Viet Cong slaat uitverkocht Rotown op de bek

Band komt traag op gang maar is toch indrukwekkend

Robin van Essel | Foto's: Ad Baauw ,

Twee leden van de legendarische Canadese band Women zetten na het onverwachte verscheiden van gitarist Christopher Reimer in 2012 hun carrière voort in Viet Cong. Of het dat CV was of niet, vorig jaar begon de band een ware zegetour op Le Guess Who?. En de hype lijkt nog niet over. Zo was ook Rotown maandagavond 16 februari stijf uitverkocht voor de band, die landgenoten Absolutely Free meenam als voorprogramma.

Absolutely Free is op zijn beurt de doorstart van artpunkband DD/MM/YYYY, waarvan de bedoeling was dat die onuitspreekbare naam bij liveshows vervangen zou worden door de datum van die dag. Het idee: het is niet de band waar het hier om gaat, maar om vandaag en jullie, het publiek. Absolutely Free is muzikaal een radicaal andere weg ingeslagen, maar ook het live-ethos van de band heeft kennelijk onder de doorstart geleden. De band staat nogal statisch op het podium. En dat is jammer, want uit de losse akkoorden en synths bloeit regelmatig een fraaie melodie op. 

De gelijknamige debuut-EP staat vol met inventieve, ruimtelijke liedjes met maximale echo en complexe ritmes, maar door de matte speelwijze van Absolutely Free verdwijnen die vooral ongrijpbaar in de leegte. Wel houdt zanger en drummer Matt King de boel bij elkaar met een lesje complex drummen en ook de plotselinge tempowisseling en climax van bescheiden hitje ‘UFO’ als afsluiter zorgen ervoor dat Absolutely Free alsnog tevreden het stokje kan overdragen aan Viet Cong.  

Rotown staat inmiddels ramvol, maar fans van de nummers van de meest recente plaat van Viet Cong, komen aanvankelijk bedrogen uit. De band uit Calgary opent met ‘Unconscious melody’ van de EP ‘Cassette’ van vorig jaar, gevolgd door ‘Throw it away’ en ‘Oxygen feed’, van diezelfde plaat. Degelijke postpunk, daar niet van, maar Viet Cong zette sindsdien een muzikale reuzenstap. Daarbij eist de tour blijkbaar zijn tol: Matt Flegels schuurpapieren strot vertoont roestplekjes en de band vindt duidelijk zijn geroemde, intense speelwijze niet helemaal. 

Maar vanaf het jagende ‘Silhouettes’ schroeft drummer Mike Wallace het tempo op en klinkt Viet Cong stukken energieker. ‘Bunker buster’ en ‘March of progress’ worden uitgesponnen, schuren, piepen en kraken, zonder de subtiliteit van de vaak aanwezige synths te overheersen. Flegel brult erop los en er is duidelijk chemie tussen de bandleden op het podium. Bij de aan Interpol schatplichtige setfavoriet ‘Continental shelf’ vindt Viet Cong zichzelf definitief terug. Dan volgt het kwartier durende ‘Death’, inclusief minutenlang psychedelisch instrumentaal intermezzo dat Rotown vol op de bek slaat. Gitarist Daniel Christiansen spuugt drummer Wallace in het gezicht en na het vertraagde, staccato outro maakt de zaal zich op voor een ovatie, maar dan gaat het nummer nog minuten door in een gejaagd sluitstuk. Dan is het klaar. Toegiften, daar doet Viet Cong niet aan en het publiek blijft overdonderd achter. 

Viet Cong heeft het ideale evenwicht gevonden tussen rauwe working class punk en een opleiding aan de kunstacademie. De band is gepokt en gemazeld, ervaren rotten zowat, maar speelt desondanks stukken urgenter en gretiger dan bands met eenzelfde staat van dienst. De vraag moet dan ook niet zijn of de hype terecht is, maar of Rotown Viet Cong vanavond op volle oorlogssterkte heeft gezien. De trage start laat je afvragen hoe de band is wanneer er vanaf minuut één wordt geknald. Dat gezegd hebbende: thuisblijvers misten vanavond iets indrukwekkends.