De keuze voor Parijs heeft te maken met het liedje wat we deze maand uitbrengen getiteld 'The end of laissez-faire'. En nee, dan doel ik niet alleen op het handje vol Franse woorden die de songtekst rijk is. Bij veel steden hoort een associatie met een bepaald gedeelte van de geschiedenis. Denk je aan Rome, dan denk je Romeinen. Amsterdam? De 17e eeuw, Paleis op de Dam, grachtengordel en de hoogtijdagen van de Hollandse republiek. En bij New York zijn The Chrysler Building en Art Deco ingerichte barretjes en restaurants niet moeilijk voor te stellen.
Als ik aan Parijs denk, dan denk ik onmiddellijk aan 'Art Nouveau' en 'La Belle Epoque'. En mocht je daar niet meteen een beeld bij hebben, dan stel ik voor onmiddellijk Woody Allen’s film 'Midnight in Paris' te kijken. La Belle Epoque is de naam die achteraf gegeven werd aan de periode van 1870 tot aan de Eerste Wereldoorlog. Achteraf, want pas na de oorlog zag men in hoe mooi en zorgeloos die tijd ervoor geweest was. Mooi en zorgeloos, maar ook achteloos. Welvaart en groei leken oneindig, en zelfs na die eerste oorlog werd er hard gewerkt aan wat later een gigantische bubbel bleek te zijn.
“Zij die niet van de geschiedenis leren zijn gedoemd deze opnieuw te beleven”, of anders – wellicht iets minder pretentieus – verwoord: “Een ezel, in het gemeen, stoot zich geen tweede maal aan dezelfde steen”.