De eerste noten van de Hardcore punk supergroep Ploegendienst (bestaande uit leden van Aux Raus en Adolf Butler) slaan direct in als een bom. Het publiek is al vroeg in grote getalen in het SkateCafé aanwezig en er wordt enthousiast geheadbangd en gejoeld. Zanger Ray Fuego maakt er een onemanshow van en schreeuwt zo nu en dan onverstaanbare teksten. Het publiek lijkt dit niets uit te maken, en geniet al moshend van de muziek. Ondanks het enthousiasme van het publiek is het jammer dat de band tien minuten later dan gepland begint. Hierdoor werken de heren met een noodvaart door hun set heen. Uiteindelijk is de show na ongeveer een kwartier voorbij, tot onvrede van het publiek in de zaal. ‘Spelen!’, wordt er luid geroepen, maar de mannen verlaten toch het podium. Jammer voor een livedebuut, want aan de energie en de muziek ligt het niet.
Afgelopen vrijdag stond SkateCafé in Amsterdam-Noord volledig in het teken van de album release van Death Alley’s tweede plaat: Superbia. Death Alley werd deze avond bijgestaan door de bands Ploegendienst en Demon Eyes. Genoeg muzikaal vertier voor 3voor12 Noord-Holland om te komen luisteren.
Ploegendienst speelt krachtig, maar kort
Subtiliteit van Demon Eyes houd publiek prettig op gang
Demon Eyes, bestaande uit onder meer bassiste Janneke Nijhuis van The Deaf, pakt het in tegenstelling tot Ploegendienst subtieler aan. Het opzwepen van het publiek kost daardoor wat moeite. Ondanks dat weet de groep vol overgave te spelen en toch een afstandelijkheid te behouden. Ondanks dat de zaal duidelijk ongeduldig is voor Death Alley weet de band door gebruik van wisselende tempi een interessante show neer te zetten die de massa koest houdt. Aan het einde van de set wordt er nog even gas gegeven met een moshpit als resultaat. De zaal is opgewarmd
Death Alley zet ware rockshow neer
Een halfuur later dan gepland betreedt Death Alley het podium. Het publiek staat al te joelen voordat er überhaupt gespeeld wordt en gaat hier de volledige show mee door. Je kan merken dat de bezoekers deze avond een grote toewijding voor de muziek hebben. Moshpits breiden zich uit, gebalde vuisten stompen in de lucht, er wordt enthousiast meegeklapt. Ook tijdens de minder hevige nummers blijft de aandacht volledig op de energieke band gericht. Dit is niet geheel verwonderlijk, het plezier spat er vanaf en de interactie met zowel de band onderling als met het publiek verloopt enorm soepel.
Natuurlijk komt er een toegift, de Amsterdamse mannen voelen haarfijn aan waar ze improvisatie- en soleermomentjes moeten pakken. In wat bijna een hypnotiserende trance opwekt nemen ze hier dan ook uitgebreid de tijd voor in het slotnummer, met een welverdiend daverend applaus tot gevolg. De kers op de taart van een geslaagde albumrelease: zo zouden alle rockshows moeten zijn.