Rufus Wainwright en Amsterdam Sinfonietta @ Nieuwe Luxor

Canadese-avond met een Rotterdams randje

Leonie Poot ,

De Canadees/Amerikaanse zanger Rufus Wainwright reist deze maand samen met het Amsterdam Sinfonietta, in het kader van ‘breder dan klassiek’, langs diverse steden in Nederland. Vanavond strijkt de zanger samen met het orkest neer in het Nieuwe Luxor voor het eennalaatste optreden van deze tournee. De recensies die er de afgelopen dagen over de optredens verschenen winden er geen doekjes om. Wainwright en het Sinfonietta zijn een uitstekende combinatie die elkaar uitdagen, aanvullen, en optillen. Verrassende arrangementen benadrukken de overeenkomsten tussen pop en klassieke muziek. Het programma is als een kijkje in de platenkast van Wainwright.

Na ‘Prelude Akte 1’ uit La Traviata komt Wainwright op voor de Joni Mitchell cover ‘All I Want’ wat tevens de overkoepelende titel is van het programma deze avond. Het hoge tempo van het nummer vormt een uitdaging voor zowel het Sinfonietta als Wainwright. De wat theatrale manier van zingen van de zanger, lees: lang gerekte noten en uithalen, komt op ‘L’Ile Inconnue’ van Hector Berlioz beter tot zijn recht. 

Wie bekend is met het werk van Wainwright weet dat hij regelmatig flirt met klassieke muziek en opera. In 2009 schreef hij de opera Prima Donna. Een jaar later componeerde hij in opdracht van het San Francisco Symphony Five Shakespeare Sonnets. Dat de zanger geenszins klassiek geschoold is, is duidelijk hoorbaar. Ook zijn uitspraak van het Italiaans en zelf Frans is niet overal even soepel. Maar de liefde en passie waarmee hij stukken als ‘Tristes Apprêts’ (Rameau) en ‘Di Provenza il mar, il suol’ (Verdi) brengt is vertederend. Het laat zien waarom samenwerkingen als deze, tussen een popartiest en een strijkorkest zo waardevol zijn. Het breekt barrières af en slaat (muzikale)bruggen. 

All I Want neemt de zanger letterlijk, hij zingt en doet waar hij zin in heeft. En dat blijkt een Canadees en vooral ook familiair tintje te hebben. Werk van vader Loudon Wainwright en moeder Kate McGarrigle komen voorbij. Hallelujah van wijle Leonard Cohen wordt met een collectief ‘aaaah’ door het publiek ontvangen. Het is op deze nummers dat Wainwright is als een vis in het water. Een onverwachts hoogtepunt zien we in het slotakkoord van de avond ‘Excursion A Venice’ van tante Anna McGarrigle. Het is op dit nummer dat orkest en zanger samensmelten. Waar deze avond de een vaak in dienst stond van de ander vormen ze nu een geheel. Orkestleden vormen achtergrond koortjes, er wordt gelachen, de toch wat serieuze sfeer van de avond wordt doorbroken. In de toegift wordt Le Port d’Amsterdam van Jaques Brel voor de gelegenheid omgedoopt tot Le Port d’Rotterdam en zo krijgt de avond toch nog een Rotterdams-tintje. 

All I want van Wainwright blijkt vanavond ook alles te zijn wat het publiek wilde. Een fenomenale artiest met een dito orkest zorgt voor een avond vol passie en liefde voor muziek.