Het is zaterdag, het is koud en het is tijd voor de tweede voorronde van De Grote Prijs van Dordt. Vanavond gaan weer vijf bands de strijd met elkaar aan om zowel de jury als het publiek te overtuigen dat ze waardig zijn om onder andere te spelen op Wantijpop deze zomer.

Na de vorige ronde, loud, zijn vanavond de bands in de categorie rock aan de beurt. Rock in de breedste zin van het woord, blijkt al snel, want gezien de diversiteit in muziek lijkt het haast onmogelijk te zijn geworden voor de Popcentrale om bands te voorzien van soortgelijke tegenstanders.

Mr Overdrive

Mr Overdrive

De eerste band die het podium betreedt is Mr Overdrive, een Rotterdamse driemansformatie. Ze spelen niet in de standaard rockopstelling, maar met drums, bas en een Korg MS-20. Daarnaast gebruikt de toetsenist ook nog elektronische drums die de ritmische partij van de al aanwezige drummer nog meer versterken.
 
Het gebrek aan een gitarist lijkt voor deze band geen gemis, maar eerder een versterking. De baspartijen gaan over de gehele hals en door de hevige overdrive lijken dit soms bijna zware gitaarakkoorden, zeer passend bij het karakter van de muziek. In combinatie met de denderende synthesizer, die de bas- en melodiepartijen moeiteloos afwisselt met zijn tegenhanger op vier snaren, ontstaat een interessante estafette van grommende en brullende instrumenten.
 
De zang, vooral van de bassist en van tijd tot tijd ook van de toetsenist, is daarentegen niet heel krachtig en valt daardoor haast in het niet bij het muzikale gestuw. Invloeden van bands als De Staat en Royal Blood liggen er wel bovenop, maar het is totaal geen schaamte om van dit soort bands te leren.
 
De heren hebben geen tijd te verliezen en laten de nummers deze twintig minuten moeiteloos in elkaar overvloeien, door slim gebruik van drones die de MS-20 aan het einde van (bijna) iedere song laat klinken. Applaus moet maar op zich laten wachten, en aan het einde van hun set is de zaal een stuk voller en is er dus meer volk om de handen op elkaar te slaan.
 
Hoofden moeten op en neer bij het horen van de muziek van deze heren. De baslijnen dreunen door de speakers en ook al is Mr Overdrive de opener van de avond, zal de rest van de bands echt even goed hun keel moeten schrapen om het niveau bij te kunnen houden of geheel te overtreffen.

BoneYard

BoneYard

Het Schiedamse BoneYard is de tweede band die vanavond op het podium stapt. Meteen zetten de mannen hun opzwepende hardrock in. Geen tijd voor een rustige introductie, deze band wil knallen en gaat ervoor om dat direct te doen. De energie zit er bij de vier heren goed in en al bij het eerste nummer worden de shreddende solo’s ingezet. Ze lijken echter wel overhaast met de twintig minuten tijd die ze krijgen om het publiek te overtuigen. Van opbouw in snelheid lijkt namelijk geen sprake en ze knallen er meteen hard in.
 
‘Wij zijn BoneYard, we bestaan al een tijdje maar treden niet zo vaak op. Daar willen we verandering in brengen,’ vertelt de frontman toch maar even na het eerste nummer. Dat het maar duidelijk mag zijn dus.
 
Over de technische vaardigheden van zowel de leadgitarist als de bassist valt niets te klagen en de zanger heeft een aangename ruwe rand aan zijn stem, maar de drumpartij lijkt soms wat achter de hogesnelheidstrein genaamd BoneYard aan te rennen. Het zou het algehele muzikale plaatje misschien sieren als het iets trager was, zodat iedereen strak uit de voeten kan komen.
 
De nummers lijken te willen wisselen in energie, maar komen er toch steeds met 160 kilometer per uur uit. Dit kan een bewuste keuze zijn geweest, maar het lijkt meer een toevalligheid die te wijten valt aan de adrenaline die door de mannen heen giert. Ballads worden overgelaten aan de andere bands en op een enkele intro zonder al te veel effecten op gitaar, staat toch iedere keer de overdrive op standje Motörhead.
 
Het is ouderwetse hardrock volgens het boekje en dit is waar de vocalen ook in uitblinken. De stageperformance van de overige bandleden straalt plezier uit: er wordt regelmatig naar elkaar gelachen, maar de ondertussen redelijk gevulde zaal lijkt nog geduldig af te wachten op wat de andere bands te bieden hebben. Dat de heren de gemiddelde leeftijd van de aanwezige muzikanten nogal wat omhoog trekken, maakt ze niets uit: hardrock is voor alle leeftijden.

Rockford

Rockford

Ook Rockford is niet van plan het zachter aan te pakken dan hun voorgangers. Het tempo ligt dan wel een stuk lager, maar het volume alles behalve. Hierdoor valt de zangpartij, die overigens wel sterk is, een beetje weg onder de dreunende, ietwat dissonante bas en drums. De zanger lijkt ook wat drukker bezig met zijn gitaarpartij dan zijn vocalen en daardoor valt zijn stem soms nog iets verder weg.
 
De drummer speelt zijn partijen strak, maar in de eenvoud lijkt hij ook verveeld. Waar bij de vorige band bijna de complete set bestond uit drums die zo snel mogelijk moesten gaan om de rest bij te benen, speelt Rockford lekker op een rustiger tempo. Het zou ruimte moeten geven voor fills op de drums, maar alle momenten worden eigenlijk al opgeëist door gitaarlicks. Doordat de focus vooral op de frontman lijkt te liggen binnen de nummers, daar zit de energie zeker wel goed, lijken de overige twee bandleden puur aanwezig om hem te versterken en daarmee schieten ze zichzelf een beetje in de voeten.
 
Het is echter pas hun derde optreden als band, en dat maakt het helemaal geen verkeerde start. De energie die gestoken is in de bandperformance blinkt vooral uit bij de frontman, wiens werk dat uiteraard ook is. De bassist lijkt weinig van zijn plek te willen gaan: een aandachtspunt, maar gezien de korte levensduur van de band is dit iets wat zeker nog komen kan. Muzikaal werken de drie heren goed samen en de ritmesectie lijkt zeer goed op elkaar ingespeeld, wat weer ruimte genoeg geeft voor catchy gitaarpartijen. Al met al is Rockford dus totaal niet onplezierig om naar te kijken, en geeft het hoop dat ze, gezien hun vertoonde skills, nog veel vaker het podium mogen betreden.

Mental Shift

Mental Shift

Genoeg mannen achter de microfoon voor nu: het is tijd voor Mental Shift, all the way from Zwijndrecht. Deze female fronted viermansformatie speelt vanavond met een invalbassist, maar daar valt weinig van te merken. Hij speelt zijn partijen zoals ze lijken te horen. De gitarist lijkt aan de andere kant een beetje slordig van start te gaan en in combinatie met een zanglijn die symfonisch bedoeld is maar technisch niet al te sterk is (van tijd tot tijd net niet helemaal zuiver), maakt het de drums en bas de meest aangename partij van de band.
 
De intentie is goed: de muziek zit qua opbouw prima in elkaar, maar helaas lijkt dit niet de muziek waar de band sterk in is. Tijdens een sterke solo van de gitarist, die de smaak ondertussen wel te pakken heeft, loopt de vocaliste wat onhandig naar de zijkant van het podium, zichzelf half verschuilend achter de versterkers. Ze lijkt zich niet thuis te voelen als frontvrouw en wil dat de rest van de band opvult.
 
Als iémand het wel naar zijn zin heeft en die plek graag op zou willen eisen, is het wel de drummer, die met grote glimlach bombastisch zijn drumstokken in de lucht zwaait. Het maakt hem daarmee ook de meest charismatische persoon op het podium, wanneer ook tijdens andere nummers de zangeres weer naar haar plek achteraan het podium loopt.
 
Dat de bassist dus een invalpositie heeft, valt totaal niet op. Met brede glimlach speelt hij zijn partijen en doet dit overtuigend. De gitarist daarentegen speelt wat slordig, op de solo’s na. En mede door het schelle geluid, in combinatie met de instabiele zang, zal de band nog goed moeten werken aan hun samenspel.

Graftak

Graftak

Na het laatste kwartiertje changeover is het alweer tijd voor de laatste band: Graftak; een driemansformatie uit 010. De band heet zo, "want dat blijft lekker hangen bij de mensen." Hun eerste EP is recent uitgekomen en is gratis overal te beluisteren, zodat het publiek (volgens de frontman) geld overhoudt om aan andere bands uit te geven. Wat gul van ze.
 
De aanstekelijke punkrock ontbreekt niet aan energie en dat willen ze maar al te graag overbrengen aan het publiek. Ze hebben er alledrie zin in en dat is te merken. Eerlijk is eerlijk: het is niet de meest strakke band van de avond, maar ze maken het wel tot hun sterkte in plaats van een zwakte. Het is ongeorganiseerde punkrock waar het vooral draait om plezier maken en dat lukt Graftak zeker.
De partijen van alle leden zijn technisch niet de sterkste, maar met zijn drieën spelen ze wel één van de betere sets van de avond. Catchy als NoFX, vocals die even schreeuwerig durven te gaan als John Coffey: het maakt Graftak plezierig om naar te kijken. Lekker onhandig spelen met ‘woohoohoo’ en ‘nanana’ is hun sterkte en daar maken ze graag gebruik van. Het is een feestband en ook het publiek merkt dat. Er wordt gedanst en armen gaan de lucht in.
 
De leadzang wordt versterkt door de backing vocals van zowel de drummer als de bassist (die vooral de aanstekelijke ‘woohoo’s doen), en met zijn drieën maken ze gezelligheid in de vorm van punkrock. Het is dat de drummer achter haar drums moet blijven zitten, maar anders hadden ze alle drie over het hele podium gebounced.
 
De outfits zijn zorgvuldig uitgekozen en moeten de drie nog meer met elkaar verbinden, maar het sjaaltje bij het ruitjespak van de zanger lijkt in groot contrast te staan met de brullen die hij door de microfoon heen gooit. Misschien is dit wel een geheim wapen: de sjaal die zijn adamsappel nog net iets dieper in z’n keel duwt en dat extra randje geeft. Het draagt in ieder geval bij aan het totaalbeeld van de show.
 
Als enige band deze avond bedanken ze ook de aanwezigheid van de competitie bij naam en dat siert ze. Totdat ze daarna hun laatste nummer aankondigen: Minor Victory, dit lijkt heel sarcastisch, maar ze zeggen daarna half grappend dat hier op het podium spelen al een kleine overwinning op zich is. Een lieve laatste noot dus.

De winnaar

Voor de jury is het duidelijk: Mr Overdrive moet rechtstreeks naar de finale. Nu is het hopen voor de heren dat ze daar niet weer als eerste spelen, zodat een set beginnen voor een halve zaal geen vaste prik voor ze wordt. Aan de andere kant is de muziek sterk genoeg om het publiek naar binnen te trekken en vanaf het begin te boeien, dus wat hun startpositie ook mag zijn: dat moet goed komen.

De publieksprijs

En het publiek? Dat wil liever nog een keer feesten met de gezelligheid die uit Rotterdam is af komen reizen. Graftak heeft de meeste decibels ontvangen en mag zich daarmee publiekswinnaar van deze voorronde noemen. Als ze tijdens de halve finale weer zo’n set spelen, moet het geen probleem voor het drietal zijn om nog meer zieltjes te winnen dan ze deze avond al gedaan hebben.