Bernhoft loops the shit out of BIRD

Ambachtsman en multi-instrumentalist heeft geen band nodig.

Tom Kerkhoff ,

De Noorse Singer-songwriter Jarle Benhoft betreedt het podium en gelijk klinkt van achter uit de zaal: "Hij is met de hele band". Bernhoft en zijn loopstation dus, waarmee hij het geluid van een voltallige band weet te produceren. Genomineerd voor een Grammy en met zijn nieuwe EP "Stop/Shutup/Shout It Out’’ onder zijn arm is hij terug in BIRD, en helemaal klaar om zijn funky soul op ons los te laten.

De muzikaliteit en ambachtelijkheid spat er onmiddelijk vanaf. Zijn loepzuivere soulstem gaat door merg en been. BIRD luistert aandachtig en enkele luidruchtige bezoekers achteraan worden in hun gedrag gecorrigeerd: ‘’Hij is aan het zingen hoor’’. Na het eerste rustige nummer klinkt een oorverdovend applaus. ‘’A very nice slow start tot the evening’’. Bernhoft heeft soms een mooi rauw randje op zijn stem. Het afwisselingen van kop naar borststem en mooie vibrato heeft hij volledig onder controle. In het tweede nummer laat hij zijn virtuositeit op de gitaar zien door een solo die niet zou misstaan in gecompliceerde rocksongs. Hij maakt gebruik van zijn loopstation alsof het hem geen moeite kost, terwijl dit zeker niet makkelijk is. Zijn muziek barst van de soul, maar rock en blues invloeden zijn er goed in terug te horen.

Veel nieuwe nummers zal hij vanavond ten gehore brengen, die hij - zo zegt hij zelf - nog niet zo goed kent. Hij geeft toe een beetje nerveus te zijn. BIRD apprecieert dat hij zich zo kwetsbaar opstelt. Wanneer het dan ook fout gaat: hij vergeet zijn gitaar om te stemmen waardoor hij het nummer 'Writing on the wall' opnieuw moet starten, is het hem gelijk vergeven. Ook het publiek stelt zich kwetsbaar op. Wanneer zijn gevoelige nummer 'Don't let me go’ klinkt is het muisstil en de emotie is doordringend. Vele verliefde koppels en groepjes dames vallen elkaar soms huilend in de armen, waar jongens wat ongemakkelijk op hun telefoons kijken of een biertje aan de bar bestellen. Een man heeft het blijkbaar zwaar en besteld een whisky met ijs. Het scheppen van het ijs is door de gehele zaal te horen, zo muisstil is het. Bernhoft kan écht ontroeren.

Dan gaat hij weer over op wat nieuwe nummers, die misschien wat meer poppy zijn, maar nog steeds bomvol soul zitten en niet de simpele akkoordenschema’s en maatsoorten van popnummers kennen. De mensen in de zaal kunnen niet meer blijven staan en ze komen in beweging. Bernhoft is overal zuiver en niet op fouten te bespeuren. Een Engelse man uit het publiek roept om zijn favoriet 'Street lights', een welbekende single van Bernhoft. Het is een tijdje geleden dat hij deze heeft gespeeld, en stelt voor dat de man hem zelf komt spelen. Dit was geen optie en toch brengt hij het nummer naar ieders genoegen ten gehore. Er klinkt een groot gejuich. Bernhoft is duidelijk een pleaser. In zijn interactie met het publiek is hij erg humoristisch, zodat je het gevoel krijgt er samen als artiest en publiek, een leuke avond van te maken.

Hij lijkt af te sluiten met zijn beest bekende nummer 'C’mon talk'. Het publiek zingt uit volle borst mee. In dit nummer spatten de muzikaliteit en vakmanschap er weer vanaf. Precies waar Bernhoft voor staat. Hierna lijkt hij na vele dankbetuigingen in de vorm van buigingen het podium te verlaten. Maar heel toepasselijk wordt een openstaand kanaal van zijn loop weer opgestart om daarna nog twee nummers te spelen waaronder een geslaagde cover van Lennons 'Jealous man'. Na een kleine twee uur verlaat hij het podium. BIRD heeft genoten en wordt meer dan tevreden en geëmotioneerd achter gelaten.