20 jaar Heideroosjes: van kippenhok naar kiplekker op het podium

Heideroosjes vieren jubileum uitbundig

Tekst: Nancy Boswerger Foto’s: Jeroen Bruggenwirth ,

Een circlepit, wall of death of een achterwaartse pit. Voor het publiek is geen blauwe plek genoeg. Alle oude klassiekers worden gespeeld, ook de nummers waar de heren zelf al vijftien jaar geleden op waren uitgekeken. Het publiek doet trouw mee. Bij “Sjonnie en Anita” wordt vrolijk mee ge-broemt-broemt.

Heideroosjes vieren jubileum uitbundig

Zweetdruppels vallen van het podium. Een been van de zanger maait over de hoofden van de gelukkigen die vooraan bij het podium staan. Niemand is veilig voor de uitbundig moshende menigte op zaterdag 31 oktober. Een fanatiekeling doet zo’n vijf keer een poging tot crowdsurfing. Met enkel blauwe plekken en een bloedneus tot gevolg. Het is heftig vanavond bij de Heideroosjes. Heftig in de goede zin van het woord. De energie van de oude punkers is te voelen tot ver achterin de zaal van Atak. Strakke gitaarpartijen schallen door de speakers en door het publiek wordt uit volle borst mee gebruld.  

Voor de Heideroosjes speelt een band die de energie van de mannen bij verre na niet kan evenaren. The Harries, een punkband bestaand uit begin dertigers. Het is hard en het is punk. De energie en beweging die bij dit genre hoort is echter ver te zoeken. Het publiek blijft dan ook schuchter achterin de zaal. Van de overige ruimte wordt dankbaar gebruik gemaakt. Voor het podium ontstaat iets wat op een pit moet lijken.  Hier en daar klinkt een valse noot. Het kale hoofd van de drummer glimt door inspanning. Ondanks de minpuntjes zijn The Harries instrumentaal strak en klinkt het lekker. Helemaal eerlijk is het natuurlijk niet om ze te vergelijken met de Heideroosjes. Een band die al twintig jaar de podia van Nederland onveilig maakt.  

En dat is precies wat we vanavond vieren. Het twintigjarige bestaan van de Heideroosjes. Begonnen de vier mannen twintig jaar geleden in een kippenhok, vanavond voelen ze zich kiplekker op het podium van Atak.  De zanger kan geen moment stil staan, zwaait met zowel armen, benen als hoofd in het rond. De bassist heeft zich zoals gewoonlijk weer heerlijk uitgedost. Dit keer gaat hij voor een zwart pak met zilver glitterende bewerking. De gitarist en de drummer spelen gewoon retestrak. En Atak? Mosht zich de benen onder het lijf vandaan. Een circlepit, wall of death of een achterwaartse pit. Voor het publiek is geen blauwe plek genoeg. Alle oude klassiekers worden gespeeld, ook de nummers waar de heren zelf al vijftien jaar geleden op waren uitgekeken. Het publiek doet trouw mee. Bij “Sjonnie en Anita” wordt vrolijk mee ge-broemt-broemt. De zanger gooit de vraag “Zijn er hier ook mensen met een oppas thuis?” de zaal in. Weinig reactie. De bassist kijkt ondeugend en zet een bierflesje aan zijn lip. “Papa is werken.”