Hans Appelquist in de Berckepoort

Beeldend kunstenaar maakt zichzelf overbodig

Bregje Poelman, ,

Zaterdag 13 mei was de dag waarop de Zweedse beeldend kunstenaar Hans Appelquist zou performen in de Berckepoort in het kader van het Urban Explorers Festival. Ik had, na het lezen van de omschrijving op de site van het festival, hooggespannen verwachtingen van deze man. Misschien moest het daarom ook wel tegenvallen.

Beeldend kunstenaar maakt zichzelf overbodig

Zaterdag 13 mei was de dag waarop de Zweedse beeldend kunstenaar Hans Appelquist zou performen in de Berckepoort in het kader van het Urban Explorers Festival. Ik had, na het lezen van de omschrijving op de site van het festival, hooggespannen verwachtingen van deze man. Misschien moest het daarom ook wel tegenvallen. Aangekomen en geïnstalleerd in de zaal, gingen na zo'n vijf minuten de lichten uit. Op het podium stond een bord met daarop het wapen van de virtuele stad Bremort, onderwerp van de act. Toen de kunstenaar het podium betrad, begon ik al te twijfelen aan de juistheid van mijn verwachtingen voor de avond. Wat ik zag was een non-performer, om het zo maar te stellen: Hans Appelquist presenteerde zichzelf als een verlegen, lichtelijk klunzige jongen. Een echte kunstenaar, dat zou je natuurlijk ook kunnen zeggen. Hij ging zitten, waarna de techniek hem ook nog eens in de steek liet; de film wilde niet starten. Wat volgde was een ongemakkelijke stilte in de zaal, af en toe onderbroken door gegrinnik. Uiteindelijk kwam het goed en kon Appelquist van start gaan. Hij pakte zijn gitaar en zong een liedje. Ik was niet erg onder de indruk, maar ging ervan uit dat Appelquist nog even moest warmdraaien en acclimatiseren. Na zijn eerste, en tevens laatste liedje werd de film gestart. In de film werd het publiek rondgeleid langs de straten, gebouwen en mensen van de virtuele stad Bremort. Tussendoor ontmoette het publiek enkele bewoners van de stad. Ondersteund door de geluiden van de stad, de muziek en de teksten van de liedjes leerden wij wat deze mensen zoal bezighield. De kunstenaar zat er bij, keek mee naar de film en speelde mee met de muziek op gitaar of keyboard. Het zal ongetwijfeld allemaal voorbedacht zijn, maar het leek alsof Appelquist willekeurig maar wat mee zat te pingelen. Bovendien zat hij erbij alsof hij zich verveelde en hij leek niet erg overtuigd van zijn eigen werk. Dit was zeer storend en ik vroeg me dan ook af waarom dit niet gewoon als film in Cinode werd getoond. Wat mij betreft voegde Appelquist op het podium niets meer aan de act toe. En dan heb ik het nog niet eens over de film, want die was niet bijster origineel en een diepere laag heb ik ook niet kunnen ontdekken. Wat heeft Hans Appelquist ons nu eigenlijk te melden? Met die vraag verliet ik na afloop de zaal, terwijl een stuk of tien toeschouwers al voortijdig waren vertrokken. Het gaat Appelqvist misschien alleen om het idee beeld en muziek één te laten worden, maar ik zou hem willen aanraden daar dan ook een goed, mooi verbeeld verhaal bij te vertellen.