Net als bij voorprogramma Cross Record bestaat het openingssalvo van Shearwater uit een greep songs waarbij alles eventjes extra hard mag galmen en suizen. Spelend met lichtgevende handschoentjes geeft Meiburg de set een mysterieuze start mee, die al snel overslaat in een sterke rockshow. De vierkoppige band achter hem en de verticale lichtbuizen zijn een passend decor voor de veelzijdige rockmuziek, die gedurende de avond van schel gierend naar rustig en melodisch kan schieten. Als de zaal voor de eerste keer even wordt aangesproken, wordt vriendelijk en soms wat stuntelend een bruggetje naar de goedgevulde zaal gemaakt. En alsof de band zich nog moet bewijzen, wordt bij ieder nummer een stukje achtergrond geleverd. Misschien niet altijd nodig, maar het maakt de al broeierige zaal nog net wat warmer.
De slordige charme tussen de nummers door heeft gelukkig geen invloed op de foutloze performance van de band. Van begin tot eind geeft de band alles. Meiburg slingert ingespannen blikken de zaal in als blijk van zijn inzet. Als hij niet zingt, zit hij op zijn knieën of gebruikt hij zijn microfoonstandaard om zijn gitaar te bespelen. De nummers komen op de albums misschien wat tam over, maar live veranderen ze in een overweldigende zee van decibellen.
Halverwege slaat het gruizen en trillen om naar iets rustigere rocksongs. Met het onlangs uitgebrachte ‘Jet Plane And Oxbow’ voegt Shearwater een interessante plaat aan de verzameling toe, die deze avond voldoende aandacht krijgt. Het centrale thema in de nummers is Amerika, waardoor Meiburg af en toe stil bij zijn thuisstaat Texas, het terugkomen in een veranderd land en Donald Trump. De muziek voorkomt dat deze avond te politiek wordt, maar de band gebruikt haar tijd in Rotterdam om meer achter te laten dan liedjes.
Via uitstapjes naar vroeger materiaal en de nieuwe tracks werkt Shearwater naar een einde toe, in de vorm van een nummer van de overleden David Bowie. Best ongebruikelijk om je set af te sluiten met een nummer van iemand anders, maar de zanger neemt - uiteraard - de tijd om uit te leggen aan het publiek dat hun Bowiecovers sinds zijn overlijden een stuk meer betekenis voor ze krijgen. Hij hoeft de zaal niet meer te overtuigen. In een vlammend stukje gitaarwerk wordt Look Back In Anger gespeeld, dat verrassend goed past in de lijn van de avond en de muziek, die in het laatste kwartier een stuk harder is gaan klinken. Shearwater werkt na tien jaar nog steeds hard voor hun applaus, maar vergeet niet zelf ook te genieten. Bezweet neemt Meiburg afscheid van de zaal: “It feels good to be sweating when you rock, makes you feel like you’re doing something!”