Op het debuutalbum van Drunken Dolly krijgen we veertien nummers voorgeschoteld in de traditie van Green Day & Blink-182. Met één belangrijk verschil; het altijd kenmerkende geluid van de mandoline en banjo ter ondersteuning van de snelle punksongs. Waardoor je eerder gaat denken aan Flogging Molly en misschien nog wel het meeste aan Dropkick Murphys (bij de laatste hebben ze dit jaar ook de aftershow gedaan in de AFAS). Op het tweede nummer ‘No Regret’ wordt er zelfs zo snel getokkeld dat je je afvraagt of de duimen van de gitarist niet het slachtoffer zijn van wekelijks terugkerende grote blaren.
Een dreigende nucleaire oorlog, natuurrampen, een groter wordende kloof tussen arm en rijk; allemaal redenen voor mening muzikant om de folk gitaar op te pakken en om de toestand van de wereld kritisch te bezingen. Dunken Dolly pakt ook de folk gitaar op. Alleen hoeven we van deze punkrockband geen maatschappijkritiek te verwachten. Integendeel, volgens Dronken Dolly is het gewoon beter om feestend en zuipend de apocalyps tegemoet te gaan. Dit wordt mooi bezongen in openingsnummer ‘Endless Party’.
De teksten gaan voornamelijk over drank, en ook een beetje over relaties en de dagelijkse sleur van werken. En soms lukt het de band om deze onderwerpen te combineren in een nummer. Deze nummers kunnen, door de altijd poppy refreintjes, heerlijk meegeschreeuwd worden. Dit wordt versterkt door de tweestemmige koortjes die voor de afwisseling zorgen tussen de nummers.
In het laatste nummer ‘Alcoholic Rhapsody’ komen alle hierboven beschreven kenmerken van Drunken Dolly mooi samen. Een logisch gevolg van zoveel over drank zingen is dat het lastiger wordt om duidelijk te articuleren. Het album sluit dan ook in stijl af: de hele band zingt al lallend ‘la la la la la’. De kater komt later.