Wie de muzikale menutafel van Zomerparkfeest Venlo bekijkt, wordt getroffen door de overvloedigheid ervan. Alleen al op deze Zomerparkfeest-zondag van 30 augustus 2009 tellen we meer dan dertig acts, verspreid over 5 podia, een speaker's corner en her en der op het terrein. Onmogelijk om overal tegelijk bij te zijn.
Strategie, voor zover daarvan kan worden gesproken, was enkele krenten uit de pap te vissen, en verder het toeval zijn werk te laten doen. De eerste krent die zich mocht verheugen op aandacht van ondertekenende recensent was Lucky Fonz III. De wetten der massapopulariteit inschattend, leek het zaak daar ruim op tijd aanwezig te zijn. Mensen die met enige regelmaat in een veelbekeken programma te zien zijn, staan bijna garant voor enorme mensenmassa's publiek. Dus de organisatie had maar voor de zekerheid het Hoofdpodium gereserveerd.
Echter, in Venlo werkt dat anders. De van "De Wereld Draait Door" bekende muzikant zorgde allerminst voor een volksoploop. Beginnende drukte, verder komt een beschrijving van de belangstelling niet op dit tijdstip, twee uur 's middags. Aandachtig luisterend publiek is er wel op de grasmat tussen Hoofdpodium en Grote tent, maar heeft niet de overhand. Met name bij het publiek aan de linkerkant van het podium vond de artiest de echte luisteraars. Lucky Fonz III heeft een reputatie opgebouwd als een folkzanger in de beste tradities van Dylan en Donovan. Hij opende a capella, slechts begeleid door handgeklap van het publiek, met een nummer op de melodie van Donovans "Gold Watch Blues". In het volgende nummer komt de gitaar pas tevoorschijn. Qua instrumentatie blijft Lucky spaarzaam. Een mondharmonica voor een solo van (ironisch genoeg) één noot komt voorbij. En soms klimt de zanger achter een enorme piano waar hij maar net bovenuit steekt. Dat is het hele instrumentarium, maar voor de liefhebber is dat voldoende. Die gelooft Lucky op zijn woord als hij verzekert: "Mijn imaginaire band past hier maar net op het podium."
Spelen met de werkelijkheid, de fantasie de ruimte geven, dat is een rode draad in het werk van Lucky Fonz III. Het vraagt lef om het Venlose Zomerparkpubliek te vragen daarin mee te gaan. Voor de liefhebber blijven de ijzersterke liedjes wel staan, maar het grote publiek heeft het moeilijker met deze folkzanger die soms verhalenverteller wil zijn.
En toen was het tijd voor Roosbeef. Om drie uur 's middags ging de vrouw met het vuurrode haar van start in de Spiegeltent. In het blad Parkpraot, gratis te verkrijgen op het terrein, was het publiek al gewaarschuwd: Roosbeef: love it or leave it. En er konden inderdaad mensen gesignaleerd worden die de tent ontvluchtten toen Roosbeef losbarstte. Maar frontvrouw/zangeres/toetsenist Roos Rebergen maakte ook veel nieuwe vrienden. "Ik had er nog nooit van gehoord, maar dit vind ik erg leuk," viel op te tekenen uit de mond van een verraste bezoekster.
Roosbeefs uiterst originele teksten, vol klankrijm en onnavolgbare associaties, vonden in Venlo nieuwe fans. De muziek was stevig, creatief en pakkend. Roos verstaat de kunst iets te creëren dat origineel is en toch uiterst prettig in het gehoor ligt. Zowel in tekst als in muziek weet ze op aangename manier de vreemdste kanten uit te springen. Met een uitgekiende mix van echo en mannenkoortjes verpulverde ze de reserves over haar wijze van stemgebruik waarmee ik was gekomen. Haar muziek is als een vloedgolf. Ze is de meesteres van de driekwartsmaat als het uitkomt. Agressief en lief, kinderlijk en cynisch, bij Roosbeef komt het allemaal samen. Muziek om je recht in het hart te raken, maar als het dat niet doet even goede vrienden. Love it or leave it. Roosbeef heeft in Venlo haar punt gemaakt.
Ook werd in het voorbijgaan de aandacht getrokken door Dio and The Madd. Of, beter gezegd, door The Madd. Rapper Dio was nog niet op het podium te bekennen. Bij wijze van warming-up was rockband The Madd alvast begonnen met een stukje onvervalste rockmuziek. Opvallend was vooral de kwaliteit van de zang. De Rotterdammers maken muziek geënt op de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw, en dat is ze op het lijf geschreven. De zanger beschikt over een zeldzame rockstem, die een nummer naar een hoger plan kan tillen.
Het was dan ook even wennen toen Dio opkwam, en The Madd in dienst van zijn Nederlandstalige rapteksten ging spelen. In het eerste nummer, met zijn overdosis aan "Eeej, oooh", werd het niveau wel meteen erg drastisch verlaagd. De vraag naar publieksreacties (handjes!) maakte het er niet beter op. Gelukkig verbeterde de kwaliteit daarna. Het autobiografische "(Ik ben een) Probleem" was, na de wat verontschuldigende aankondiging (`ik wil het heel egoïstisch over mezelf hebben`), zelfs een voltreffer. Na dat staaltje van zijn kunnen, was hem zijn publieksreactie-gebedel zelfs vergeven.