Hoe ‘popzaal’ wordt Annabel?

Aziz Yagoub: “Ik denk dat de telefoon straks roodgloeiend staat”

Robin van Essel ,

Nog heel even, en dan is Rotterdam eindelijk een nieuwe concertzaal rijker. Wie wel eens de biertuinen aan de Schiestraat frequenteert, had de ondeugende smiley van Annabel allang op het dak zien staan. Naast het inmiddels geopende café verrijst er momenteel ook een popzaal met een capaciteit van 1500 man op de rokende puinhopen van de Hollywood Music Hall. Maar hoe ‘popzaal’ wordt Annabel eigenlijk?

Aziz Yagoub (34) is een drukbezet man. Het kost een aantal weken om een vrij uurtje in zijn agenda te vinden voor dit interview en ook tijdens staan er voortdurend mensen aan zijn tafel. Yagoub de ondernemer staat dan ook het liefst op de vloer. Dicht bij zijn personeel en publiek, ver van het Rotterdamse ambtelijk apparaat. Wat dat betreft kondigde hij de komst van Annabel op een precair moment aan, kort op de omstreden oproep van de gemeente om plannen voor podia in te dienen. Yagoub plaatste de kanttekening dat Annabel daarentegen geen cent van de samenleving verlangt: “Ik heb de ingediende plannen gezien, niemand had het over eigen inbreng! Ik vraag me af of je er zoveel geld in moet pompen. Volgens mij is het idee van gesubsidieerde podia een uit de jaren ’70. Als een indiebandje uit Kopenhagen in LA speelt, krijgt het geen subsidie. Hier wel. Dat is toch van de zotte?”

Het is duidelijk: Yagoub trekt liever zijn eigen plan. Na een studie aan de Erasmus Universiteit belandt hij bij WATT. Als deze zaal in 2010 ter ziele gaat, richt hij zijn festivalorganisatie Révolt (Vrije Volk Festival, Nachtduik, Expedition) op en start de club Perron op de hoek van de Schiestraat. Het antikraakpand staat vervolgens vier jaar – onverwacht lang – op de lijst voor sloop. Achter de schermen legt Yagoub contact met de Hollywood Music Hall, omdat hij verwacht dat deze zaal door het ingevoerde alcoholverbod voor zestienjarigen ten onder zal gaan. In de zomer van 2014 krijgt hij gelijk. “Op een gegeven moment begon het te rommelen in Perron en wilden we iets anders. We hadden een succesvol nachtprogramma en we hadden geflirt met festivals. Het enige dat we nog niet hadden geproefd, waren liveoptredens, die we wel aangeboden kregen maar waar we geen plek voor hadden. Niemand in Rotterdam durfde daar na WATT zijn vingers aan te branden. Ik was al bezig met Hollywood en dacht: waarom geen twee vliegen in één klap?”

Randprogramma
Uit het zicht van het publiek wordt nog steeds grootscheeps verbouwd aan Annabel, maar het café is al een tijdje operatief. Net als het ondergelegen Transportbedrijf trouwens: een technokelder zoals Perron, maar dan donkerder, harder, muzikaal vooruitstrevender én met humoristische website. “Het Transportbedrijf is een andere formule, waar we het programma van Perron voortzetten”, vertelt Yagoub. “Die monocultuur doorbreken we bij Annabel. In de nacht, maar ook het randprogramma. Ik vind dat een naar woord, maar dat kan van alles zijn, zoals concerten en evenementen.”

Hoe poppodium wordt Annabel dan, als concerten een ‘randprogramma’ zijn? “Annabel wordt een cultuurpodium. Maar de nacht is ons bestaansrecht en onze voornaamste bron van inkomsten. Het wordt voor alle doelgroepen, echt niet elk weekend techno. Weet je hoeveel acts Perron ‘nee’ tegen heeft gezegd omdat de zaal niet geschikt was? We hadden een optie op Disclosure voor 1500 euro, maar het plafond van de zaal was te laag. Als ik namen als Roisin Murphy, Aphex Twin, Moderat, Caribou of Bonobo kon krijgen? Zou ik meteen doen.”

Verhuurschuur
Maar wie denkt dat er op concertgebied in Annabel straks uitsluitend live-elektronica te zien is, heeft het mis: “In Annabel programmeren we wat in ons straatje past en waarbij ik bereid ben een geoorloofd risico te lopen. We hebben een geschikte locatie, die straks vijf dagen per week leeg staat. Als je denkt dat je er wat mee kunt: hier is de sleutel.” Yagoub heeft echter niet de intentie om van Annabel een verhuurschuur te maken, benadrukt hij: “We zult met ons moeten samenwerken. Of je programma in de stad past en het imago van Annabel zijn veel belangrijkere factoren dan een hoge zaalhuur vangen. Het publiek trapt daar niet meer in. Maar als je na drie avonden met dat indiebandje uit Kopenhagen 250 bezoekers hebt gehad, kun je ook beter naar een kleinere plek in de stad.”

“Ik ga geen ongeoorloofde risico’s nemen. Ik ben een ondernemer. Sommige acts kunnen zichzelf bedruipen, andere niet. Onze ticketinkomsten gaan naar de artiesten, de omzet komt van bierverkoop. Ik accepteer dat ik met een dj af en toe mijn verlies pak, dus met de liveshows ook. Maar ik heb geen twintig fulltimers, geen iPads van de zaak en geen belachelijk hoge huur. Ik ben niet afhankelijk van miljoenen van de gemeente. Als ik vijftig nachtshows vul, is mijn businessmodel veilig. We hebben een huurcontract van tien jaar en alles geïnvesteerd, ja. Omdat we geloven dat we het kunnen."

Pop
De eerder geuite aversie jegens subsidie is diepgeworteld, legt Yagoub uit: “Voor een act op een festival betaal je dertigduizend euro, in Paradiso krijgen ze er subsidie voor. Daar heb ik moeite mee. Als je het mij vraagt, moet er een ombudsman komen voor wanneer je vindt dat een partij aan de haal gaat met gemeenschapsgeld. Als het Boijmans ineens Nick en Simon neerzet, mag ik ook hopen dat we daar vraagtekens bij zetten. In de popsector gebeurt dus precies dat.”

Het argument van ‘maatschappelijke waarde’ wuift Yagoub weg: “Stel: ik boek Trafassi. Dan staat hier 1500 man, kan ik je vertellen. Er is een enorme gemeenschap in Rotterdam die daar heel blij mee is. Maar lezers van 3voor12 hebben daar niks mee. Dus of Annabel een poppodium is, zullen de meningen over verdeeld zijn. Het is een vaag begrip. Ik geloof ook dat scheidslijnen tussen genres steeds meer verdwijnen. Dat vind ik als ondernemer gevaarlijk, ik doe liever waar ik goed in ben. Daarbij: denk je dat als de geldkraan dichtgaat we nergens meer een band kunnen zien? Eerst gaan we meer betalen ja, maar die markt corrigeert zichzelf. Nu weten de agents: oh, Paradiso, daar hebben ze knaken."

Toekomst
‘Pop’ of niet: als alles goed gaat, heeft Rotterdam er eind september een concertlocatie bij. Yagoub zelf ziet de toekomst positief in: “We zijn nog onbekend, ik verwacht niet dat we meteen twintig shows per maand kunnen programmeren. Maar we hebben alle faciliteiten en ik verwacht wel dat ik als ondernemer mijn ding kan doen, het kan groeien. Bezoekers die een leuke show hebben gehad, komen terug en dan komen de acts ook wel. Ik geloof dat Rotterdam de komende vijf jaar enorm gaat groeien als muziekstad. Iedereen begrijpt nu pas dat ze gebruik moeten maken van de bestaande infrastructuur. Zalen verbouwen, buitenlocaties krijgen vergunningen, de markt trekt aan. Er zullen altijd partijen zijn die een goede zaal voor 1500 man zoeken in het centrum van Rotterdam. Ik heb altijd gezegd: Annabel is nog jong en wil geaccepteerd en volwassen worden. Ik denk dat als we de tijd en ruimte krijgen om te bewijzen dat het klopt, de telefoon straks roodgloeiend staat. Ik ben super enthousiast.”