Trieste opkomst bij (voorlopig?) afscheid Red Zone Cuba

Ook 3SA en Buckweedz spelen voor nagenoeg lege Azijnfabriek

Geert Smeets ,

Zaterdag 27 juni speelden drie bands in de Azijnfabriek onder de noemer hardst – harder – hard. De namen op het affiche liegen er niet om, toch was het publiek dé grote afwezige tijdens deze rockavond. Waren de oordoppen uitverkocht of is de Azijnfabriek nu toch echt aan het einde van haar latijn?

Ook 3SA en Buckweedz spelen voor nagenoeg lege Azijnfabriek

In de categorie ‘hard’ mag 3SA (3 Speed Automatic) uit Rotterdam als tweede band het podium betreden. We zien ribbroeken met wijde pijpen, veel haar, foute zonnebrillen, bakkebaarden en gebalde vuisten. De band bedient zich van vuige seventiesrock met bluesy licks en blinkt uit in de onderlinge muzikale interactie en een indruk makende solo-gitarist.

De muzikale koers van de band is alles behalve origineel, maar de nummers staan wel als een huis. De gitarist zorgt voor een hilarisch momentje door tijdens het laatste nummer van het podium te stappen en buiten doodleuk verder te soleren. Broodnodige humor die nét iets te laat komt in een verder statische show.

‘Harder’ wordt het bij de Duitse band Buckweedz, althans totdat de stroom uitvalt. Om deze reden wordt het optreden tot twee keer toe stilgelegd, waardoor de band een dikke drie kwartier lijdzaam moet toezien hoe paniekerige geluidsmensen de boel krampachtig proberen te herstellen.

Pijnlijk, maar eigenlijk tekenend voor de hele avond. Jammer, want hoewel ook deze band niet in aanmerking komt voor de originaliteitprijs, is Buckweedz op zich een okay bandje. Ondanks het feit dat de platenkast van de bandleden waarschijnlijk uit Monster Magnet en Stooges albums bestaat, wordt de ietwat kleurloze stonerpunk toch opgepimpt met pakkende riffs en een goed bij stem zijnde, charismatische zanger.

‘Hardst’ is synoniem voor Red Zone Cuba, die eigenlijk totaal onverwacht hun laatste show aankondigen. Het driekoppig garagesurftrashmonster is niet meer. Frontman Mark voelt zich zichtbaar ongemakkelijk in zo’n lege zaal, die alleen gevuld is met mensen van de gastenlijst en een enkele betaler.

En dus krijgen we een intiem huiskamerconcert met sfeervolle ballads ondersteund door beelden uit gezellige feelgood movies. Nee, het is even er inkomen, maar het kan de band geen ene reet schelen of er vijfentwintig of tweehonderdvijftig mensen in de zaal staan.

In een moordend tempo wordt een set neergezet met de nadruk op derde cd ‘Visitors From Another World’. Dit in combinatie met sinistere voice-overs, absurdistische b-movie fragmenten met een portie attitude waarbij de volgende bands (die trouwens niet eens het fatsoen konden opbrengen om dit trio te komen bekijken) verbleken tot verlegen schooljongetjes.

Zoals een echte garage band betaamt blijft het vaag of dit definitief het laatste optreden was. “Misschien houden we wel gewoon een sabbatical”, verklaart Mark Deckers na afloop. Afscheid of rustperiode, de groep had meer verdiend tijdens haar ‘laatste’ gig. We eisen dus een dikverdiende vermelding in Oor’s Popencyclopedie van deze semi-legendarische band.