Dansen en dromen onder leiding van Trentemøller

Deense detailproducer maakt wat los in cultuurpodium Annabel

Tekst: Karianne Hylkema Foto's: Jasper Mol ,

De Deense producer/componist Anders Trentemøller – beter bekend bij alleen zijn achternaam – stond 22 januari in een volgepakt Annabel. In zijn extensieve carrière heeft de veertiger al een flinke schare liefhebbers achter zich gekregen en weet dit tijdens een uitgebreide tour te verzilveren met uitverkochte zalen. Zijn verfijnde mix van minimal techno en post-punk wordt vaak omschreven als echte koptelefoonmuziek, maar deed het zondag ook goed op de energie van het publiek.

Als opwarmertje is de in Berlijn woonachtige Italiaan Matteo Vallicelli meegekomen. Een drummer die in verschillende punkbands speelde, maar tegenwoordig vaker te vinden is achter zijn laptop. Daaruit haalt hij nogal kale composities, die weinig meer zijn dan een skelet van synthesizerarpeggio's. Opmerkelijk is de afwezigheid van drums in het werk dat hij hier presenteeert. Zijn set begint vroeg op de avond en maakt niet direct nieuwsgierig naar zijn solodebuut dat volgende maand verschijnt.

In afwachting van het hoofdprogramma vult Annabel de schemerige zaal met nostalgische exotica. Bij het zwakke licht van enkele rode spotjes waan je je gemakkelijk in een louche nachtclub. Wanneer de rookmachine het pand in nevelen hult, zorgt dat voor een wat beklemmende sfeer.

Voor Anders Trentemøller is de avond bijna vanaf het begin een triomf, want het publiek verdringt zich op de balkons en op de vloer om door de optrekkende mist een glimp van hem op te vangen. Met een introverte glimlach op zijn gezicht bespeelt hij een opstelling van keyboards en samplers. De band opent met het dromerige 'November', een lome shoegazetrack van het vierde album dat afgelopen najaar verscheen. De producer is duidelijk beïnvloed door Joy Division en The Cure en dit duistere geluid sijpelt door in het recentere deel van zijn discografie. Het tempo en de intensiteit variëren echter en daarvan maakt hij gebruik voor de opbouw van de set. Al na een paar nummers zit er beweging in de zaal. De combinatie van electronica met echte drums, gitaar en bas doet het goed op zowel plaat én podium.

Hoewel de altijd in het zwart geklede Deen furore maakte met zijn volledig instrumentale debuut is er vanavond een grote rol weggelegd voor de vocalen van Marie Fisker. Sinds 2009 maakt zij deel uit van de liveband en heeft ze aan drie albums een bijdrage geleverd. Trentemøller heeft na zijn eerste plaat sowieso met veel gastvocalisten samengewerkt, maar omdat het niet haalbaar was om hen allemaal mee op tour te nemen, vertegenwoordigt de Kopenhagense zangeres hen allemaal. Dat ze ook nog gitaar speelt, is mooi meegenomen. Toch zijn de smartphonecamera's vooral op de zwijgende frontman gericht.

De op internet aangekondigde visuals blijven beperkt tot een lichtshow, waardoor er verder niets spectaculairs te zien is. Ritmisch zit er genoeg afwisseling in het optreden om het publiek lekker op te zwepen, maar melodie en details raken wat ondergesneeuwd. Als je de nummers goed genoeg kent en toch al niet stil kan blijven staan is dat geen probleem; je hersenen vullen vanzelf de ontbrekende delen aan en dan is het makkelijk om je helemaal te verliezen in de pulserende beats. Zo vliegt de tijd en krap anderhalf uur later stappen de muzikanten het podium af, om daarna nog terug te komen voor een toegift van twintig minuten. Een golf van extase gaat door het publiek wanneer 'Take me into your skin' van het debuut wordt ingezet. Trentemøller blijft primair een meester in subtiliteit waarvan via de enorme speakers veel weglekt, maar een silent disco zou live de perfecte hybride kunnen zijn voor zijn gelaagde geluidskunst.