Hollis Brown onvermoeibaar in V11

Rootsband maakt Amerikaans avondje in de Wijnhaven

Jaap Smit ,

Hollis Brown is zo’n bandje dat bewijst dat tijd een relatief begrip is. Gooi ze in de sixties, seventies of enig decennium daarna en ze bloeien volop. De mix van Americana, blues, country en swingende roots brengt ze al sinds 2009 verder dan hun thuisstad New York, en op 21 oktober is de V11 aan de beurt.

Hollis Brown laat het aan Amanda Pearcy de avond in de goede mindset te krijgen. Begeleid door steel en -akoestische gitaar klinkt zijn de nummers doorspekt van stereotype redneck/moerascountry. De subtiele danspasjes, haar verhalen over Trump (die ze overigens niet steunt) en de cover van Nina Simone’s ‘Mississippi Goddamn’, het ligt er centimeters dik op dat we vanavond moeten vergeten dat we in de Wijnhaven zijn.

De vijf mannen van Hollis Brown begint hun set met ‘Ride On The Train’, een klassiekertje in hun oeuvre, afkomstig van hun debuutalbum. Een hoog meestamp-gehalte en een bijna spastisch bewegende zanger Mike Montali zorgen dat er iets van saamhorigheid in het zaaltje ontstaat. Het romantische ‘Faith & Love’ wijkt verfrissend af van het gebaande countrypad en mag gerust gitaarpop genoemd worden. De gezellige uptempo ritmes van ‘Hey Baby’ onderstrepen maar eens dat Hollis Brown komt uit het land waar een hoedown nog usual business is. Een enkel paartje in de zaal waagt zich aan een dansje, vooraan bij het podium. De rest van het publiek oefent vooral hun voetenritme.

In de nummers wordt maar spaarzaam omgegaan met écht indrukwekkende gitaarlicks, maar gelukkig heeft de band toetsenist Adam Bock mee als troef. Doodzonde dat hij minstens de helft van het optreden overstemd wordt door een doffe bass. Zijn tweede stem daarentegen is een waardevolle toevoeging.

Halverwege ruilt Montali zijn akoestische gitaar in voor een zwarte Gretsch, een teken dat er nog flink wat nummers in de koker zitten. Hollis Brown lijkt onvermoeibaar als er een lange rits nummers (Wait For Me Virginia, Sandy, Sweet Jane ea.) wordt gespeeld. Grote kans dat je niet alle nummers zult herkennen: de band gebruikt deze avond ook als showcase voor wat nieuwe nummers. Ook eert Hollis Brown hun stadsgenoten wanneer ze ‘Train Round The Bend van Velvet Underground’ coveren. En hoe degelijk de muziek ook van het podium af knalt, het valt niet te ontkennen dat hun formule naarmate de avond vordert een beetje uitdroogt.

Maar de avond duurt nog even, en de gitaar-acrobatiek van de gitaristen (Montali, Bonilla) en (vooral) bassist Brian Courage verveelt nooit. Op gezette tijden ontstaat er een momentje voor Courage en drummer Andrew, waarin eerstgenoemde vinger-brekende capriolen uithaalt. Op andere momenten strijden Montali en Bonilla in een subtiele gitaar-battle, omlijst door een gemoedelijk blues-laddertje.

De band eindigt de avond met ‘Down On Your Luck’, ‘Run Right To You’ en het (politiek getinte) ‘John Wayne’, waarbij Montali een doodstille zaal trakteert op een reeks coupletten recht uit het hart, en zonder microfoon. Het heeft een kleine magische touch, waarna de band op volle kracht het refrein inzet. Hollis Brown heeft na hun eindeloze set ongetwijfeld nog genoeg voor een uurtje of twee, maar het was zeer goed zo.