De Vierdaagsefeesten zijn weer helemaal aan. Het openingsweekend staat zoals altijd garant voor veel drukte, lopers die hun bandje ophalen, een vlaggenparade die tegenwoordig dwars door de stad marcheert en een vuurwerkshow aan de rivier. Als Oyarzabal op weg naar de winnende treffer in de EK-finale, rent 3voor12 Gelderland weer van show naar show. Een overzicht van de highlights.

Marco Schuitmaker goed voor prima volksvermaak

Stel je eens voor hoe anders het vandaag had kunnen zijn. Het Nederlands Elftal zat nog in de finale van het EK, iedereen is uitgedost in oranje, Marco Schuitmaker komt de 'Oranjebewaarder' zingen en niet veel later verslaan we met 3-0 de Spanjaarden - alvorens de stad langzaamaan verandert in een tombola vol speelse gevoelens en driftige verlangens. Helaas is de realiteit anders. De oranjebewaarder is dood aangetroffen met de noppen van zowel Harry Kane als Denzel Dumfries in het achterhoofd, en dus moeten we het vandaag gewoon met de 'Engelbewaarder' doen.

Gelukkig begint Schuitmaker gewoon zijn set daarmee, en wat volgt is een krap half uur vol Hollandse krakers en meezingers. Eigen werk (samenwerkingen met onder meer Jan Smit en Donnie) en covers ('Zij Gelooft In Mij', 'Sweet Caroline'): allemaal goed om die handjes, die handjes, die handjes in de lucht te krijgen. Marco zingt live, zijn babbel tussendoor is vermakelijk en er valt behalve smaak dan ook weinig aan deze show af te dingen. Als afsluiter, vooruit dan, nog één keer 'Engelbewaarder' en dan snel wegwezen. (ML)

Stasj beklimt een kathedraal

De Nijmeegse zangeres Stefanie Janssen neemt samen met haar band Stasj and the Stasjers het publiek mee op een avontuurlijke reis. Ze bouwt met haar muziek een denkbeeldige kathedraal die je meeneemt van de aarde naar de hemel, met elektronische klanken, beats en harmonieuze samenzang.

Het verhaal begint bij ‘The Earthlings’. Dit nummer doet denken aan de muziek van Agnes Obel en voert je mee naar een fantasiewereld waar elfjes lijken te zweven. De tonen zijn tegelijkertijd licht en diepgaand, terwijl de zang varieert van hemels tot met een schurend randje.

Naarmate het optreden vordert, word je steeds meer meegezogen in haar denkbeeldige kathedraal. De muziek wordt luchtiger en ritmischer, Janssen zingt steeds hoger en af en toe hoor je zelfs operazang tussen de elektronische tonen door. Ze bouwt ook nummers op door haar stem in een loop te gebruiken, wat resulteert in een meerstemmig koor.

Hoewel het optreden goed in elkaar zit en het verhaal van de kathedraal goed is opgebouwd, lijkt het niet voor iedereen direct toegankelijk. Pas aan het einde blijven sommige mensen langer staan; daarvoor blijft af en toe iemand even stilstaan om vervolgens door te lopen. Degenen die blijven, raken in vervoering. Anderen hebben het gevoel dat ze soms naar hogere wiskunde zitten te kijken. (MR)

El Khat: van de vuilnisbelt naar het podium

El Khat is opnieuw een verrassing op het Valkhof Festival. Deze Jemenitische multimuzikanten gebruiken letterlijk alles om geluid te produceren, met eigengemaakte instrumenten en een enorme dosis plezier weten ze hun publiek volledig mee te krijgen.

Het wordt helemaal leuk wanneer het publiek wordt uitgenodigd voor een lesje Jemenitische dans. Als een omgekeerde moshpit beweegt een halve cirkel voor het podium zich naar binnen en naar buiten, terwijl de dansleraar steeds inventievere moves bedenkt.

Muzikaal gezien zijn de wortels van El Khat te vinden in de authentieke Arabische volksmuziek, waar ze enthousiast hun eigen draai aan geven. Dit geluid brengen ze voort op zelfgemaakte instrumenten zoals koffieblikken, oude pannen, houtjes en touwtjes. Onder de vrolijke muziek schuilt echter een duistere laag die het onzekere leven in Jemen reflecteert. Toch lijken oorlog en armoede ver weg in de kleurrijke chaos op het podium, met instrumenten die hun oorsprong vonden op de vuilnisbelt. De show eindigt met een enerverende drumsessie die eindeloos lijkt door te gaan. (HM)

Grandad is bevangen door mythische geesten

De biografie van Grandad is nogal verwarrend; termen als 'punkbeest' en 'grungy hardrock riffs' passeren de revue. Maar het genrelabel dat je op de band plakt, lijkt eigenlijk niet zo relevant. Op het Poort-podium van het Valkhof klinkt hun muziek hard, snel en gretig. Wat opvalt, is dat zanger Silvers stembanden belaagd worden door dezelfde demonen als die van Jim Morrison of, dichter bij huis, Richard Janssen van Fatal Flowers. Ondanks zijn slungelachtige voorkomen straalt hij allerminst de aura uit van een mythische rockgod.

Het verschil met eerder genoemde bands is de intensiteit; Grandad speelt harder en sneller. Er zijn geen jengelende Ray Manzarek-orgels of op Stones geïnspireerde gitaarriffs te horen. Alles is rauw en lekker up-tempo, ondersteund door een strakke ritmesectie bestaande uit Silver en drummer Julian, terwijl gitarist Jop het geheel voorziet van gruizige gitaarriffs. Het publiek geniet met volle teugen, en de moshpit groeit exponentieel gedurende het optreden. Zo ver weg lijken die punk-referenties dus niet te zijn. (TM)

Het (na)zomeren kan beginnen met The Indien

Een jaar of negen geleden was daar ineens The Indien. Een Haagse band rondom de blondgelokte frontvrouw Rianne Walther. Een dame die met een paar fraaie singles 'Done' en 'Trouble' onder haar arm, aanstekelijke helium infused-galmvocalen én een amechtig kreunend Philicorda-orgel (Philips’ beste uitvinding ooit) een heerlijke vintage sound produceerde waarmee ze de wereld leek te gaan veroveren. Maar toen was het ineens stil rond de band. Tot vorig jaar. Rianne en haar kompanen waren terug. Niet slechts met een handvol met singles, maar met een heus album met een poppy en minder vintage sound.

Wat is gebleven zijn de blonde lokken en die heerlijke stem. Dat ze terug is laat ze ook gelijk merken als ze in een ludiek pak-met-bontkraag en dito mouwen het podium op komt stuiteren, en opent met ‘Born Again’. Waarbij ze zich als bewoner van de Duinstad verbaast over het vele groen in het Valkhof. “Zijn dat échte bomen?”, vraagt ze. Gedurende de set blijft het aangenaam loom meewiegen op de vrolijk-melancholische-liedjes met donkere teksten, waarbij soms een échte tearjerker, zoals het als voorlaatste song gespeelde ‘Drive You’, de revue passeert. De band sluit de set af met het vrolijke, dansbare en meezingbare ‘Be Yours’. Een fijne opener op deze zondag van het Valkhof Festival, waar het zonnetje zich vandaag voor de gelegenheid regelmatig laat zien. (TM)

Lucky Fonz III wil dromen, maar Park Kronenburg wil dansen

Het is alweer even geleden dat Lucky Fonz III tijdens de Vierdaagsefeesten optrad. In 2019 stond hij in de Stevenskerk, dit jaar is het Kronenburgerpark de setting. Een droom die uitkomt voor de in Nijmegen opgegroeide singer-songwriter, die als tiener hier veel tijd heeft doorgebracht. “Ik ben een dromer” begint de ‘nog steeds tiener’ dan ook te zingen.

Het is een mooie setting, een zonnige zomeravond in het mooiste park van Nijmegen. Er staat een echte entertainer op het podium met een aanstekelijke lach. De hits worden ook lekker meegezongen, zoals  “Ik heb een meisje, oh, oh, ooooh”, “Linde met een E”, en “Ik ben een sukkel”. Special credits gaan naar Aaron, de kleine jongen vooraan die wel het eind van dat nummer mee kan zingen. “Aan het ongevraagd besef van het onbeschreven feit, van het ongehoorde zingen van de onbeleefde tijd”.

Na een half uurtje merkt Lucky Fonz III op dat de aandacht wat lijkt weg te ebben, mogelijk door de vermoeidheid van de zaterdagavond of omdat er voornamelijk dancemuziek in het park is geprogrammeerd. Hij vraagt aan de organisatie of hij nog een nummer mag doen. Met het housenummer '909' weet hij het publiek weer wakker te schudden en klaar te stomen voor de dj's van de avond. De wat rustigere, dromerige nummers slaat hij daarbij over. (MM)

Sarah Julia verovert Valkhof met warme klanken en Scandinavische melancholie

"Wat fijn dat jullie hier zijn! We waren een beetje bang dat er niemand zou staan," vertellen de zusjes van Sarah Julia aan het publiek. Hoewel ze al een paar jaar aan de weg timmeren, is dit hun eerste festivaloptreden in de buitenlucht.

Het publiek glimlacht en is meteen ontroerd. Al snel wordt duidelijk dat de band het publiek zal blijven raken. Hun teksten hebben betekenis en zijn bijvoorbeeld geschreven voor hun moeder (Amsterdam), die ook in het publiek staat, of gaan over de angst om zelf dochters te krijgen (Daughters).

Het Valkhof wordt langzaam maar zeker verliefd op de vrouwen die met hun liedjes het een en ander vertellen. Het publiek luistert en wordt door de warme zangstemmen hun verhaal ingetrokken. De muziek van Sarah Julia doet denken aan een combinatie van First Aid Kit en Intergalactic Lovers, met af en toe een vleugje Scandinavische melancholie en folk.

De nummers zitten goed in elkaar. De band maakt gebruik van interessante instrumenten, zoals een banjo en een harp. Wel voelt de muziek soms wat eentonig aan, omdat de sfeer van de nummers veel van hetzelfde is. Toch zorgen de warme klanken en goed doordachte teksten ervoor dat de zusjes het Valkhof aan het eind van hun optreden hebben betoverd. (MR)

Hannah Mae betovert de Stevenskerk met kristalheldere stem

Het gaat best wel goed met de carrière van Hannah Mae. Iets wat ze ook lijkt te beseffen als ze voorafgaand aan ‘Back To You’ (haar allereerste single uit 2019), vertelt dat ze er pas vandaag achterkwam dat het niet een festival in de kerk was, maar dat ze de kerk wel degelijk een haar eentje vol moest zien te krijgen. Dat zijn 700 kaartjes. En gezien de vele plekjes die bezet zijn, is dat best goed gelukt.

Opmerkelijk als je bedenkt dat ze slechts een paar singles op haar naam heeft en ook al een carrièreswitch gemaakt heeft van het Engels naar het Nederlands. Toen bleek ze samenwerken zo leuk te vinden dat ze inmiddels niet één, maar al twee dikke hits gescoord heeft met Vlaamse duetpartners Metejoor en MAKSIM. Helaas zijn beide Vlamingen vandaag niet van de partij, maar gelukkig is daar toetsenist Bart, die de honneurs voortreffelijk waarneemt. Al is zijn tongval lang niet zo Vlaams als Hannah Mae beweert.

Maar het fraaist is ‘Waterdicht’, een song die ze schreef naar aanleiding van een mindere periode in het leven van haar moeder, en die ze hier met een snoerloze microfoon flanerend door de kerk zingt. Bij deze song hoor je nog beter hoe fraai haar kristalheldere stem is, iets wat alleen nog maar versterkt wordt door het hoge gewelfde dak van de Stevenskerk.

Dat ze nog niet zoveel eigen songs heeft ondervangt ze trouwens handig met een paar fraaie covers. Maar afsluiter is natuurlijk ‘Wat Wil je Van Mij’, haar hit met Metejoor. En als het publiek met de handen in de lucht zwaaiend, luidkeels meezingt, lijkt even de geest van Chiel Montagne rond te waren in de Stevenskerk. (TM)

Smudged scoort met heerlijke potpourri van stijlen

De Rotterdammers van Smudged stonden begin dit jaar nog als voorprogramma van De Staat in Doornroosje. De weg naar het Valkhof Festival was dus grotendeels bekend voor hen. Gelukkig krijgen ze vanavond een gretiger publiek en dat werkt aanstekelijk. Zanger Bart Hoogvliert laat zich zelfs verleiden om op het publiek te gaan staan en te crowdsurfen, terwijl het enthousiasme van gitarist Jimmy Onrust duidelijk merkbaar is. Muzikaal hebben ze het ook allemaal prima voor elkaar. Het label postpunk doet hun muziek eigenlijk tekort - het is een heerlijke potpourri van stijlen zoals elektro(pop), industrial en krautrock. Vooral de elektronica van Mink Steekelenburg zorgt voor veel variatie: het ene nummer heeft een vieze, hoekige beat terwijl het andere een meeslepende vibe heeft die niet zou misstaan in een nummer van De Staat.

Tijdens het dansbare en spannende 'My Heart Will Go On (Orca Song)' - een van de hoogtepunten van de avond - is zijn hand dan ook duidelijk herkenbaar. Ook de traditionele afsluiter 'Hypnotized' landt goed, maar verrassend genoeg is het niet het laatste nummer van de set. "We hebben nog een nieuw nummer dat we heel graag willen doen!" roept Bart enthousiast. Nieuwe muziek is altijd een goed teken, want we zien die groene gezichten graag nog eens naar het oosten komen! (RH)

De avond in dansen met Yīn Yīn

Het optreden van Yīn Yīn bij Stadseiland Stek, aan de overkant van de Waal, zorgt voor de ultieme zomerzondagvibe. Precies op het moment dat de band begint te spelen, breekt de zon door de wolken. Hun warme, funky muziek trekt al snel de mensen op het eiland richting het podium.

Vanaf de eerste groovy tonen, funky rifjes, verbindende synths en opzwepende drums danst het publiek. Hier en daar worden schoenen uitgetrokken en danst men op blote voeten in het zand, zoals je bij een strandfeest verwacht. Hoe langer de band speelt, hoe opzwepender de ritmes worden. Bij Yīn Yīn kun je dansen zoals het hoort: los in de heupen, op muziek die je de ene keer naar de disco van de jaren ’60 en ’70 voert en je de andere keer doet wanen in een Quentin Tarantino-film.

Zonder veel zang krijgt de band toch het hele publiek mee. Niet alleen hun muziek, maar ook hun eigen geestdrift is aanstekelijk. Het meest enthousiast wordt het publiek van de drumsolo, waarin drummer Kees Berkers speelt met ritmes en een show opvoert met de vele gongs die hij heeft meegenomen. De sfeer van het eiland en de doorbrekende zon maken het optreden compleet. Yīn Yīn zorgt ervoor dat het publiek van Stek dansend de avond in gaat en de rest van de nacht moeiteloos aankan. (MR)

Chalk voegt extra dimensie toe aan hun postpunk met keiharde elektronica

Rond half negen is het tijd voor het Noord-Ierse Chalk op het Arc-podium. Het drietal maakt postpunk en maakt veelvuldig gebruik van elektronica. Ze komen dan ook uit Belfast, waar de dancescene aanzienlijk groter is dan in Dublin, het Ierse epicentrum voor meer traditionele gitaarbands. Het podium biedt veel ruimte, waar frontman Ross Cullen, gehuld in een voetbalshirt en met een kapsel dat doet denken aan Ian Brown van The Stone Roses, gretig gebruik van maakt om zijn energie kwijt te kunnen. Die energie komt tot een hoogtepunt wanneer hij zijn longen uit zijn lijf schreeuwt, terwijl zijn stem in de verte gelijkenissen vertoont met die van Victoria Legrand van Beach House (!).

Luke Niblocks drumwerk staat eigenlijk continu in overdrive, terwijl Benedict Hardie-Goddard's gitaarspel lekker hoekig en krasserig is. Op andere momenten staat hij achter zijn samplekit om de geluidsmuur nog steviger neer te zetten. Chalk maakte vorig jaar al indruk op het Left Of The Dial-festival in Rotterdam en ook hier overtuigt de band met een ijzersterke set "trauma techno". Tot dusver heeft Chalk alleen wat singles en ep's uitgebracht. Als ze volgende zomer hun debuutalbum uitbrengen, lijkt een boeking op Down The Rabbit Hole niet ondenkbaar. (ED)

Verfrissend Ebbb toont zich koploper van de post-freakfolk

Eerst een paar onthullingen. Want het Londense Ebbb, gestileerd als 𝕰𝖇𝖇𝖇 en uitgesproken als "Eb-bee-bee", heeft nog niet vaak in het openbaar opgetreden. Live blijkt het te gaan om een drietal. Zanger Will Rowland, met lekker veel galm op zijn stem, beweegt op volle overgave over het podium en werpt zich regelmatig op zijn knieën. Drummer Scott MacDonald mept drie kwartier lang hyper ritmes in 150 bpm, en vindt zelfs tijd om zijn drumstel te fixen als de roadie niet snel genoeg te hulp schiet. De belangrijkste pion is producer Lev Ceylan, die achter een rookgordijn achteraan het podium zowel tweede stem verzorgt (ouderwets zingend met de hand tegen het oor!) als aanvullende bass en synth uit Ableton.

Het resultaat klinkt verrassend fris. De combinatie van Wills kopstem-folk en de geëchoëde koortjes van Lev doen denken aan de Beach Boys op het maffe 'Swarm' van hun debuut-ep All At Once, en zijn dan weer onnavolgbaar als Animal Collective op het springerige 'Torn'. Hoewel het freakfolk-genre vaker dood is verklaard dan gitaarmuziek is afgeschreven door de NRC, durven we het bij Ebbb wel aan: leve de post-freakfolk! (RO)

O. the band laat het Valkhof swingen

Het hele podium is gehuld in een zee van blauw licht als drummer Tash Keary en baritonsaxofonist Joseph Henwood stipt om 22:00 uur aan hun set op het Arc-podium beginnen. Hoewel, 'beginnen' is eigenlijk een understatement, gezien de overactieve drumsolo die normaal gesproken pas helemaal aan het einde van een optreden plaatsvindt, maar nu het startsein is van een band die alles net even anders doet.

O. is ontstaan tijdens de coronatijd; het Londense duo wilde zoveel mogelijk herrie maken met zo min mogelijk instrumenten. Wat Henwood uit zijn baritonsax haalt, is echt maximaal. Door gebruik te maken van een loopstation klinkt het soms alsof er metalgitaren in zijn instrument zijn verstopt, altijd met een groove. Het publiek geniet er met volle teugen van en de dansende menigte wordt na elk nummer groter.

In hun set combineert de band een veelheid aan stijlen: oosters, freejazz, hiphop en grooverock. Henwood spreekt zijn dankbaarheid uit naar het Nederlandse publiek en vraagt of Keary nog iets wil toevoegen, maar haar lach spreekt boekdelen. Na veel vrienden te hebben gemaakt op de eerste editie van het Nijmeegse festival Zeitgeist, is dit voor O. een volgende stap in de goede richting. (ED)

Squirrel Flower is allerdromerigst

Squirrel Flower is als een mix van Mazzy Stars Hope Sandoval en R.E.M. (vooral ten tijde van Monster). Of, om hedendaags te blijven, de eeneiige tweelingzus van Molly Hamilton van Widowspeak. Maar genoeg over vergelijkingen; Squirrel Flower heeft genoeg eigen karakter om elke vergelijking te doorstaan.

Dat geldt niet alleen muzikaal, maar ook qua uitstraling. Met haar tuniek (iets tussen jurk en shirt), baggy spijkerbroek met één pijp in haar cowboy-boots en haar weelderige haardos lijkt ze rechtstreeks uit een Annie M.G. Schmidt- en Fiep Westendorp-boek gestapt te zijn. Geen wonder dat kleine meisjes voor het podium staan te stuiteren op haar dromerige vocalen. De "Squirrelies" in wording, voor het geval Squirrel Flower over een paar jaar stadionambities krijgt.

En de muziek? Die is meer dan fijn; heerlijk dromerig zelfs. Als het soms te eenvormig lijkt te worden, haalt Squirrel Flower subtiel een bottleneck tevoorschijn om haar vocalen nog dromeriger te laten klinken, in contrast met haar ijle bottleneck-gitaarsound. De drummer aait met pluizige drumstokken over zijn snare-drum en floor-tom, wat het mijmeren nog aangenamer maakt. Een geprogrammeerde drie kwartier is veel te kort voor deze mijmering. (TM)

Krasse knar weet zijn publiek knap te boeien

Elk jaar is er zo’n act dat je denkt: waar hálen ze het vandaan. Dit keer halen ze het uit Pakistan, in de vorm van de 78-jarige benju-speler Ustad Noor Bakhsh. Tussen het muzikale geweld van indie, electropop, freejazz en rap van de overige zondagacts houdt deze krasse oude heer zich prima staande met zijn meeslepende muziek en zijn onverstoorbare humor. Onverstaanbaar, ook. Hij kondigt zijn nummers zelf aan met een heel verhaal vol weidse gebaren zonder zich erom te bekommeren dat niemand hem verstaat. Hoewel, niemand? Voor het podium staat een klein groepje Pakistanen dat hem enthousiast van repliek dient. Noor Bakhsh speelt oude liederen uit zijn eigen regio Balochistan, maar verwerkt ook Perzische en Koerdische elementen en zelfs Bollywood-nummers in zijn eigen composities. Hij brak pas internationaal door in 2022 met zijn debuutalbum Jingul, genoemd naar een vogel die vaak bij hem langskomt, en is sindsdien een graag geziene gast op diverse festivals. 

De benju is een citer met toetsenbord, ooit bedoeld als Japans kinderspeelgoed maar in het begin van de 20e eeuw genaturaliseerd tot een folkloristisch instrument voor Balochse muzikanten. Noor Bakhsh wordt vergezeld door Jamadar Gohram en Doshambay die beiden de damboora bespelen. Hoewel de toelichting op zijn nummers grotendeels verloren gaat, wordt wel duidelijk dat zijn eerste nummer ‘regenboog’ heet. Een teken van hoop voor de regio waar hij vandaan komt, maar natuurlijk ook voor de rest van de wereld en vooruit, ook voor een goede Vierdaagse. Noor Bakhsh weet, ondanks zijn niet alledaagse muziekstijl, een enthousiast publiek van begin tot eind te boeien en mag gerust een van de topacts van het Valkhof worden genoemd. (HM)

Buaileann Kneecap na Breataine níos deacra ná na Spáinnigh

Afgelopen week was te lezen dat opvallend veel bands na het Valkhof Festival doorstoten naar de grotere, internationale festivals. Hoe anders is dat voor Kneecap: die stonden eerder dit jaar al op Down The Rabbit Hole, Mad Cool (in Spanje) en Glastonbury (in het hol van de leeuw). Tel daarbij op dat het Ierse hiphoptrio een van de grootste hypes van dit moment is én een uitstekende livereputatie heeft, en het is niet gek dat het veld bij de Arc helemaal volstroomt. Drie weken geleden brachten ze hun tweede album Fine Art uit, maar ook oudere nummers als 'Fenian Cunts' en 'Guilty Conscience' worden in het Valkhof gedropt. Het feit dat de Spanjaarden zojuist de Engelsen hebben verslagen in de EK-finale maakt het feest helemaal compleet.

Wat teleurstellen in het Iers is weten wij niet. Maar goed, dat weten de heren van Kneecap waarschijnlijk ook niet, want wat zit de set goed in elkaar. Dat wij de taal niet altijd begrijpen of dat we de situatie van Noord-Ierland niet helemaal bevatten is voor het trio geen enkel probleem. Langzaam bouwen ze de set op, via 'Better Way to Live' (helaas zonder Grian Chatten van Fontaines DC) en 'Sick In The Head' naar echte politieke statements als 'Get Your Brits Out' en ‘H.O.O.D.’. Maar daar wacht het publiek niet op. De stevige raps en catchy housebeats zorgen dat de pits al vroeg op stoom komen en gedurende de show alleen maar groter worden. Kneecap mag dan boos zijn, ze genieten er met volle teugen van. En wij ook. "Mogen ze nog een keer terugkomen van jullie of wat?" vraagt de afkondiger op de Arc. Hoe eerder, hoe beter! (RH)