Het blijft bizar om te constateren dat er in een stad met ruim zeshonderdduizend inwoners niet meer geïnteresseerden wonen voor een potje rock & roll dan het handjevol bezoekers dat zich vanavond in een halve cirkel voor het podium in Rotown meldt, zeker met het oog op de vervroegde doordeweekse aanvangstijd. Helaas constateren we dat niet voor het eerst op dit medium en gelukkig wordt het ongelijk van de thuisblijver vanavond voor de zoveelste keer bewezen.
Enfin, genoeg over de mensen die er niet waren. De mensen die er wel waren zullen vreemd op hebben gekeken toen Ezra Furman even na half negen het podium beklom: ielig, overduidelijk onder invloed van de nodige genotsmiddelen en gehuld in een minirok met daaronder keurig geschoren benen. Wanneer de dienstdoende lichttechnicus de markante verschijning heeft gevonden merken we zelfs op dat zijn lippen felrood zijn gestift. Als hij even later op knullige wijze zijn hoofd stoot tegen de microfoonstandaard en daarmee zijn zonnebril lanceert houden we ons hart vast. Het moge duidelijk zijn dat achter de vuige rock ’n roll die klinkt als een samenwerking tussen The Strange Boys, Deer Tick en goedkope Amerikaanse whiskey een kleurrijk personage schuilt. Nog voor het openingsnummer kijkt de giechelende Furman nog even iedere bezoeker met zijn priemende oogjes aan om de ongemakkelijkheid tot een hoogtepunt te brengen.
Zodra de drummer aftikt komt er een abrupt einde aan alle ongemakkelijkheid en realiseert het gros van de bezoekers al snel dat het vanavond wel goed zit. Furman zelf is bijzonder goed bij stem, gedurende het hele optreden weet hij met zijn rauwe, doorleefde stem op indrukwekkende wijze zijn teksten de zaal in te spuwen. Zijn begeleidingsband is een kwartet muzikanten met een vrij anonieme uitstraling die intussen wel op fenomenale wijze Ezra in goede banen weten te leiden met daarin een hoofdrol voor saxofonist Tim Sandunsky.
Ondanks zijn jeugdige overkomen heeft Furman al een aardig CV weten op te bouwen. Tijdens zijn studietijd aan Tufts University in de periferie van Boston vormde hij in 2006 een band met The Harpoons, het collectief produceerde een drietal albums waarna Furman ook nog een soloalbum schreef en afgelopen jaar een nieuwe plaat bracht met een nieuwe band, The Boyfriends. Het heeft hem een sterk en divers repertoire opgeleverd waaruit hij vanavond naar hartenlust kan putten. Zo krijgen we het bescheiden hitje My Zero, uptempo albumtracks van zijn jongste worp als Maybe God Is a Train en Walk On In Darkness die het stilstaan enorm bemoeilijken maar ook ouder werk zoals het indrukwekkend gebrachte American Soil en het ronduit geestige Take Off Your Sunglasses, er is daarnaast zelfs nog ruimte gevonden voor een Springsteen cover (Hungry Heart).
Het is al bij al een lastige exercitie om een absoluut hoogtepunt aan te wijzen maar het staat als een paal boven water dat Ezra Furman & The Boyfriends rond de kerstdagen gaat opduiken in een handvol jaarlijsten van Rotterdamse muziekliefhebbers.