Tin Men and the Telephone wil jazz vernieuwen door tijdens concerten interactieve media en technologie te gebruiken. Dat lukt, maar door technische problemen minder goed dan het trio graag had gewild. Pianist en bandleider Tony Roe zoekt nog steeds de grenzen op van wat jazz eigenlijk is. Toch blijft de vrije jazz van het trio iets waar je van moet houden.

Roe is op dit moment een gevierde naam in de jazzwereld. Afgelopen februari won hij de Boy Edgarprijs, de belangrijkste Nederlandse prijs voor jazz en geïmproviseerde muziek. Daarmee schaart hij zich in een illuster rijtje met onder andere jazzgrootheden als Hans Dulfer, Benjamin Herman en Eric Vloeimans. Bij Hot House Jazz speelt hij in zijn vaste trio Tin Men and the Telephone, samen met bassist Pat Cleaver en drummer Jamie Peet. 

MIDI-vleugel

Je ziet meteen waarom Roe wordt geprezen voor dat hij jazz en technologie mengt. Op de vleugel staan een Moog-synthesizer en een laptop met speciaal voor hem gemaakte software. Direct achter de toetsen op de vleugel zit een optische sensor over de hele breedte van het instrument. Die sensor zet zijn toetsaanslag om naar MIDI-signalen waarmee hij de software op de laptop kan aansturen, waardoor de vleugel een soort MIDI-controller wordt. Er staan ook drie camera’s op het podium, gericht op elk van de drie muzikanten. Die gaan later in de set nog een belangrijke rol spelen.

Tijdens het concert streamen de camera’s beeld van de muzikanten naar drie kleine schermen op het podium. Die beelden worden afgewisseld met beelden van een paar minuten eerder op het podium, wat het idee zou moeten geven dat de muzikanten over hun eigen werk heen aan het improviseren zijn. Als dat inderdaad het idee was, komt dat niet helemaal over. Alles klinkt namelijk zo vrij dat het zeker voor een minder geoefend oor lastig te volgen is.

Jazzversies van reactievideo’s

De livebeelden worden afgewisseld met fragmenten van video’s waarin nogal kleurrijke personen aan het woord zijn. Roe stuurt met zijn MIDI-vleugel aan hoe de video’s afspelen, en het trio speelt als het ware met de live geremixte video mee. Zo wordt het een soort jazzversie van een reactievideo, met jazzmuzikanten in plaats van YouTubers die gierend van het lachen video’s becommentariëren. “Karen Goes Metal” (zoek maar eens op op YouTube), maar dan jazz.

Generatieve AI is Roe ook niet vreemd. We zien geknutselde filmpjes van Trump en Netanyahu, in de cel vanwege misdaden tegen de menselijkheid in Gaza. Waar artiesten soms huiverig zijn om hun platform te gebruiken om statements te maken, komt Roe met verfrissend gestrekt been in. We horen ook een door AI gegenereerd audiofragment van pseudo-polderpremier Geert Wilders. Hij ‘belt’ Roe om te laten weten dat hij een motie gaat indienen om jazz en geïmproviseerde muziek te verbieden, omdat er te veel noten in zitten. Het is grappig op een hele absurdistische manier.

Black Mirror-jazz voor Palestina

Plotseling gaat er op de schermen per muzikant een notenteller lopen. Als ze na een tijd lang druk spelen de 17.000 ruim voorbij zijn, schakelt het beeld ineens over naar de verwoesting in Gaza. Er verschijnt een boodschap op het scherm dat er daar sinds oktober 2023 precies evenveel kinderen zijn omgekomen als er zojuist noten zijn gespeeld. 

Ook als jazzleek snap je nu waarom Roe die prijs heeft gewonnen. Muziek, technologie en maatschappelijke betrokkenheid komen samen in een plottwist die binnenkomt als een stomp in je maag. Als je het muzikaal zou moeten labelen, is het Black Mirror-jazz. Niet alleen de noten wringen, maar ook de beelden. 

App laat het afweten

Helaas voor Tin Men and the Telephone wringt de techniek vanavond ook. Het trio gebruikt vaak een speciale app tijdens concerten, waarmee Roe noten kan afspelen via de speakers van telefoons in het publiek. Het leidt tot enige hilariteit wanneer het publiek op aanwijzing van de presentator van Hot House Jazz (het aantal mensen onder de 45 is op één hand te tellen) na de pauze wel eerst even de app moet downloaden.

Maar de app laat het vanavond afweten. En dat laat meteen ook het nadeel zien van dat het concert zo afhankelijk is van technologie. Als die niet werkt, haalt dat ineens de vaart eruit. Nu spelen Roe, Cleaver en Peet prima om de technische mankementen heen, en kan het nou eenmaal gebeuren dat de techniek je in de steek laat. Maar als je reputatie als artiest in zo’n grote mate is gebaseerd op dat je technologische snufjes gebruikt, is het extra jammer als dat niet werkt. Of, zoals Roe zelf zegt: “Jullie houden het van me tegoed.”