De zaal van Hedon liep al aardig vol toen de broers van Tangerine hun eerste nummer inzetten. Gewapend met twee gitaren en een mondharmonica speelde het duo, dat ook al eens in de halve finale van de Grote Prijs van Nederland stond, overtuigend hun liedjes. Met hun droge humor wisten ze het publiek te raken, hoewel tijdens de nummers veel gekletst werd. Het publiek kwam duidelijk voor Tim Knol.
Enkele minuten nadat Tangerine het podium had verlaten, kwam hoofdact Tim Knol het podium op. In zijn eentje speelde hij een gevoelig nummer. In het publiek kon je een speld horen vallen. Later in de set kreeg hij bijval van zijn uitstekend spelende band, waarin Anne Soldaat op gitaar altijd weer positief opvalt. Maar ook de drukke, bijna hyperactieve Matthijs van Duijvenbode, viel op. En niet alleen door zijn nieuwe hoed. Dat de band goed op elkaar is ingespeeld bleek ook uit de ‘inside jokes’. Op het podium werd om de grappen gelachen, maar het publiek kreeg niet altijd mee waar het over ging. Toch was het tof om te zien dat de band het naar hun zin heeft.
Tim Knol moet het niet hebben van een sprankelende live performance, hoewel hij wel overtuigend overkwam. Het publiek stond vooral te luisteren naar de sterke songs, in plaats van los te gaan. Veel meedeinende hoofden gaf aan dat het publiek zichtbaar aan het genieten was. In het tweede deel van de show werden naast een lange jamsessie hits als ‘Sam’, ‘When I Am King’ en ‘Gonna Get There’ gespeeld. Als extra toegift speelde Tim, wederom in zijn eentje, een emotioneel liedje dat hij heeft geschreven voor vrienden die hun zoontje zijn verloren aan de ziekte Duchenne. Het publiek durfde bijna geen adem te halen, zo leek het. Het was een mooie avond en met een goed gevoel liep uw verslaggeefster de zaal uit.