Toen Solaire in de inmiddels afgekoelde Popcentrale speelde was het daar precies zo rustig als het bij Tunng had moeten zijn. Met drie gitaren is er bij Solaire geen gebrek aan een volle sound en de muziek kwam over als intelligent en eclectisch. De muziek is nagenoeg instrumentaal dus moeten de liedjes het hebben van de dynamische nuances, de controle van de muzikanten en de opbouw van het liedje. Bij Solaire waren vooral de laatste twee aspecten duidelijk hoorbaar, want de muziek was soms iets te hard en te gelaagd. Hoewel het erg knap is om zulke muziek te verzinnen en te schrijven is het denk ik moeilijk om je hierin te onderscheiden als één van de vele post-rock bands. Het viel dus ook op dat, hoewel goed in elkaar en opzwepend, de composities nauwelijks beklijven.