Als een legpuzzel van duizend stukjes. De eerste zet kost nog de meeste tijd en moeite. Maar dan, als de contouren van de afbeelding eenmaal zichtbaar worden, kan het hard gaan. Dan schuiven de puzzelstukjes haast als vanzelf in elkaar. Voor de Haarlemse band All Shall Be Well lijkt die finale fase eindelijk te zijn aangebroken. Eindelijk wordt er iets van perspectief zichtbaar op de keukentafel waar het viertal zich al zo’n vijf jaar rond heeft geschaard.
Maar toch, benadrukt drummer Vincent van Velde enkele uren voor het optreden in het Patronaat, willen ze per se niet overhaasten. “Het is niet onze manier van werken om iets snel af te ronden. We hebben nu zo’n vijftig minuten aan songmateriaal, maar eigenlijk is nog geen enkel nummer echt af. We vinden vaak wel weer iets wat we willen veranderen. Dat zijn overigens vooral details, voor het publiek waarschijnlijk nauwelijks hoorbaar.”
In Haarlem verzorgt Van Velde met z’n driehandlangers het voorprogramma voor de Britse postrockband 65daysofstatic. Het is niet de eerste keer dat ze in het Patronaat spelen. Dat deden ze eerder al in 2006, onder de naam Novastrike. De discografie onder dat kopje beperkt zich tot één EP, Apparatus. Drie jaar later geeft de band eindelijk weer nadrukkelijke tekens van leven, maar dan dus onder een andere naam: All Shall Be Well.
“We hebben onszelf een jaar lang opgesloten in de oefenruimte”, vertelt Van Velde. “Zoekend naar een nieuwe sound. Ons oude geluid was nogal emo getint. Dat hebben we van ons afgeworpen. We hebben ons nadrukkelijker in de richting van de postrock ontwikkeld. Dat gebeurde op een natuurlijke manier. Zo kwamen we er bijvoorbeeld min of meer bij toeval achter dat onze nieuwe songs niet per se zang nodig hadden. Sindsdien zijn we een instrumentale band.”
De reïncarnatie van Novastrike kreeg ook fysiek gestalte. Bassist Jeroen Seinstra maakte plaats voor Geert van der Beek. Een nieuw gezicht, een nieuwe sound en uiteindelijk dus ook een nieuwe naam. Voluit geschreven als: All Shall Be Well (And All Shall Be Well And All Manner Of Things Shall Be Well). “Het is een oud Engels citaat van ene Julian of Norwich”, legt Van Velde uit. “Op meerdere manieren past het heel goed bij onze muziek. Neem de herhaling die erin zit, die vind je ook terug in onze nummers. En All Shall Be Well, 'uiteindelijk komt alles goed'; zo beschouwen we ook de opbouw van onze songs.”
Dat blijkt ’s avonds in het Patronaat. De nummers van All Shall Be Well hebben het nodige gemeen. Veelal start gitarist Joene Burghout met een hoge, dromerige melodie. De overige bandleden vallen één voor één in, waarna gezamenlijk wordt toegewerkt naar een climax. Een climax in de zin van een explosie van geluid, maar – nu komt het bijzondere – zonder aan subtiliteit in te boeten. Op een of andere manier blijft er temidden van die razende orkaan nog ruimte voor de dromerigheid waarmee dezelfde song aanving. De rode draad die de luisteraar vastgrijpt en meesleept in trips van pakweg vijf minuten.
De Britten van 65daysofstatic doen even later een zelfde soort kunstje in climaxwerking. Al zoeken zij fanatieker de extremen van het genre op, mede door de toevoeging van beats en samples. Naarmate het slot van de set nadert, doet het elektronische geweld vanaf het podium nog het meest denken aan een obscure raveparty. Wie weet waagt All Shall Be Well zich ook ooit nog eens aan dergelijke uitstapjes. Het verleden leert immers dat het enige duurt voordat de Haarlemse band zijn definitieve vorm vindt. Maar uiteindelijk komt alles goed.
All Shall Be Well: de stukjes schuiven in elkaar
Haarlemse postrockformatie lijkt definitieve vorm te hebben gevonden
Het voorprogramma van 65daysofstatic werd donderdag in het Patronaat verzorgd door All Shall Be Well. Een Haarlemse postrockband in opkomst, die eindelijk de juiste vorm lijkt te hebben gevonden. “We hebben onszelf een jaar lang opgesloten in de oefenruimte.”