Vraag aan een muzikant wat hij of zij het allerleukste onderdeel van het muzikantenleven vindt, en je zult (bijna) altijd hetzelfde antwoord krijgen: optreden. Tuurlijk, afgesloten op je zolderkamer met een gitaartje of keyboardje werken aan nieuwe songs heeft z’n charme. Repeteren in de repetitieruimte met je band kan een hoop voldoening geven. En liedjes écht tot leven laten komen in de studio geeft een kick. Het verbleekt echter allemaal bij de ervaring die live optreden heet.
Bijna magische krachten
Dat is, zoetsappig als het klinkt, volledig te danken aan het aanwezige publiek. Mijn voormalig zangleraar Caspar de Jonge vertelde me in het verleden al vaak over de energie die je als muzikant (en zeker als zanger) moet geven op het podium. Jij moet als eerste die energie geven, om vervolgens ook energie van het publiek terug te kunnen krijgen. Die wisselwerking is de basis van ieder geslaagd optreden. Zelfs als je er niet zelf bij bent geweest, maar bijvoorbeeld een DVD van een concert bekijkt, kun je in sommige gevallen de positieve krachten tussen artiest en publiek voelen. Het is bijna magisch. Het publiek gaat niet voor niets met een goed gevoel weer naar huis na zo’n type show.
Met die wijsheid op zak stond ik vroeger al regelmatig op een podium, met bekende liedjes van anderen. Ik zong jazzstandards in de tijd dat ik mijn eigen jazzbandje had, waarbij ik ervaring opdeed met verschillende soorten optredens. Er is een wezenlijk verschil of je voor een luisterend, betrokken publiek speelt of meer een veredeld live-variant van een achtergrond-CDtje bent. Beide soorten optredens vereisen een andere aanpak.
Glitter & Glamour
De eerste keer dat ik voor zo’n avondje “achtergrondmuziek” geboekt was, ik was nog jong en naïef moet ik erbij vermelden, ging ik letterlijk met tranen in mijn ogen naar huis. “Was dit nou het muzikantenleven?”, vroeg ik me op de terugreis af. Later realiseerde ik me pas dat ik er met de verkeerde instelling naartoe gegaan was. Wie altijd glitter en glamour als muzikant verwacht, is al snel een illusie armer. Soms is het ook gewoon werk, waar de goedbedoelende amateur nog minder aan overhoudt dan een gemiddelde vakkenvuller.
Enkele jaren later werd ik de frontman van een bigband. Eén voordeel voor wie graag voor een luisterend publiek speelt: een bigband wordt nooit als achtergrondmuziek geboekt, al was het maar omdat bij de eerste noot van de 12 blazers een normaal gesprek voeren per direct totaal onmogelijk wordt. Fijn: meer show, meer glitter en glamour dus… maar nog steeds zong ik de liedjes van anderen. Klassiekers die vaak al decennialang hun kwaliteit hebben bewezen, maar ook een beetje uitgekauwde stukken die al eerder door vele andere artiesten zijn uitgevoerd.