“Ja, ik ben inderdaad voor mijn studie hier in Nijmegen gekomen en ben er daarna blijven wonen. Ik heb Cultuurwetenschappen aan de universiteit gestudeerd. Ik heb nog best wel lang nagedacht om het conservatorium te gaan doen. Ik speel al sinds mijn vijfde viool, maar uiteindelijk ben ik voor cultuurwetenschappen gegaan, juist omdat het een brede aanpak bood van cultuur. Dus dat je niet per se zelf iets maakt, maar dat je leert over verschillende grenzen tussen visuele cultuur en muziek en hoe je dat overbrugt. Dat heeft me nu bij De Toegift ook zeker geholpen. Het grappige is: ik heb bij Cultuur op de Campus gezeten (culturele organisatie van de Radboud Universiteit, red). en daar boekten we ook bands en sommige van die bands zie ik nog steeds voorbijkomen in wat ik nu doe met De Toegift.”
De Nederlandstalige indiepopband De Toegift heeft haar wortels in Zeeland, maar overstijgt inmiddels de provinciegrenzen. We tellen naast Zeeland bandleden uit Brabant, Kreta en sinds een paar jaar is ook Gelderland vertegenwoordigd met violiste Hester Julia Voddé. De band heeft net haar tweede album kleine auto, grote hot wheel uitgebracht en zit middenin een tournee ter promotie van de nieuwe plaat. Aan de vooravond van de uitverkochte show in het Nijmeegse poppodium Merleyn aanstaande donderdag genoeg aanknopingspunten om met Hester in gesprek te gaan. “Ik kan mijn klassieke achtergrond meer kwijt in deze band dan mensen zouden denken.”
Je komt uit Tilburg, maar je hebt gestudeerd hier in Nijmegen?
De Toegift is ook begonnen op kleine podia.
“Ja, het is jammer dat veel kleinschalige podia niet meer bestaan. Omdat je daar langzaam proeft aan wat er kan in de livewereld, maar ook proeft aan de muziekindustrie. Die allereerste connectie met publiek, dat is superwaardevol.”
Maar uiteindelijk geen conservatorium dus?
“Nee. Maar ik ben wel altijd muziek blijven maken en spelen, zoals in mijn eigen strijkkwartet waar we bijvoorbeeld graag Rachmaninov speelden. Ik heb ook in een internationaal jeugdorkest gezeten: dat was een heel goed orkest en echt superleuk. We zijn bijvoorbeeld naar Wenen geweest om daar Mahler 5 op te voeren in de Gouden Zaal van het Wiener Musikverein, het concertgebouw van Wenen. Verder heb ik veel kamermuziek gedaan en in Nijmegen heb ik een aantal keren meegedaan als gastmuzikant bij het studentenorkest.“
De Toegift bestond al langer toen jij erbij kwam.
“Ja, ik ben er in 2023 bijgekomen: net nadat de band mee had gedaan aan de Popronde. Maar ik ken ze allemaal al wel langer, toen De Toegift nog de Engelstalige indieband Little Symphonies was. Ik heb destijds met mijn strijkkwartet nog het voorprogramma voor ze gedaan. En eigenlijk iedere keer als ze een violiste nodig hadden kwamen ze bij mij uit. Ik heb ook bij het debuutalbum van De Toegift vier of vijf nummers meegedaan. En voor Eurosonic Noorderslag ben ik ingevlogen, waarna ik met de band voor het eerst op tour ging."
"Dat geldt ook voor Carmela Michailidis, onze fluitist. Die is toen ook live mee komen doen en heeft ook op het debuutalbum meegespeeld. En vandaaruit zijn we eigenlijk bij de band gekomen. Het is achteraf eigenlijk heel organisch gegaan: de band zei ‘hoe kunnen we dit live gaan vertalen en wat is er nodig?’ En aangezien ik op de debuutplaat al op nummers had meegespeeld en live ook was het een logisch gevolg dat ik bij de band kwam.”
Was het wennen in het begin?
“Ja. Ik had nooit echt met een band live gespeeld; altijd met orkesten en ensembles en strijkkwartetten. Ik heb bij Noorderslag echt moeten leren werken met een monitor, want bij orkesten speel je onversterkt. En in een band heb je ook geen dirigent. Dus naar wie kijk je dan op het podium? En hoe werkt dat dan? Een superleuk leerproces, ook omdat je moet leren contact te maken met het publiek. Ook wennen: bij concerten klapt het publiek na ieder nummer, dat heb je bij klassieke concerten niet.”
In hoeverre kun je je klassieke achtergrond kwijt in De Toegift?
“Ik denk stiekem meer dan mensen zouden denken. Ik heb heel veel ruimte om in te brengen wat ik zelf wil inbrengen. Met de nieuwe plaat was echt mogelijk. We bleven wel heel kritisch, maar als Tom en ik voorstelden om instrumentale stukken op te nemen was het ‘prima, ga maar doen.’ Dan keken we samen verder wat we ervan konden maken. Als ik dingen mee wilde brengen van klassieke werken die ik mooi vond, dan was daar ook ruimte voor. Maxim Ventulé, onze zanger, bijvoorbeeld luistert ook graag naar Rachmaninov. Dus die kent die wereld ook en kon zich vinden in mijn suggesties. Dus ja, dus in die zin was er ruimte voor alles.”
Er staan instrumentale nummers op de nieuwe plaat: nummer 'i' en nummer 'ii'. Is dat helemaal uitgeschreven of is dat meer gebaseerd op improvisatie?
“Met dat eerste stuk heb ik een kleine melodie geschreven, toen ben ik met gitarist Tom Gudde naar de studio gegaan om te kijken wat we ermee konden doen. Ik heb een stukje voorgespeeld en van daaruit zijn we verder gaan schrijven. De noten worden dan al snel aan de kant gelegd, maar voor mij en Carmela is het nog wel steeds vaak een beginpunt. Als het om opnames gaat, luister ik naar wat er tot nu toe staat en dan ga ik snel uitschrijven wat ik een mooie partij vind en vanuit daar improviseer ik verder."
"Carmela improviseert iets meer, dat vindt ze iets fijner en vrijer werken. Maar ik vind het fijner om mijn allereerste basis uit te schrijven in noten en vanuit daar verder te kijken wat er kan en mogelijk is. Bij deze plaat wilden we leidmotiefjes terug laten komen op bepaalde plekken of overgangen die precies moeten aansluiten. Nummer i en nummer ii zijn ook echt als twee losse dingen geschreven: niet bedoeld als een soort outro of een intro, maar om de plaat op die plek iets meer ademruimte te geven.”
Hoe vertaal je de plaat naar live?
“Ik zit tijdens repetities vaak mee te schrijven. Daarna ga je dat uit je hoofd spelen en verder opbouwen. We proberen live te spelen met nog meer kleur en intonatie. De basis is wel steeds hetzelfde en herkenbaar, maar bij sommige nummers zitten in de studioversie bijvoorbeeld veertig violen onder elkaar. Dan ga je echt zitten puzzelen hoe je dat live brengt. Welke paar lijnen pak ik waaruit, waar kan bijvoorbeeld Carmela in helpen of misschien kan Jorie Slagmolen op bas ergens een stukje versterken. Dus we proberen heel erg samen te kijken naar welke specifieke delen van het lied je wilt uitlichten. Welke tonaliteit of welk instrument is daar goed voor en hoe kunnen we dat live versterken? We kijken ook naar hoe we overgangen nog strakker kunnen krijgen, of hoe we de aandacht van het publiek nog langer kunnen laten hangen op bepaalde stukken.“
Jullie zijn vorige week gestart met de tour?
“Yes. En dat bevalt tot nu toe heel fijn. We hebben echt heel hard gewerkt aan het live vertalen van de plaat. We hebben een paar shows gespeeld waarin we denk ik een beetje de grenzen opgezocht hebben. Dus één iets grotere show waar we het iets elektronischer hebben geprobeerd in te steken, en een andere show waar we het iets akoestischer, iets intiemer hebben geprobeerd te maken. Wat is de toning, wat is het Toegift-geluid, wat heeft het nummer nodig van ons? Hoe kun je de nummers ‘herschrijven’ zodat het live aanslaat?"
De Toegift, met Hester in het midden.
"Waar liggen die grenzen? Hoe groot kunnen we die maken? En past een elektronisch geluid daarin? Dus daar zijn we ook best wel hard mee aan de slag gegaan. Ik denk dat we het nu hebben staan wat betreft instrumentatie en hoe een set in elkaar zit. We hebben nergens backings meelopen. Onze drummer August Vervuurt heeft er nu wel live een drumcomputer bij staan, zodat de overgang naar de nummers naadloos overlopen naar zijn livedrums. Daardoor smelt alles heel erg samen.“
De reacties op de plaat én de optredens zijn erg goed.
“We zijn echt wel overvallen door alle recensies. Omdat je zelf heel erg in die bubbel zit bij het maken van een plaat. En dat anderen dan luisteren naar het eindresultaat en snappen wat wij hebben willen doen. We hebben over heel veel details nagedacht en dan is het heel tof dat er mensen zijn die dat ook echt uitpikken. De shows bevielen ook heel goed. Het is heel leuk om gewoon met twee uitgekochte shows te mogen beginnen. Dat is echt een luxe. En met publiek dat al aan meezingen was: ik vond dat echt heel opvallend. Dat je dan staat te spelen en je denkt, dit is pas een week uit en mensen kennen nu al alle teksten. Het is echt top om die energie terug te krijgen en ook mensen te spreken over wat ze ervan vinden. Ik ben zelf een superfanatieke muziekliefhebber, en dan is het heel vet als andere muziekliefhebbers in een keer zo naar jouw muziek komen luisteren.”
Misschien een flauw bruggetje, maar het eerste nummer op de plaat heet ‘Odysseus’, meest bekend uit de Ilias van Homerus, over een man die jarenlang op zoek is geweest naar zichzelf en jarenlang op reis is geweest. Voelt de nieuwe plaat alsof je ook thuisgekomen bent?
“Van De Toegift zijn er nu eigenlijk nog maar drie mensen over van de originele bezetting, verder heeft de band nu een andere samenstelling. We hebben wel echt het idee ‘zo voelt het goed’. We vullen elkaar aan in het hele proces en zijn als groep ook steeds dichterbij elkaar gekomen. Anderzijds zitten we ook niet stil en zijn we nu al aan het nadenken waar we in de toekomst heen willen. Maar die frisse energie, ik denk dat het ook wel hielp. En daarnaast: Maxim, Tom en Jorie weten echt heel goed wat ze doen. Ik heb heel veel respect voor hen en de manier waarop ze schrijven. “
Dat zijn wel degenen die bij elkaar kruipen om te schrijven?
“Tom en Maxim hebben min of meer in de studio gewoond, zij regelen de grote lijnen en zij maken de basis voor een liedje. Maar het was wel altijd zo van ‘als je zelf iets hebt liggen, neem dat alsjeblieft mee’. Het maakt niet uit wat, maar dan gaan we kijken wat we er met de band mee kunnen doen. En dat we dan bekijken met z'n allen hoe we dat verder kunnen inkleuren en dat je daar dan ook alle ruimte voor krijgt. Zo leek het me tof om op het nummer 'Á' gitaar te spelen, naast de viool en sampling op de plaat. En dan was het niet meteen van ‘oh, maar we hebben al een gitarist’ maar van ‘top: doe maar!’"
"Ik heb verder zelf geen studio aan huis, maar ik heb wel apparatuur thuis om wat dingetjes te schrijven of op te nemen. Zo’n idee voor een instrumentaal stuk bijvoorbeeld, dat kwam toen ik op vakantie was op de Noordpool. Dan zijn er een paar dingen blijven hangen en dan neem ik het op als ik weer thuis ben en dan ga je dat met z'n allen verder uitbouwen. Dat inkleuren: daar heb je alle vrijheid in. Als je zelf een andere basis hebt, dan is dat ook welkom.”
Is dat ook hoe het in het Grieks gezongen nummer Ýparxi tot stand is gekomen?
“Carmela komt van Kreta. Ze spreekt ook Nederlands, maar natuurlijk ook Grieks. Ze vond het leuk om iets in haar eigen taal toe te voegen aan de plaat en Maxim heeft dat vanaf dag één heel erg aangemoedigd. Van 'oh top, dit is ook een deel van wie jij bent, neem het mee de band in'. Zij hebben toen samen de eerste opzet gemaakt. Het is een heel andere klankwereld, een heel andere toon, die voortkomt uit wat sommigen van ons ook zelf graag luisteren, zoals hardere elektronische muziek. Dat we dachten, ‘oh eens kijken hoe we dat een plek kunnen geven’. We willen met De Toegift echt de grenzen opzoeken, ook op taalgebied. En ook op klanken: het kan dus best een warme of een hardere elektronische wereld zijn in plaats van akoestische instrumenten.”
En wat brengt 2025 nog meer voor De Toegift?
“We gaan eerst de tour afmaken: Nijmegen, Groningen, Paradiso en Rotterdam. Voor festivals en dergelijke gaan we binnenkort kijken wat we doen. We zitten niet stil, we zijn nu aan het kijken waar we in de toekomst heen willen. Wat is er nog meer mogelijk? Er is altijd ruimte om verder te experimenteren. Anderzijds zijn we echt supertevreden met hoe goed we elkaar ook nu muzikaal kennen."
"Het is voor nu vooral heel erg werken aan deze tour, om het te perfectioneren. We kunnen echt eindeloos schaven aan dingen, maar daar heb je gewoon niet altijd tijd en ruimte voor. Maar we zijn wel steeds beter geworden in het neerzetten van onze ideeën. We hebben met deze plaat echt ons allerbeste best gedaan. Voor mij bevind ik me met De Toegift echt in een luxepositie: alles dat ik kwijt wil met mijn instrumenten, mijn hele muzikale bagage waar ik zelf graag naar luister, kan ik ook precies kwijt in deze band.”