De Amsterdammers touren nog tot eind december door Europa, om na een korte pauze hun veroveringstocht in maart weer te vervolgen. Maar eerst is Rotterdam aan de beurt. Twintig minuten later dan verwacht nemen Cato van Dijck, Joost van Dijck en Daniel Johnston in een mist van rook hun positie op het podium in. De mystiek wordt versterkt door het instrumentale 'By the bright of night', dat de soundtrack voor een
exotische film kon zijn. 'Mounaiki' volgt. Op de staccato gitaaraccenten
licht het podium telkens een seconde op, zodat we een glimp van het trio kunnen opvangen. Staand in een driehoeksopstelling vormen ze een solide eenheid, zonder Cato teveel naar voren te schuiven als frontvrouw. Toch vervult ze die rol met verve. Ze draagt een dunne zwarte kimono met zilveren accenten en laat haar stem kronkelen als een slangenmens.
De lange nazomer is nu echt afgelopen. Buiten is het bitter koud, binnen is het behaaglijk. In een volledig uitverkocht Annabel proberen bezoekers grotendeels op de tast een goed plekje te vinden. My Baby staat vanavond op het affiche en het lijkt wel alsof het om een rondreizend rariteitenkabinet gaat: dit moet je met eigen ogen en oren zien en horen. De Nederlands/Nieuw-Zeelandse band staat bekend om hun smeltkroes aan stijlen – blues, folk, country, wereldmuziek, soul en funk – en hun psychedelische podiumpresentatie. Niet voor niets speelden ze de grote festivals plat (Glastonbury maarliefst 10 keer!) en wonnen ze een Edison voor hun tweede plaat 'Shamanaid'.
Begin deze maand verscheen MOUNAIKI ~ By The Bright Of Night. Een
conceptalbum over een jonge vrouw die tijdens een nachtelijke
ontdekkingsreis een spirituele transformatie doormaakt. Gitarist Daniel
legt een mooie parallel in een spoken word-intermezzo waarin hij de
congregatie toespreekt "to become the most powerful, free, crazy,
beautiful, most outrageous versions of ourselves that we can possibly be."
MY BABY leidt ons door middel van hun hartslagverhogende klanken als
ware het een ritueel door deze zielenreis. Omdat elk nummer op het
nieuwe album een scène uit het verhaal verbeeldt, worden ze ook in deze volgorde gespeeld. Dat de band uit slechts drie personen bestaat zou je bijna vergeten. Gezamenlijk beschikken ze over een instrumentarium van verschillende soorten vocalen, drums, gitaar, bas, mandoline, keyboard en viool, waarbij de hoofdrol toch wel is weggelegd voor de ritmesectie.
Dit levert veel nummers op die geen duidelijke kop en staart hebben,
waarbij herkenbare melodieën lang op zich laten wachten en er weinig
verstaanbare tekst is om mee te zingen. Alles is nogal uitgesponnen en
afhankelijk van je mindset kan je geduld zo aardig op de proef worden
gesteld. Maar als je het toelaat brengt het meeslepende metrum je in een trance. Sommige mensen klappen mee, op de down- of afterbeat. Een hedendaagse variant van de drumcirkel.
Ongemerkt glipt Cato even weg tijdens een gitaarpassage. Als daarna 'In
the club' wordt ingezet, kondigt Daniel als ceremoniemeester de fictieve
bandmuze aan en de zangeres verschijnt weer op het podium, gekleed als 'flapper girl', die zo de jaren twintig lijkt te zijn weggelopen.
Na anderhalf uur staat het zweet bij velen wel op het voorhoofd. Er is
niet alleen nieuw werk gespeeld maar ook ouder materiaal, zoals 'Love
dance', 'Remedy' en 'Seeing red'. Tijd om op adem te komen is er niet,
want na een vurig applaus is er nog een lange toegift waarbij het tempo
weer flink hoog ligt. Dansen zul je, loskomen van wie je denkt te moeten
zijn. Daar is deze muziek voor gemaakt.