Op Pukkelpop lag ook dit jaar de nadruk op de sterren van de toekomst. Zo wisten nieuwe sterren als Chappell Roan en Doechii te overtuigen met iconische shows, terwijl ook veelbelovende bands als Been Stellar en Keo indruk maakten. Toch kwam de grootste climax van het weekend van een gevestigde naam: Justice, die hun optreden tot in de perfectie hadden verfijnd en het publiek overdonderden met een zinnenprikkelende lichtshow.

13. Viagra Boys

De energie is grenzeloos, waar vermoeidheid op de laatste festivaldag normaal gesproken toeslaat, jagen de meeslepende riffs en de rauwe intensiteit van Viagra Boys je adrenaline weer omhoog. Bij 'Troglodyte' neemt Murphy nog een kort moment om steun voor Palestina uit te spreken, waarna de band weer hard doorscheurt. Het publiek zweet de tent uit, maar niemand denkt eraan te stoppen met springen.

>>> lees verder

 

 

12. The Last Dinner Party

Gewapend met een flinke greep uit hun debuutalbum stormt het Londense gezelschap uit de startblokken: ‘Burn Alive’ opent met drama maar wordt nergens overdreven theatraal. ‘On Your Side’ trekt niet veel later de emotionele registers open, terwijl ‘My Lady Of Mercy’ bewijst dat de band ook ronkende gitaren in huis heeft.

>>> lees verder

 

11. Pommelien Thijs

‘Het Midden’ en ‘Het Beste Moet Nog Komen’ zijn aan de gepolijste kant, maar daar staan knallers tegenover als het bijna metal-achtige ‘Authentiek’ en ‘Dunne Lijn’, inclusief waanzinnige gitaarsolo. Opvallend: bij twee kleine, gevoelige songs wordt het zelfs stil op plekken die normaal alleen dienen als bijpraat-plekkie. 

>>> lees verder

 

10. Kneecap

Ja, de politieke lading is zeker aanwezig – neem de watermeloen op Móglaí Baps shirt (officiele Pukkelpop merch trouwens) – maar Kneecap laat zich vooral gelden als een lompe machine van uitzinnig plezier. De beats knallen, de raps zijn messcherp en de chaos in de tent is compleet: moshpits, vuisten in de lucht, iedereen is mee. Het is even brutaal als effectief - precies die cocktail maakt Kneecap zo onweerstaanbaar.

>>> lees verder

 

9. Zwangere Guy

Over Gaza, over de puinhoop in Brussel - zijn stad, zijn trots én zijn frustratie - Guy spreekt alsof hij zijn dagboek voorleest aan tienduizenden getuigen. Het veld hangt aan zijn lippen en kijkt muisstil toe. Hij vertelt vanuit zijn hart over het verdriet om zijn ernstig zieke vader en over de hoop die hij vindt bij zijn elf maanden oude dochtertje. Het contrast is bijna ondraaglijk en precies op dat moment barst de hemel open. 

>>> lees verder

8. Dressed Like Boys

En dat voel je. De Club vult zich met een publiek waarvan de harten in regenboogkleuren kloppen, en wanneer Jelle samen met het Antwerp Queer Choir songs als ‘Nando’ (geschreven voor zijn partner) en het bloedmooie, vlammende ‘Stone Wall Riots Forever’ brengt, krijgt alles een extra laag die recht in de ziel snijdt.

>>> lees verder

 

7. Queens of the Stone Age

Gitarist Troy van Leeuwen schittert met gitaarsolo’s onder meer tijdens ‘Paper Machete’, terwijl Homme na ‘No One Knows’ benadrukt: “The festival ain’t over.” Hij grapt dat ze het nummer twintig keer zouden kunnen spelen, maar besluit het publiek juist een mix van klassiekers en verrassingen te geven. Elke setlist van de band is net anders. Hits als  ‘I Sat by the Ocean’ worden gevolgd door het zwoele ‘The Vampyre of Time and Memory,’ een moment van ademhalen voor het publiek.

>>> lees verder

6. De Jeugd van Tegenwoordig

Tijdens ‘Buma In Mijn Zak’ vormen zich ineens opblaasbare decorstukken op de stage – inclusief de iconische kat van de albumcover van Manon. Niet alles is even kindvriendelijk, maar dat past bij een laat nachtfeest van dit kaliber. WiWa gooit water over de fans, Vjeze spuit champagne en Faberyayo crowdsurft zingend tijdens ‘Ik kwam haar tegen in de moshpit’. Ondertussen verbetert het geluid duidelijk.

>>> lees verder

 

5. Doechii

Ze is een fenomenale rapper met een timing en flow waar maar weinigen aan kunnen tippen. Het lijkt haar moeiteloos af te gaan. Terwijl ze rapt, slingert ze haar lichaam in houdingen die je beter niet probeert na te doen. Eén overmoedig meisje in het publiek waagt het toch, maar blijft half dubbelgevouwen achter. Told you.

4. IDLES

De band combineert hun furieuze punkrock met uitgesproken politieke statements: meerdere Free Palestine-chants, aangepaste teksten over antifascisme tijdens het nummer ‘Mother’ ("the best way to kill a fascist is to read en get rich") en een emotioneel moment rond verslaving, wanneer Talbot spreekt over het verlies van zijn moeder. Tijdens 'Benzocaine' duikt de gitarist van de band het publiek in en ontketent een gigantische circle pit om zich heen. 

3. Chappell Roan

En dan die finale: zodra 'Pink Pony Club' wordt ingezet, lijkt het hele veld even los te komen van de grond. Live groeit het nummer uit tot hét anthem van deze editie. Wanneer de laatste tonen wegwaaien als een eerste frisse avondbries over het terrein, blijft er nog maar één vraag hangen: wanneer mogen we dit opnieuw meemaken?

2. Oscar and the Wolf

2. Oscar and the Wolf

Van de subtiele boodschappen op de LED-schermen (‘it’s ok not to be ok’) tot de minder subtiele actie - een spontane zoen met een mannelijke fan aan de barrier - alles ademt zelfvertrouwen. Dat dat zelfvertrouwen er niet altijd is geweest blijkt in het laatste deel van de set, dat in mineur eindigt: voorafgaand aan 'Oh Boy' vertelt Max hoe diep hij heeft gezeten. De destructieve song is het slotstuk van een euforische set. Vreemd? Welnee, ijzersterk.

1. Justice

1. Justice

Voor ons staan een paar jonge gasten - vermoedelijk de hele dag murw gebeukt in de Boiler - hun laatste restjes energie middels twijfelachtige dansmoves te verbranden, terwijl iets verderop een oudere man met z'n ogen dicht losgaat op ‘Audio, Video, Disco’. Dat contrast zegt alles: Justice is vanavond van en voor iedereen. En wanneer ‘Neverender’ voor een laatste keer ontploft - inmiddels hét lijflied van deze show - lijkt de hele Wave op te stijgen.