"Er gaat niets boven met zijn vijven in een busje door het buitenland touren."

Half Way Station: Altijd op weg naar onbekende bestemmingen

Tekst: Kees-Jan Visser ,

Met DODO won Half Way Station de titel Album van het Jaar 2015 van 3voor12 Rotterdam. Tussen optredens op Eurosonic, in Duitsland en Paradiso door spraken we met Rikke Korswagen, frontman van de Rotterdamse band.

Album van het Jaar. Zegt die titel jullie iets?

“Zeker! We maken bijzondere, niet heel gangbare muziek. We hebben onze eigen sound en zijn steeds in ontwikkeling. Het geeft een heel warm gevoel als je merkt dat het publiek daar waardering voor heeft.”

Andere kanshebbers op de titel waren onder meer sterke albums van De Likt en Rats On Rafts. Het was een goed jaar voor Rotterdam.

“Ja, Rotterdam zit muzikaal echt in de lift. Vooral de underground scene is sterk. En daar borrelt van alles uit op. Doordat er zoveel bandjes zijn, is het lastig om aan die onderlaag te ontstijgen. Maar wat dat doet, is ook echt goed. Ik heb in verschillende steden gewoond, maar Rotterdam is de eerste stad waar ik me echt thuis voel. De mensen zijn er minder snel bang voor het vreemde en onbekende. En er is heel veel ruimte. Ook voor ons trouwens. We hebben sinds kort een flinke zaal tot onze beschikking aan de Jonker Fransstraat. Die gebruiken we als repetitieruimte, studio en voor optredens.” 

Hoe is DODO tot nu toe verder geland?

“Het begon met een uitverkochte en geweldige release-avond in Rotown. Hij is daarnaast uitgebracht en goed ontvangen in Duitsland, Frankrijk en België. Zondag 31 januari is de vinyl-release in Paradiso.”

Hoe anders klinkt DODO dan jullie eerste plaat Moonshine?

“Het is veel meer een bandplaat geworden. Via producer Maurice Vogt zijn we in een groot kasteel in Zuid-Frankrijk terechtgekomen. Met alleen wat schetsen en teksten hebben we onszelf daar twee weken opgesloten. De hele plaat klinkt naar het kasteel. We hebben gebruik gemaakt van de natuurlijke geluiden in de verschillende ruimtes. En verder was muzikaal alles mogelijk. Half Way Station is een democratische dictatuur. Alle bandleden denken mee met de nummers. Dat gaat alle kanten op. Ieder nummer vinden we opnieuw uit hoe we gaan klinken. Ik bewaak het hele proces en het is mijn taak om te beslissen dat een nummer af is. Een ander belangrijk verschil met de eerste plaat is dat Elma de meeste vocalen doet.”

Groeien de nummers live verder?

“Ja, wij zijn echt een band die zich steeds ontwikkelt. Onze sound verandert steeds. Dat is juist wat de mensen gaaf aan ons vinden. En het houdt ons scherp. We zijn geen band die zo goed mogelijk de plaat naspeelt. Dan wordt het al snel een exercitie. Net na de release van DODO stapte onze bassist op. Het was even spannend hoe het zou lopen met onze nieuwe bassist Martijn. Een band is toch een soort kaartenhuis en hij bepaalt een vijfde deel van de sound. Maar het heeft goed uitgepakt. Hij heeft al veel invloed en zijn ‘ronde’  geluid past heel mooi bij de Afrikaanse ritmes waar ik zo van hou.”

Waar gaan de teksten van jou en Elma over?

“Vaak over het ergens anders willen zijn, ‘the fear of missing out’. In de blues, maar bijvoorbeeld ook de Jiddische muziek, gaat het over de hoop op betere tijden, het beloofde land. Wij zijn vooral bezig met de reis. Een reis waar we heel veel zin in hebben. Het is eigenlijk de omgekeerde blues. We zijn benieuwd naar waar de reis heen gaat en zijn verslaafd aan het ontmoeten van nieuwe mensen en het verzamelen van ervaringen.”

Je bent gefascineerd door de Field Recordings van John Lomax. Ontstaan jullie nummers vanuit die basis of zijn er ook andere bands die jullie inspireren?

“Die opnames klinken heel echt en zo nemen wij ook op. Het moet eerlijk klinken. Natuurlijk wordt er wel eens geknipt en geplakt, maar vaak is het de eerste flow, de eerste take, die we gebruiken. Maar verder hebben we vooral ons best gedaan om nergens op te lijken. We zijn uitvinders en willen echt ons eigen ding doen. De luisteraar heeft vaak moeite om ons te categoriseren, maar daar hebben wij geen last van.”

Het maakt het wel lastiger om jezelf te ´verkopen´. Is dat een beetje gelukt op Eurosonic?

“Eurosonic is belangrijk voor je contacten. En het is leuk om te zien hoe andere bands het zakelijk aanpakken. Natuurlijk is er concurrentie, maar je merkt juist dat er ook de wil is om elkaar te helpen. Dat mensen je niet kunnen plaatsen heeft inderdaad het risico dat je in het grote niets verdwijnt. We passen ons niet aan aan de smaak, maar maken de platen die we zelf goed vinden. Daar investeren we veel tijd en energie in. Een kwestie van op z´n Rotterdams niet bang zijn en doorploegen. En gelukkig werkt het. We hebben de mazzel dat mensen onze sound willen horen.”

En die DODO, waar komt die vandaan gevlogen?

“Ik zag ooit een Amerikaan op een banjo spelen met een enorme adelaar erop. Dat vond ik wel gaaf, maar niet geschikt voor mijn eigen banjo. De dodo is eigenlijk het tegenovergestelde van de machtige adelaar. Een beetje de underdog onder de vogels. Het werd een soort logo van de band en in de loop der tijd kwamen er allerlei andere betekenissen voor ons bij. Zo voelen we ons ook een beetje de dappere dodo’s die gewoon stug blijven doorploeteren.”

Daarover gesproken: wat zijn jullie plannen voor de komende tijd?

“We zijn al weer bezig met de volgende plaat en gaan een single maken met de Rotterdamse rapper Unorthadox. En verder hopen we net zoveel te gaan touren als in 2015. We zijn toevallig net gepolst voor shows in Fins Lapland. Hopelijk gaat het door. Er gaat niets boven met zijn vijven in een busje door het buitenland touren. Dan voel je echt heel intens dat je leeft. We willen vooruit, maar hebben nog geen idee welke kant het opgaat. Dat is juist wat de reis zo mooi maakt. En dat is ook helemaal waar Half Way Station voor staat.” 

Half Way Station staat aanstaande zondag (31/1) in Paradiso.

https://www.facebook.com/halfwaystation