Op het raam van de kassa bij het Patronaat hangt op 1 juni een geprint A4tje met de boodschap dat het concert van Gosto en Hebe in het café is uitverkocht. Alvast een mooie opsteker voor het elektronische soul/pop project van producer, zanger en songwriter Roel Vermeer. Maar ondanks de grote interesse in Gosto, de slimme liedjes met oog voor detail en het zeer kundige spel van alle muzikanten die Vermeer tijdens zijn optreden vergezelden, mist de muziek urgentie, impact en diversiteit.

Hebe

Tijdens het voorprogramma Hebe wordt duidelijk dat het een lastige avond gaat worden voor Vermeer en zijn band. Voorin de zaal lijkt het publiek best geboeid door de dromerige elektronische klanken van het trio, maar achter in de zaal is het onrustig en wordt luidkeels gepraat. Misschien komt het omdat de muziek van Hebe vrij zacht is, misschien is het de drukte en hitte, of misschien is het publiek alleen in de headliner geïnteresseerd. Zonde is het wel, want de subtiele synthesizer klanken en volle beats van het gezelschap komen hierdoor niet goed tot hun recht.

Gosto

Dan is het vervolgens de beurt aan Gosto. De band opent ijzersterk met de single Tell me what you're made off, waarin typische laid-back productie en lome beats, die achter de tel aansjokken, worden vergezeld van een Arabisch klinkende sample en pakkende zanglijnen van Vermeer. De band staat overtuigend op het podium, gitarist Gyo Kretz lijkt volledig op te gaan in zijn spel en frontman Roel Vermeer danst soepel en verleidelijk terwijl hij zingt. Toch daalt het niveau direct na het eerste nummer. Het probleem zit hem vooral in het feit dat de gehele set van Gosto erg midtempo is en ook in het spel behoorlijk tam blijft. De band knalt bijna nergens en mist het ijzige van bijvoorbeeld James Blake, Radiohead of Massive Attack die door Gosto vaak als invloeden worden aangehaald. Achterin de zaal verslapt de aandacht dan ook weer na een aantal nummers waardoor de gesprekken zich daar vrolijk hervatten. Pas in het laatste nummer wordt Gosto weer echt aangrijpend, wanneer Kretz een uitgesponnen klanktapijt neerlegt en daarmee slagwerker Mats Voshol de ruimte geeft voor een vrije, indrukwekkende solo. Er lijkt absoluut groei te zitten in de ontwikkeling van de band rond Vermeer, maar op dit moment mist Gosto nog de intensiteit om als headliner een avond te dragen.