Tijuana Panthers, bestaande uit Daniel (basgitaar), Chad (gitaar) en Phil (drums), begint hun show nadat de menigte naar binnen is geroepen. Het eerste dat opvalt is het goed afgestelde geluid en de heerlijke, soms bijna funky groove in de brommende post-punkbas. Het is garage-surfrock zoals je deze maar weinig hoort, omdat maar weinig bands het typische surfgeluid van de gitaar zo stijlvol kunnen combineren met een heerlijke groove in de bas, en dat alles zonder te verdrinken in de lo-fi en reverb. Het is pure energie en de gasten spelen een gevarieerde set. Elk bandlid blijkt een deel van de vocalen voor zijn rekening te nemen. Soms individueel, soms meerstemmig à la Beach boys en de Beatles. Rotown heeft er duidelijk zin in en al bij het vijfde nummer 'Torpedo' heeft de band de zaal volledig in zijn greep. Het is alsof deze gasten zijn geboren in garage met enkel een surfboard aanwezig, en daar hun eerste levensjaren in zijn opgesloten waarin ze uitsluitend muziek hebben gemaakt.
Tijuana Panthers eindelijk in Rotown
Pure garagerock met een surfrandje zoals je deze maar bar weinig hoort.
Circa honderd mensen genieten vanavond het privilege Tijuana Panthers uit Long Beach Californië live te mogen aanschouwen in Rotown. In hun muziek is duidelijk het broeierige nachtleven van Long Beach terug te horen. Het is garage- en surfrock pur sang en van de bovenste plank. De band kenmerkt zich door korte garagestampers met een smaakvolle surfsound en pakkende refreinen. Dat Nederland van deze band houdt is twee jaar geleden gebleken op het Best Kept Secret Festival, waar het trio blijkbaar een muzikaal slagveld veroorzaakte. Na vele tours en vier studioalbums is vanavond eindelijk Rotown aan de beurt.
Er is een invloed van veel stijlen in hun korte energieke nummers terug te horen. Vooral is dit terug te horen in de bas, soms post-punk, soms zelfs funky, maar altijd pure rock. Het publiek komt steeds meer los en er wordt nu tot achteraan gedanst. Achterin heeft een kale(nde) man van middelbare leeftijd duidelijk de juiste bestemming bereikt. Hij danst alsof zijn leven er vanaf hangt. ''Sexy dancing there in the back'' zo merkt de attente band op.
Ze kenmerken zich door een prettig stoïcijnse niet-lullen-maar-knallen houding. Niet lullen, maar poetsen zoals ze in Rotterdam zeggen. Echter, hoe stoïcijns ze ook mogen overkomen, soms aan een klein glimlachje van gitarist Chad, onder zijn vunzige doch geweldige jaren '80 snor, kun je opmaken dat ze het wel degelijk naar hun zin hebben in Rotterdam. Het glimlachje wordt al snel frequenter, totdat deze de rest van het optreden blijft staan. De muziek gaat over verscheidene onderwerpen, vaak dagelijkse zaken, verpakt in een verhalend karakter. De nummers kenmerken zich door het vertellen van een verhaal, dat qua kwaliteit in de buurt komt bij de vertelcapaciteiten van Bob Dylan. Dit is vooral goed terug te horen in het nummer 'Nobo' van hun voorlaatste studioalbum ''Wayne Interest''. Dit nummer kent een heerlijke gitaarsolo, gevolgd door de eerste solo op de basgitaar, waarin de voorman zijn virtuositeit kan laten horen. Ook een drumsolo blijkt geen probleem voor de ervaren dertiger Phil.
Na een uur nonstop spelen, instrumenten wisselen en mathematisch postrocken klimt de band het podium af om vervolgens twee(!) keer terug te keren voor het publiek. Er wordt in de toegiften meer gewisseld, wat er toe leidt dat er zelfs dansbare deuntjes ontstaan. Het is een bijzonder gezicht om de mannen, die nog steeds geen kik geven, toch de zaal profesionneel zien bespelen. De opperste staat van concentratie op de instrumenten zorgt ervoor dat alles buitengewoon indrukwekkend klinkt. Rotown wordt getrakteerd op een potje experimentele rock zonder onnodige toeters en bellen. Alleen kijken en luisteren is al goed genoeg.
Het tempo zit er goed in en het gaat maar door en door. Er is voor zowel voor de band als het publiek geen tijd om even op adem te komen. Mensen maken wel aanstalten om naar buiten te gaan, maar durven deze onderneming niet aan om het risico iets te missen. Het publiek besluit pas naar buiten te gaan wanneer de band zelf een kleine 'pauze' inlast, maar al direct klinkt het welbekende ''We want more'' vanuit de zaal. De Panthers weten binnen een minuut de weg terug te vinden naar hun instrumenten, waardoor de mensen die wilden pauzeren snel weer terug naar binnen komen rennen. Een gebroken snaar, weer die vervloekte hoge e-snaar, gooit echter roet in het eten. Maar Tijuana Panthers zouden Tijuana Panthers niet zijn als ze hier niet creatief mee om zouden springen. ''Lets figure out what songs we can play with this broken string''. Na het herstemmen van de instrumenten gaat het gewoon weer door (''It's good enough''). 'Good enough' blijkt een understatement. De killersound is nog steeds aanwezig, ondanks dat de bassist duidelijk moeite heeft tijdens de toegift om zijn basgitaar in de juiste stemming te krijgen.
Als laatste, na een dik uur gespeeld te hebben, brengen ze ''This town'' ten gehore, dat goed in de smaak valt. De 'town' Rotterdam wil duidelijk dat het nog langer duurt, maar is met dit uur al meer dan verwend. Buiten wordt er nog lang nagepraat. Een verdwaalde man bij het verkeerde concert zegt: ''Nou een leuk bandje, maar twintig euro voor een LP heb ik er niet voor over.'' Aan de drukte te zien bij de Merchandise zijn er niet veel mensen die deze mening delen. Mijn eigen portefeuille is ook ineens een stuk lichter.