Afscheid van het boegbeeld van het hedendaagse Walhalla

Toine Fiselier – geduld, doorpakken, de kelder van Elegast en de verbouwing

Door: René Simmelink ,

Zijn vader is bestuurslid van Artez in Enschede, verantwoordelijk voor de bacheloropleidingen en studeerde klassiek zang, evenals zijn zus en zijn achter-oom. Al met al een keurslijf aan muzikale inspiratie op jonge leeftijd; dat Toine Fiselier over muzikale roots beschikt en deze met de paplepel ingegoten kreeg mag duidelijk zijn. Toch was het juist voor hemzelf een grote verrassing dat hij deze ervaringen ook daadwerkelijk succesvol ging toepassen.
Sinds januari dit jaar is hij programmeur-af bij Stichting Walhalla in Deventer; een aderlating voor zowel het podium als voor de rest van cultureel Deventer.

De gepassioneerde twintiger oogt in eerste instantie als een ware benjamin die zich kostelijk vermaakt in zijn jeugdhonk. Maar schijn bedriegt... want ondanks de prille leeftijd van 23 jaar beschikt hij inmiddels over een schat aan ervaring op organisatorisch en bestuurlijk vlak, waarin hij zich in de afgelopen jammer nimmer heeft laten leiden door een hokjesgeest.
Terwijl menig hipster meent ‘out-of-the-box’ te moeten denken, heeft Toine de afgelopen twee jaar bewezen een sterke frontman te zijn binnen de alternatieve sector van Deventer, zonder daarin afbreuk te doen aan leeftijd of muziekstijl. Een gezicht dat je op vele plekken in de stad terug zag: van raadsvergadering tot afterparty, van tentoonstelling tot metal concert. Al die gedifferentieerde ervaringen nam hij mee om zijn Walhalla te doen ontplooien. De complete verbouwing van het huidige pand, vorig jaar zomer, was de uiteindelijke kers op de taart richting zijn afscheid. Tijd voor een korte terugblik en een kijkje in de geest en de dromen van een groot liefhebber op muzikaal en cultureel gebied.

Walhalla, van origine een gekraakte Boreelkazerne, heeft sinds het ontstaan in 1999 de functie van jongerencentrum bekleed. Brink 21 en de Noordenbergstraat waren locaties waar in het verleden invulling werd gegeven aan deze corebusiness op vrijwillige basis. De ruggengraat van de activiteiten werd altijd gevormd door muzikale evenementen. Denk hierbij aan concerten en de legendarische jamsessies, die al sinds het prille begin worden gehouden op de eerste vrijdagavond van de maand. De jongerenstichting stond destijds vooral bekend om haar gothic-liefhebbende bezoekers en de programmering bestond voornamelijk uit punk bands. Een eigen karakter, een eigen sfeer - maar daarmee ontstond tevens een kloof met de rest van de stad.
Toen Gilian van Boheemen in 2013 afscheid nam als programmeur hoefde Toine Fiselier, die toen al de functie van secretaris vervulde binnen de organisatie, niet lang na te denken. Hij stelde zichzelf kandidaat en werd via een sollicitatieronde benoemd tot programmeur. Een gouden zet voor zowel het podium als voor zijn eigen ontwikkeling. Op puberale leeftijd verzette hij zich nog tegen de muziekindustrie, aangezien zijn halve familie daar werkzaam in was, maar zijn bezigheden bij Walhalla, die vanaf begin tot eind louter op vrijwillige basis hebben plaatsgevonden, zijn de reden geweest dat hij zijn huidige studie Music Management aan de HKU is gestart.

Een wisselwerking tussen studie en vrije tijd, die vanaf dat moment prima parallel liep. Inmiddels doorloopt hij het derde jaar en vertroetelt hij zijn werkzaamheden binnen de stichting als ‘een speeltuin om een deel van de opleiding in de praktijk om te zetten’ en blijkt de industrie hem veel meer te liggen dan hij aanvankelijk dacht. “Ik heb als programmeur een eigen swing kunnen geven aan de invulling binnen Walhalla. De alternatieve scene was ouder en kleiner geworden. En diezelfde scene bleek heel isolerend te kunnen werken en daarmee werd eveneens een geïsoleerde positie in de culturele sector ingenomen. Dat schepte voor mij mogelijkheden om een verbreding van het muzikale programma in te voeren en daarmee een nieuwe lichting jongeren aan Walhalla te binden.”
En zo geschiedde: de naamsbekendheid werd vergroot en er kwam meer stabiliteit tussen het jongerenwerk en de uitgaansavonden, waarmee werd bewezen dat deze wel degelijk een maatschappelijke functie konden bekleden.

Dit ging echter niet zonder slag of stoot. “De beperkingen van het pand waren vaak een obstakel, evenals de soms lastige communicatie met instanties als de gemeente. De sluitingstijd ging van 2 naar 1 uur en het werken met louter vrijwilligers heeft uiteraard niet alleen positieve kanten. Maar in de 2,5 jaar dat ik in deze functie werkzaam ben geweest heb ik wel geleerd om geduld te hebben en door te pakken. Ik heb daarin een dikkere huid gekregen en geleerd om niet op de kleine dingen te blijven hangen, maar naar de toekomst te kijken. Inmiddels beschikt Walhalla over zo’n vijftig vrijwilligers, waarbij velen in een eigen vakgebied zijn afgestudeerd. Veel hiervan hebben een persoonlijke ontwikkeling doorgemaakt bij de Stichting, niet alleen op muzikaal gebied, maar ook innerlijk. Er is daardoor veel minder doorloop ontstaan, en dat is prachtig om te zien.”

Met de versterkte organisatie en binding aan de ene kant en de beperkte mogelijkheden van de huisvesting anderzijds, leek anderhalf jaar geleden een droom in vervulling te gaan. Tijdens een telefonisch onderonsje met Fonz Scheepstra, die net de switch had gemaakt van de Elegast naar De Hip, liet Fiselier merken meer dan geïnteresseerd te zijn in een move naar de Brink, naar deze kelder vol nostalgie. Scheepstra deelde uiteindelijk die mening en er ontstond een ellenlange communicatie met N.V. Bergkwartier, eigenaar van de ondergrondse locatie.
Vol overtuiging werd, onder leiding van Fiselier, een compleet ondernemingsplan geschreven. Tal van gesprekken volgden, maar uiteindelijk zonder positief resultaat. Het klassieke pand verloor daarmee al haar vergunningen en wacht nog steeds op een nieuwe bestemming. “Een zwarte bladzijde in mijn tijd bij Walhalla”, aldus Fiselier, die zijn teleurstelling nog immer niet onder stoelen of banken kan steken. “Het wegvallen van de Elegast heeft een heel groot gat achter gelaten in Deventer. De Hip heeft dit niet kunnen opvangen. Een groot deel van het publiek is anders, veel mensen die eerder kwamen gaan nu naar andere steden. Ik ben er van overtuigd dat wij de geschikte partij waren om dat gat op te vangen. De sfeer van dat pand is sindsdien nergens meer geëvenaard.”

Vanwege het wegvallen van de Elegast-optie volgde een noodzakelijke verbouwing aan het huidige pand aan Achter de Muren-Zandpoort, waarna Fiselier bij de start van dit jaar met opgeheven hoofd afscheid kon nemen als programmeur en penningmeester. Momenteel is hij een onderzoek aan het afronden op het gebied van klassieke muziek en haar bezoekers in opdracht van TivoliVredenburg, en aankomende maand start hij met een productiestage bij poppodium De Gigant in Apeldoorn.

Walhalla gaat hem missen… evenals de rest van de culturele sector in en rondom de Koekstad.