De Vierdaagsefeesten zijn weer van start. Bij de start van de 53ste editie komt langzaamaan het zonnetje achter de regenwolken vandaan. 3voor12 Gelderland rende van hot naar her en kwam met deze beste optredens op dag 1.

GEO, dystopisch maar dansbaar

‘Hallo wij zijn G- (met een harde g) EO, GEO en we komen uit Nederland.’ De band introduceert zichzelf na een aantal nummers te hebben gespeeld. Hun stijl is absurdistisch, met dystopische klanken, elektronische beats, met een zanger die vaak het geluid van een kip lijkt na te doen. En ook af en toe die moves overneemt.

Toch heeft het humor en doet het denken aan een moderne versie van Frank Zappa met een sausje van John Cleese. Hun muziekstijl valt onder het genre No wave. Dit werd vooral bekend in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw en werd gekenmerkt door ritmes die door elkaar lopen, improvisatie, herhaling van teksten en geluiden en werd daarnaast ook vooral als performancekunst gezien.

Precies dat doet GEO ook, alleen hebben ze er hun eigen moderne elektrische sausje overheen gegoten. Langzaam maar zeker krijgen ze het publiek bij de Boog op het Valkhof Festival mee. Aan het eind van de show staan heel wat mensen te dansen op de door elkaar lopende ritmes. De mensen flowen mee en vinden het grappig wat ze zien. Of zoals iemand uit het publiek het verwoordt: ‘Ik weet niet waar ik naar heb gekeken, maar ik vind het wel tof’. (MR)

Outahead klinkt heerlijk rafelig

Outahead mag vandaag als tweede band aantreden op het Boog-podium, waar aan het begin van de avond gitaren de hoofdrol opeisen op het Valkhof Festival. De Nijmegenaren van Outahead dragen daar met verve aan bij: hun postpunk met rafelige grungeranden is één van de energiekere acts van deze vroege vooravond. Waar ’m dat in zit? Misschien is ’t bassist Daan die met z’n laag omgegespte bass, als ware hij een flipperbal, tussen gitaristen Marcel en Pim op en neer stuitert. Misschien zijn het de schuurpapieren strotten van beide gitaristen en de bassist die met overslaande stem gedrieën hun teksten uitspugen, waarbij ze regelmatig ene Kurt in herinnering roepen.

Of wellicht zijn het gewoon de sterke songs als nieuwe single ‘Serfdom’ of het als voorlaatste nummer gespeelde ‘Visitor’. Waarbij de powerchords en een heerlijke dronesound van beide gitaristen met elkaar wedijveren. Moeilijk te zeggen, maar mocht de band terugkeren op het Valkhof Festival dan is een promotie naar de Arc logisch. Iets wat stadsgenoten Sheamless vandaag al eerder lieten zien. (TM)

Droom Dit houdt zich verrassend goed staande op de Arc

Bij Droom Dit verwacht je dat ze beter af geweest zouden zijn bij een vroeger tijdstip, een intiemere setting én een kleiner podium als bijvoorbeeld de Boog. Maar hun literaire donkere indiepop blijft verrassend goed overeind op mainstage de Arc. Dat is mede te danken aan de voordracht van frontman Sam, die zich zo heerlijk theatraal over het podium beweegt dat je de indruk krijgt dat hij door dezelfde demonen geplaagd wordt als de immer in zwart geklede boeteprediker Nick Cave. Maar het is niet alleen Sam die maakt dat de teksten die intimiteit van een boekenclub ontstijgen. Ook de bij tijd en wijle heerlijk zwaar aangezette elektronica laat de boel regelmatig lekker ontsporen.

Een van de fraaiste voorbeelden daarvan is het halverwege de set gespeelde ‘Huidhonger’, waarbij Sam stuivertje wisselt met toetseniste Roos. Het bewijst gelijk dat Droom Dit een prettig, niet al te hiërarchisch collectief van literaire nerds is. Fijn dit! Bovendien heeft Spinvis er tekstueel nu een lekker bombastische concurrent bij. (TM)

Divorce manoeuvreert zich knap tussen de genres

Wat krijg je als je Wilco met Abba combineert? Dat is de vraag van de aankondiger aan het publiek hier bij Divorce, naar aanleiding van een quote van de band zelf in hun bandbio. Een toeschouwer roept nog bijdehand "Wabba", maar hoe dan ook wordt het een vreemde eend op deze zaterdag: het is net etenstijd, de uren hieromheen zijn gereserveerd voor energieke punkbands en de technonoise van Yard, en nu loopt een Brits viertal rechtstreeks van de ferry het podium op voor een soort mix van pop en alt-country.

Grappig hoe Divorce haar popliedjes inderdaad zo dwars mogelijk probeert in te kleuren. Zangers Felix Mackenzie-Barrow en Tiger Cohen-Towell wisselen bijna elke mogelijke vorm van samenzang af: van elkaars zinnen afmakend en om-en-om-coupletten tot harmonieuze refreinen en combinaties van alledrie. Hoofdschuldige aan de Wilco-vergelijking is gitarist Adam Peter-Smith, die volledig de Nels Cline-rol pakt en elke onbenutte seconde vol-priegelt. Behoorlijk cool, en als we dan toch vergelijken: het resultaat heeft wel wat weg van zeroes indiepopgroepen als The New Pornographers en The Magic Numbers. 

Zoals een wijs man ooit zei: de beste indie is emo, de beste emo is country, en de beste country is indie. Het lijkt een advies dat Divorce maar wat graag ter harte heeft genomen: altijd knap om zo tussen de gebaande genres te manoeuvreren. Door de wat vlakke geluidsmix komt vooral het gitaarspel niet helemaal goed tot haar recht vandaag, maar kijk: tijdens 'Eat My Words' gaat tegelijkertijd de zon schijnen, zingt een toeschouwer met gebalde vuist het refrein mee en tovert Felix een lach op zijn gezicht. Aangename kennismaking met Wabba.

Dick Move schreeuwt, briest, bulkt en raast

20 nummers in 35 minuten. We hebben de annalen van het Valkhof Festival er even op nageslagen, maar vonden geen act die in zulk kort tijdsbestek er zoveel nummers doorheen knalt als Dick Move. Of nou ja knalt? Zeg maar spuugt, brult, schreeuwt, briest, bulkt en raast. De energie die de Nieuw Zeelandse band in haar performance stopt, golft bijna linea recta terug naar het redelijk gevulde veld voor het Podium Boog, waar we - gelijk het optreden van Ploegendienst even daarvoor - al de eerste voorzichtige moshpits zien ontstaan. De band bracht in 2020 hun debuutalbum Chop uit, maar de covid-pandemie stak een spaak in de tourplannen. Nu kunnen ze eindelijk hun plaat live voor publiek laten horen: Dick Move speelt vanmiddag hun laatste optreden van een drieweken-tour door Europa.

Punk is in basis ideologisch georiënteerde muziek en Dick Move (niet te verwarren met de Amerikaanse trashmetal-band met dezelfde naam) vormt daarop geen uitzondering. De band wordt omgeschreven als 'feminist-socialist party punks' en toont haar politieke inborst door muzikaal commentaar te geven op de maatschappij, zoals bij het - niet zo positieve - standpunt in een nummer over de nieuwe Nieuw-Zeelandse premier. Benieuwd hoe de bandleden tegen de Nederlandse politiek aankijken (Dick Move - Dick Schoof: see what we did there?).

De maatschappelijke kritiek weten ze in ieder geval uitstekend, indrukwekkend en humorvol te verpakken in hun teksten. Want heb je ooit een kerstnummer gehoord op het Valkhof Festival in de zomer? Dick Move doet het met 'Eyes For Christmas'. Lieflijk? Nee. Snoeihard, energiek, meeslepend en vol bravoure. Zoals hun hele optreden vanmiddag. (PSB)

Yard dropt techno op de Arc

Het is de programmeur van Valkhof Festival weer gelukt een unieke combinatie van geluiden in één band te boeken: techno-noise. Geen voor de hand liggende combinatie, maar het drietal uit Dublin doet het. Yard stond dit jaar al op Eurosonic Noorderslag, en laat zich inspireren door Nine Inch Nails, SUUNS, Death Grips en stadsgenoten Gilla Band. Na een tour in 2023 met Shame en Scalping valt goed te begrijpen dat Yard dit jaar op het Valkhof Festival staat.

Op het podium van de Arc staat het drietal met twee booths en een gitarist voorzien van een flink aantal effect pedals. En als je dan vanuit Dublin in Nijmegen op het podium staat, kan dat natuurlijk niet zonder een eigen Guinness bij de hand. De nummers bouwen zich langzaam op naar de drop om dan met het publiek los te gaan. De beats en melodielijnen zijn de basis van de nummers, waarbij de geschreeuwde vocalen met een flinke galm samen met het gitaargeluid het geheel tot een noise maakt, die weer als extra laag in de techno is verwerkt. Halverwege de set gooit de band de nieuwste single ‘Big Shoes’ erin om daarna ook het relatief oudere werk ‘Cleveland Bear Sighting’ van de ep HAL-9000 uit 2020 aan Nijmegen te laten horen. En het publiek? Ja hoor, deze techno-noise pakt je. Zeker vooraan gaan bij iedere drop de handjes in de lucht. (EM)

De Amsterdamse protestpunkers van Ploegendienst mogen het Valkhof wakker schudden

De organisatie van het Valkhof Festival gaat er dit jaar gelijk met gestrek been in, door als openingact op de Arc Ploegendienst te boeken. De Amsterdamse punkers rondom de immer boos ogende zanger en rapper Ray Fuego. Boos ogend? Zéker, maar daarom niet minder charismatisch. De moshpit is dus van af de eerste song ook al gelijk aan. En hoe fijn ook de nieuwste nummers klinken, blijkt bij het vroeg in de set gespeelde ‘Paranoia’: een song die zoals de meeste nummers keurig onder de twee minuten klokt.

Wanneer Ray z’n shirtje uittrekt, en zijn zwaargetatoeëerde torso tevoorschijn komt, gaat het gas er pas echt op en is de zanger regelmatig tussen het enthousiast pogoënde publiek te vinden. Hoewel die torso? Die gaat even later toch weer gehuld in een fraai groen, paars en wit gestreept Lacoste-shirt dat hij van iemand uit het publiek geleend heeft. Het "zelfzuchtige" prijsnummer ‘IK’ (de titelsong van het voorlaatste album) zit aan het einde van de set. Of toch niet? Want met nog vijf minuten op de teller jassen ze er nog drie toegiften doorheen. En daarmee hebben ze na drie kwartier een royale twintig nummers op de teller. Het Valkhof Festival is in ieder geval wakker én staat op scherp. (TM)

Kids with Buns lijkt gemaakt voor de (na)galm van de Stevenskerk

De presentator weet ons vandaag te melden dat de nagalm van de Stevenskerk acht seconden bedraagt. De reden dat veel artiesten er voor kiezen om voor een intiem of semi-akoestisch optreden te kiezen wanneer ze de Stevenskerk aandoen. Zo niet Kids With Buns. Het voormalige “slaapkamerpopduo” van Marie Van Uytvanck en Amber Piddington, vormt tegenwoordig, aangevuld met drummer Dajo Vlaeminckx en Stijn Konings, een kwartet dat ook serieus kan rocken. En in deze bezetting laten zij zich niet afschrikken door een paar seconden nagalm meer of minder. Dat dat goed uitpakt blijkt al gelijk bij opener ‘Daughter’. Kids With Buns-muziek lijkt gemaakt voor (na)galm. En bij een liedje dat dezelfde titel heeft als de naam van de band van de illustere Britse Eléna Tonra is dat ook niet zo verbazingwekkend.

Maar ook wanneer Amber als en heuse gitaarwizard tekeergaat zoals in ‘Clutter’ ontspoort het geluid in de kerk niet. Wat wel ontspoort zijn Ambers weerbarstige krullen die na haar solo weer gefatsoeneerd moeten worden tot een nonchalant staartje. Marie (vandaag de enige kid with a bun) ziet het geamuseerd aan. Haar vrolijke grijns spreekt sowieso boekdelen en wordt geaccentueerd door haar reusachtige knot die de vrolijk wiebelend de wetten van de zwaartekracht lijkt te tarten. Mocht u nog willen weten waarom de “kids” juist in de galmende kerk voor zo’n stevige set kozen? Dat verklapt Marie namelijk tegen het einde van de set, voorafgaand aan ‘How Bad Could It Be’. Het is juist omdat het haar en Amber, als twee voormalige katholieke schoolmeisjes, leuk leek om een kerk “dikke vette gitaarsolo’s te rippen”. En daar zijn de dames met verve in geslaagd. (TM)

Shaemless is een muzikale punkwals

Wie dacht er even rustig in te willen komen op de eerste dag van het Valkhof Festival - kopje koffie, onverstoord het programma op je af laten komen - stond een ruw ontwaken te wachten. Na de stampende set van de punkrockers van Ploegendienst en het briesende optreden van party punks Dick Move draaide de garagepunk van Shaemless de energie en het geluid nog een tandje hoger. De band is geen onbekende op het Valkhof Festival: twee jaar geleden sloten de Nijmegenaren het Boog podium af op de laatste dag met een zwetend optreden en in topvorm. Dat optreden eindigde destijds in onze top 20 van de Vierdaagsefeesten 2022.

Dit jaar is hun post-punk al op de eerste dag te horen en of het nou een laatste dag optreden is of een eerste dag: voor de band én het publiek maakt het nauwelijks verschil. De voorzichtige mosh-pits die we bij de 2 eerder genoemde bands zagen komen nu tot volle wasdom bij nummers als 'White Statues' en 'Please Me Like You Do'. Rustig opbouwen? Vergeet het. Hier staat een band die - geïnspireerd door onder meer The Stooges - stuitert over de stage alsof ze in een ketel met Red Bull zijn gevallen. Rust wordt het volop aanwezige publiek nauwelijks gegund omdat Shaemless als een muzikale punkwals hun nummers over het veld verspreidt. We geloven niet in wonderen, maar dat hun splijtende set de natte hemel openbreekt waardoor er zowaar een zonnetje doorbreekt zal vast geen toeval zijn. Een mokerslag. In de meest positieve zin van het woord. (PSB)

Prins S. en de Geit laat het eiland op zijn grondvesten schudden

De weide rondom het hoofdpodium van Strandbar Stek op het stadseiland staat helemaal vol als Prins S. en de Geit moet optreden. Die drukte begint al bij het pontje aan de overkant. Iedereen wil naar het partijtje van de band.

Al snel komen er bekende nummers voorbij, waarbij het publiek helemaal los gaat. Ze dansen in de modder, met hun armen in de lucht, op vette beats en scheuten hardcore die voorbij komen. Ze zingen mee met nummers als ‘Als punk geen muziek is’ en ‘Goochelaar’, en tijdens ‘The Duck’ wordt er brood op het podium gegooid. Een inside joke van fans die de band vaker hebben gezien.

Voor wie Prins S. en de Geit niet kent: de muziekstijl moet je zoeken in de regionen van Joost Klein, met hier en daar een duister randje. De muziek kan makkelijk in een club gedraaid worden, maar komt op een festival als dit nog beter tot haar recht. Met een mix van keiharde beats en makkelijk mee te zingen teksten, laten Prins S. en de Geit het stadseiland op zijn grondvesten schudden. Jong en oud bewegen mee met de stapjes van bekendste nummer ‘De Kinderboerderij’ en schreeuwen nog één keer mee met ‘Kan je niet maken’. Het is een klapper van een aftrap van dag één van de Vierdaagsefeesten. (MR)

Will Butler brengt ruim twintig jaar ervaring mee in energieke show

Afsluiter van de eerste dag van het Valkhof Festival is voor een deel van het publiek een grote naam. Die kennen Will Butler als multi-instrumentalist van Arcade Fire. Sinds vorig jaar zijn album met Sister Squares verscheen, kiest hij nu duidelijk voor zijn eigen project. Met z’n vijven zijn ze: naast Will is er zijn vrouw Julie Shore, haar zus Jenny en Sara Dobbs. Miles Francis is het enige andere mannelijke bandlid, die staand achter zijn drumkit staat te stralen. Will, getooid in een knalroze t-shirt, strak in de broek, is 40 inmiddels en net als broer Win zichtbaar zwaarder geworden. Dat heeft echter totaal geen invloed op de energie, waarmee hij vanavond op het Arc-podium staat.

Oké, er zijn momenten dat de vergelijking met Arcade Fire makkelijk te maken is, terwijl Will Butler + Sister Squares op andere momenten net zo makkelijk een compleet andere muzikale weg inslaan. Uiteenlopend van experimenteel tot uitbundig, ritmisch in de beste Talking Heads-traditie of groovend a la Balthazar. Het is catchy, weird en altijd dansbaar. Misschien heeft hij niet de uitstraling van zijn broer, muzikaal is het allemaal retestrak. Gelardeerd met een veelheid aan koortjes, wordt het publiek na elk nummer enthousiaster. Perfect gekozen is het laatste nummer ‘Long Grass’ waarin hij uit volle borst zingt “Please let me stay here”.  Will Butler is zich bewust wat voor een bijzondere plek het Valkhof Festival is. (ED)