De band speelt voornamelijk materiaal van het tweede album ‘From Clay To Figures’. Een album met een voller geluid dan het debuut ‘TBC’. Ondanks de rijkere composities gaat er geen enkel detail verloren, Amatorski lijkt enorm goed op elkaar ingespeeld. Zonder naar elkaar te kijken wordt elke toetsaanslag en elke noot van de gitaar perfect afgeleverd en dit alles zonder dat het klinisch wordt. Drummer Christophe Claeys gaat uiterst subtiel te werk. Soms gebruikt hij slechts zijn blote handen. De floortom doet vaker dienst als bijzettafel om enkele attributen kwijt te kunnen dan als slaginstrument. De cymbalen worden letterlijk gestreeld met de punt van zijn drumstok, en op een gegeven moment is het niet zeker of hij het resoneren van zijn snare bewust beïnvloedt of dat hij opgaat in de muziek. Zodra erom gevraagd wordt, is het voor Christophe echter geen probleem om met flinke slagen bij te dragen aan de grotere gebaren.
Nieuw materiaal Amatorski maakt indruk in Rotterdam
Grootser geluid pakt ook in Rotown het publiek in
Een week eerder stond de driekoppige band nog in het voorprogramma van Stromae in Nancy, komende donderdag staan ze in de Ziggo Dome. Dit weekend mochten ze een kleiner publiek betoveren in Doornroosje en de Ekko, vanavond 16 november was het de beurt aan Rotown. De zaal was niet uitverkocht, maar voor een zondag stond het toch behoorlijk vol.
Zangeres Inne Eysermans en gitarist/bassist van den Branden bedienen beiden synths die samen met het drumstel het podium van Rotown kleiner dan normaal maken. Veel ruimte is er ook niet nodig op het podium voor het optreden van het drietal. Die ruimte is wel terug te vinden in de muziek. Want hoewel het ruimtelijke geluid van de eerste plaat meer opvulling heeft gekregen, is er tijdens de opbouw van de nummers genoeg plaats om ieder afzonderlijk onderdeel een plek te geven. Inne bedankt tussen enkele nummers voor de ontvangst in ‘Rotjeknor’. In het Vlaams klinkt de bijnaam van de stad heel anders dan de originele auteur waarschijnlijk ooit bedacht had, maar van deze Belgen pikt het publiek het.
Vrijwel alle nummers van het nieuwste album komen voorbij. Halverwege wordt er langdurig aan de vele synthknoppen gedraaid om bij wijze van intermezzo iets te creëren wat doet denken aan een soundscape. Dit is niet aan iedereen in de zaal besteed, maar de meerderheid beweegt het hoofd op het ritme. Een enkeling stampt met zijn voet op de maat mee, wat nog een extra dimensie geeft aan het steeds groter wordende kabaal op het podium. Plots wordt één van de singles van het nieuwe album ingezet wat een beetje voelt als een anticlimax na het overdonderende geraas wat eraan vooraf ging.
Er lijken weinig nummers herkend te worden als publiekslieveling, maar dat deert niemand. Het vreemdste moment kwam toen enkele toeschouwers verstoord omkeken naar twee mensen die iets te luid in een Slavische taal met elkaar in gesprek waren. Het liedje ‘Come home’, van de waterflesjesreclame, heeft zich ook aangepast aan de nieuwe bezetting en sound van de band. Maar er is niemand die zich lijkt te storen aan het gebrek aan herkenning in deze versie. En waarom zouden ze ook. Het zou te ver gaan om te zeggen dat Amatorski zich opnieuw heeft uitgevonden, maar zonder hun eigen herkenbare geluid te verliezen hebben de drie bandleden een plaat gemaakt die ze op tournee met Stromae mee kunnen brengen, en die ook in intiemere setting een schitterende beleving maakt.