De Rotterdamse bioscoop KINO, vorig jaar oktober geopend in het voormalige theater/filmhuis LantarenVenster aan de Gouvernestraat, draait in zijn vier zalen voornamelijk filmhuisfilms. Maar als er een mooie match gemaakt kan worden, in samenwerking met Modular, laten de programmeurs dat niet na. ‘Dus’, na de documentaire Planet Elektro (2016) van Leo Blokhuis, gaf aansluitend in zaal 1 Colin Benders (aka Kyteman) een demonstratie van de mogelijkheden van zijn imposante modulaire synthesizer.

Blokhuis’ geschiedenis van elektronische muziek begint bij de uitvinding van de modulaire synthesizer door Robert Moog in de jaren zestig. Het geluid van de Moog veroverde de (muziek)wereld met ‘Switched on Bach’, een plaat van Wendy Carlos met opmerkelijke analoge synthesizerversies van de grote componist (aanrader voor de avontuurlijke luisteraar, afrader voor de Bach-purist). Het geluid viel onder meer Stevie Wonder en Rick Wakeman (Yes) op. De introductie van de mini-Moog gaf toetsenisten een wapen in handen dat een geluid produceerde, waarvoor gitaristen bibberend op de vlucht sloegen, aldus laatstgenoemde.

Toen ook aan de andere kant van de wereld het Japanse Roland zijn synthesizers in (massa)productie ging nemen, was de overrompelende entree van de elektronica in de populaire muziek een feit. Kraftwerk bouwde met eigen instrumenten een nieuw, nog steeds invloedrijk, geluid en Giorgio Moroder bracht de Moog naar de dansvloer. Toen ook de samplers en sequencers (het Australische Fairlight), de drumcomputers en de LinnDrum hun intrede deden, was het elektronische stempel op de popmuziek een gegeven geworden. Een compleet decennium werden de hitparades er door gedomineerd (Depeche Mode, Spandau Ballet, OMD, Ultravox). En ook daarna. De hiphop ging aan de haal met de Roland 808, de 909 was nauw betrokken bij de geboorte van de house, eind jaren tachtig in Chicago.

"De introductie van de mini-Moog gaf toetsenisten een wapen in handen dat een geluid produceerde, waarvoor gitaristen bibberend op de vlucht sloegen"

 

Blokhuis eindigt waar de avond in KINO verder gaat: bij de huidige generatie jonge muzikanten die een vorm zoekt om de elektronica, die inmiddels voor iedereen beschikbaar is, op een eigen manier te gebruiken. Colin Benders grijpt terug naar het begin van Planet Elektro. De modulaire synthesizer, waarin het basisgeluid (white noise) door een muur van knipperende modules en gekleurde spaghetti wordt getrokken. Naar eigen smaak samen te stellen, dus altijd goed voor een eigen geluid. 

Alle bioscoopstoelen zijn bezet als Benders aan de eerste knoppen draait. Al snel is de helft van de stoelen leeg. Die mensen staan voor het podium op te gaan in een meeslepende luister- en kijkervaring van een uur of twee. Wie blijft zitten, trilt mee op de bassen, beats en bliepjes. Met dit instrument sta je als muzikant met je rug naar je publiek. Benders kijkt regelmatig over zijn schouder en ziet met een glimlach dat iedereen een mooie avond heeft. Zulke combinaties mag KINO vaker maken.

 

Colin Benders in KINO, Rotterdam