Thomas Azier biologeert Rotterdamse Maassilo

Groots op een paar vierkante meter

Stan Houppermans | Foto's: Sandra Grootenboer ,

Een recentelijk gepubliceerd interview met Thomas Azier in Escquire stond afgelopen dagen, bij diverse media, model voor het hanteren van de copy paste knop. Een gemiste kans om nader kennis te maken met een aanstormende wereldster, want in het huidige muzikale polderlandschap van singer-songwriters en overbetaalde vierkwartsmaatgrossiers is hij het snelst groeiende aandeel waar je geestelijk fortuin mee kunt maken. Op zaterdag 25 oktober ademde deze klankenalchemist in de Rotterdamse Maassilo, geflankeerd door zijn technologische alter ego, de mondiale sfeer van het nachtleven in de ondergrondse van Berlijn.

Het nog steeds ontbreken van een volwaardig Rotterdams poppodium, voedt de heimwee naar het Nighttown van de jaren negentig. Toch past onder regie van Rotown, de industriële ruimte van de voormalige graansilo op Zuid naadloos bij de titanium klanken van Azier. Met gesloten ogen smaakt het in verbeelding als een eigentijdse cocktail van Krafwerk, New Order en een vleugje Depeche Mode. Een eerste blik op de zorgvuldig belichte zanger herinnert aan een jonge Bowie. De bezoeker consumeert en Thomas Azier schenkt onuitputtelijk. 

Met de wetenschap dat straks de klok een uur achteruit gaat, is er geen beter begin te bedenken voor de ongetwijfeld lange nacht die in het verschiet ligt. Althans zo lijkt het. Toch heeft het binnendruppelde publiek, waarmee de ruimte voor de helft is gevuld, even tijd nodig om de stortvloed aan elektronische klanken tot zich te nemen. Eerst moeten selfies worden gecommuniceerd die aanwezigheid bewijzen bij Facebook- vrienden. Het kan Azier niet deren. Zijn performance staat vanaf de eerste druk op de knop van een ondefinieerbaar apparaat, als een huis.  

Met het inzetten van ‘Red eyes’ reageert het publiek collectief, en beginnen rechter gympies voorzichtig ritmisch te bewegen. Het staat in schil contrast met de geregisseerde losbandigheid op het podium. Het roept zelfs een zekere vorm van plaatsvervangende schaamte op, omdat het eerder thuishoort in het decor van een uitzinnige menigte. Zo niet Rotterdammers. Die aanschouwen en laten het allemaal met rustige beheersing over zich heenkomen. 

Met de massamediaal vertolkte successen van 2014, sluit Thomas Azier zijn zegetour voor dit jaar af in de stad die past bij de hedendaagse architectonische klanken van een performer die niet had misstaan in The Factory van Andy Warhol. Toch klinkt het bijna vreemd als hij het publiek in Nederlands toespreekt. Want Azier is van wereldformaat, en de mondiale verovering is aanstaande. Waar een klein land al niet groot in kan zijn.