Loverman, alter-ego van de Brusselse singer-songwriter James de Graef, gooide vorig jaar bij onze zuiderburen hoge ogen met zijn debuutplaat Lovesongs. Vanavond op het Valkhof kent zijn optreden een wat moeilijke start. Als om acht uur zijn introtape op het Bloem-podium wordt ingezet kan deze maar nauwelijks concurreren met de pompende beats van het naastgelegen Club Voerweg. Hoe moet dat zo met zijn minimalistische, melancholische en vaak introverte materiaal? Wie met dat materiaal bekend is verbaasd zich vervolgens wellicht over de Graef’s extravagante opkomst. In fel wit, met gekleurde make-up duikt hij van achter het publiek op en al dansend en springend beklimt hij het podium.
Al tijdens het eerste nummer realiseert hij zich dat het met de herrie op de achtergrond en de vooralsnog magere publieke opkomst moeilijk gaat werken en neemt hij de logistieke regie in eigen handen. Hij klimt van het podium en plaats de microfoonstandaard op de planken ervóór. Een goede zet. Zo wordt de show intiemer en ontstaat er ruimte voor allerlei interactiviteiten met het publiek. Halverwege raken de ideeën, de praatjes tussendoor en het materiaal echter merkbaar op en Wanneer Loverman zich lijkt te realiseren dat hij nog twintig minuten moet zakt het momentum uit de show weg. De microfoon wordt aan het publiek gegeven, wat voor behoorlijk wat awkward momenten zorgt. Hijzelf pendelt intussen tussen zijn digitale piano en een decoratief hobbelpaard en lijkt de tijd letterlijk uit te zitten.
Wat is begonnen als welkome spontaniteit eindigt zo enigszins pijnlijk. Wellicht had de Graef liever in een donkere, kleine zaal gestaan met een wat stillere omgeving. Jammer, want wat we horen van stem en muziek klinkt absoluut naar meer. We hebben hier vanavond naar ons idee nog niet goed gezien wat Loverman allemaal in zijn mars heeft. (MD)