Naast geluid is ook dans een belangrijk onderdeel van de performance.
Misschien wat minder uitgesproken dan in het vorige stuk, waarin
danseres Ibelisse Guardia Ferragutti als een Turkse dervish vijftig
minuten achter elkaar rondjes stond te draaien. Een intense en
opzwepende performance die de energie van de band laatt gieren en
zowel muzikanten als publiek in diepe trance weet te krijgen. De
danspartij van het nieuwe stuk, uitgevoerd door Ibelisse, Marjolijn
Vogels en Suzanne de Bekker en gechoreografeerd door Marjolijn, is een
stuk ingetogener, maar sluit dan juist weer naadloos aan bij de rest
van de band. Ook de dansers geven ritmische accenten en verschijnen in
verschillende combinaties op het toneel. Soms zit Ibelisse als enige
als in een droom verzonken midden op het podium, dan weer verkeren
Marjolijn en Suzanne in een gepassioneerde verstrengeling terwijl de
Polyband als een ontsporende trein te keer gaat. De intensiteit van
dit nieuwe stuk zit hem minder in de individuele muzikanten en des te
meer in de enorme variatie aan geluid en textuur, en in hoe
gestructureerd alles in elkaar zit. Ondanks, nee, juist dankzij de
improvisatie. De compositie zelf is vrij eenvoudig, het zijn dan weer
de improviserende muzikanten die het tot een levendig geheel maken.
Iedereen is in tune met elkaar en soms (bedoeld) out of tune met
zichzelf.
Na afloop sprak Luka Schuurman nog met Jasper Stadhouders.