De meeste liefhebbers van groovende hardrock, bluesy gitaarsolo's en psychedelica zullen wel eens van Wolfmother gehoord hebben. De band speelt al bijna zeventien jaar muziek die doet denken aan grootheden als Led Zeppelin. Op 19 augustus staan de drie mannen met hun wilde haardossen en strakke spijkerbroeken in een volle zaal van het Patronaat en de Belgen van Soviet Grass openen de avond.

Soviet Grass

De zaal van het Patronaat is nog halfvol op het moment dat Soviet Grass het podium betreed. De jonge Belgische rockband lijkt een zware taak te hebben aan het vullen van de supportslot. De muziek van Soviet Grass is onvervalste retrorock in de stijl van The Doors, Led Zeppelin en CCR. De band komt bescheiden het podium onder begeleiding van een ratelende tamboerijn. Langzaam wordt hieraan een minimalistische gitaarriff en een voortstuwend drumritme toegevoegd. Het klinkt in eerste instantie veelbelovend, totdat de zang begint. De vocalist van Soviet Grass is niet toonvast en bij vlagen ronduit vals. Hij gebruikt zijn stem weliswaar dynamisch, maar hierdoor klinkt hij gedurende een groot deel van het optreden op een ondergesneeuwde stoorfactor. Ook de liedjes zelf laten te wensen over. In vrijwel elk nummer worden soortgelijke ritmes gebruikt waardoor het soms niet duidelijk is waar een nummer stopt en het volgende begint. Het resulteert in een monotone, saaie show zonder eigen smoel.  

Wolfmother

De Australische band Wolfmother speelt al sinds 2000 retrorock waarmee de groep teruggrijpt op de jaren 60 en 70. Mensen die af en toe in een rockcafé komen of alternatieve radio luisteren zullen nummers als Woman en Joker & The Thief ongetwijfeld meerdere keren gehoord hebben. Het is in de grote zaal van het Patronaat duidelijk te zien dat dit geluid nog steeds een brede groep mensen aanspreekt. Je bespeurt zowel babyboomers, bikers met Motörhead t-shirts en hippe jongeren in het publiek.

Wolfmother laat direct tijdens het openingsnummer zien waarom ze nog altijd zo geliefd en relevant zijn. Het powertrio brengt hun openingsnummer meteen met zoveel energie, overtuiging en plezier dat er vrijwel onmiddellijk een moshpit ontstaat.

Vooral het spel van bassist Ian Peres valt op. Hij gebruikt namelijk ook een Korg, waarmee hij een authentieke, nostalgische klank aan de nummers toevoegt. Op bepaalde momenten bespeelt hij beide instrumenten zelfs tegelijk, en wanneer hij dat niet doet springt hij als een wildeman over het podium, zonder dat de strakheid of de articulatie van zijn spel eronder lijkt te lijden. Ook frontman Andrew Stockdale heeft er zin in. ''Hello Haarlem! We have played a 150 shows all over the world and this is the last one, so we are going to let loose a little bit. This is going to be our best show ever!'' spreekt hij de zaal toe. Of dit echt hun hoogtepunt is, staat natuurlijk open voor discussie. Maar wat zeker vast staat, is dat Wolfmother nog altijd een sterke, overtuigende rockshow weet neer te zetten.