Dag twee van de Vierdaagsefeesten was druk: mede door het aanvankelijk lekkere zondagszonnetje, en zeker ook door de toegankelijke kinder-hiphopshow van Rico vroeg op de dag. Het festivaldebuut van Oh Hazar kreeg een verzengende douche van een minuut of drie mee, maar verder kregen de modder in het Valkhofpark en de schoenen van de feestgangers voldoende tijd om te drogen. Ondertussen zag 3voor12 Gelderland weer heel veel optredens en stelde het de volgende dag-top-tien op.

Bongloard doet Poort ontvlammen

Uw recensent vermoedt dat Bongloard een woordspeling is op ‘Longboard’ en wil daarom gelijk het label “skatepunk” op het trio plakken. Maar de kenners van Never Mind The Hype noemen het toch écht noisepunk. Never Mind! Heerlijk energiek is het allemaal wel. En omdat bands het door de merkwaardige indeling van het Poort-podium niet van visueel spektakel moeten hebben moet de muziek haar werk doen: dat zit wel goed bij de Utrechtse heren.

Ondanks het hoge octaangehalte van de muziek, laten de festivalgangers de songs in eerste instantie nog wat gelaten over zich heen komen. Dat verandert echter bij ‘Problem’. Zanger-gitarist Jannes van Kaam vuurt zijn kurkdroge openings-riffs met zo’n militaire precisie op het publiek af dat er spontaan een moshpit ontvlamt. En die pit blijft aan tot het einde van de set, al varieert hij wel van de door Torre Florim gepatenteerde circlepit, tot de “springpit” bij ‘Laaf’ (een song over kabouters en superhelden, zo vertrouwt Jannes ons toe). En dat de band eindigt met ‘Staying In Bed’ is begrijpelijk. Ik zou ook moeten uitrusten na zo’n energieke set. (TM)

Dromerig Elephant betovert Stevenskerk

De Rotterdamse band Elephant weet de kijker op zich gericht te krijgen. Onlangs speelden ze al in deze regionen toen ze tijdens Down the Rabbit Hole vroeg op de dag de Fuzzy Lop vol kregen, vanavond doen ze de Stevenskerk aan. Met hun melancholische feel good indie is de muziek uitermate geschikt om in deze bijzondere setting te spelen. Tijdens het praatje vooraf leren we dat de akoestiek van de kerk voor een vertraging van 3 seconden zorgt. Gitaristen kunnen hun delay- en reverb-pedalen dus mooi thuis laten. 

De songs blijven ondanks deze bak natuurlijke galm gelukkig fier overeind en het is knap hoe de band nergens verzuipt in haar eigen echo. De liedjes van het vorig jaar verschenen Big Thing klinken prachtig en de band weet met die mooie meerstemmige zang dan ook menigeen in trance te brengen. Hier schuilt wel gelijk ook het gevaar: het gaat al snel allemaal op elkaar lijken en waar een hoop toeschouwers zachtjes meewiegen op de maat van de muziek, lijken er her en der ook een paar te knikkebollen. (ML)

Het feest bij Vlure ontvlamt pas op de valreep

“Soms heeft het zelfs iets weg van Scooter”, schrijft het Valkhof Festival op haar website. En dat klopt! De gemillimeterde koppen van met name de zanger Hamish Hutcheson en gitarist Conor Goldie roepen de Duitse rave-act in herinnering. Ontegenzeggelijk ook dankzij de lekker zwaar aangezette synths. Maar de mannen roepen dankzij hun zware Schotse accent en getergde uitstraling evenzeer herinneringen op aan Mark Renton, de hoofdpersoon uit de film Trainspotting, die in ’96 onze levens binnenkwam zwemmen in een inmiddels klassiek geworden toiletscène.

Het was bovendien op de soundtrack-album van die film dat namen als Iggy Pop en Underworld gebroederlijk naast elkaar stonden. Muziek is allang niet meer zo onderverdeeld in hokjes als destijds en daar zijn de heren en dame van Vlure zich van bewust. Zij voorzien hun postpunk dan ook van een metersdikke synthlaag. Alle ingrediënten voor een onnavolgbaar feest zijn aanwezig, zou je denken. Toch duurt het nog tot de beproefde ‘sit down’ halverwege de set voordat het publiek écht loskomt. Maar als het moment daar is duikt de zanger ook enthousiast het publiek in (dat is na twee dagen Valkhof inmiddels ook een beproefd recept). En dat ze er als voorlaatste song een hoekige versie van de Faithless-klassieker ‘God Is A DJ’ inknallen is ze dan vergeven. (TM)

Nduduzo Makhathini laat het regenen en heeft een boodschap

Zondag is de dag van de verrassingen op het Valkhof Festival en de Zuid-Afrikaanse pianist Nduduzo Makhathini is er daar één van. Gisteravond nog in een vol Tivoli, vanmiddag op een podium in de open lucht. Met negen albums op zijn naam kan Nduduzo gerust tot de grote muzikanten worden gerekend. Zijn stijl is improvisatie-jazz gecombineerd met traditionele Afrikaanse invloeden.

Daarnaast is het een man met een boodschap. Halverwege het optreden spreekt hij zijn veelkoppig publiek toe om zijn wereldvisie duidelijk te maken: de grootste fout van de mensheid is de verdeling van de aarde in een noordelijk en een zuidelijk halfrond, waarbij het noorden neerkijkt op het zuiden. Hij schept in zijn muziek een nieuwe planeet: het pluriversum. "Where everyone lives in harmony. I hope you visit this planet soon. You now have the key and the code". Om zijn sombere visie te logenstraffen zit Nduduzo met een stralende lach achter zijn vleugel. Ook zijn compagnons - Zwelakhe Duma Bell le Pere op bas en Ziv Ravitz op drums - hebben overduidelijk plezier, in de muziek, in het optreden en met elkaar.

Ook water (amanzi) vormt een rode draad in zijn muziek en als slotnummer wordt 'Maji, the rainsong' gebracht met gastzangeres Ghalia Benali. Het hoeft ons niet te verbazen dat vlak na de laatste noot, als een zachte fluistering de motregen neerdaalt. Het is niet alleen muziek wat Nduduzo ten gehore brengt: er zit ook magie in zijn optredens. (HM)

KEG zorgt voor zeer dansbaar slot van de zondag

Het is aan de nieuwe helden uit de bloeiende muziekscene uit Brighton, de zevenkoppige band KEG, om de zondag op het Arc-podium af te sluiten. Dat lijkt geen makkelijke taak. De Zwols-Nijmeegse helden van Cloudsurfers hebben net daarvoor op de Boog heel veel energie uit het Valkhof publiek-getrokken en het geluid bij KEG, zeker de microfoon van de zanger, lijkt zacht te zijn afgesteld. Ook oogt het zevental niet direct als typisch geval van indiehelden: de meeste bandleden lijden toch wel aan een bepaalde mate van chubbiness.

Muzikaal echter is dit een sterrenteam dat haar dansbare postpunk voorziet van allerlei malle fratsen. Naast de solide funkende ritmesectie weten de twee gitaristen lekkere snel repetitieve gitaarlijntjes af te wisselen met een paar vette riffs. Vooraan op het podium weet de trombonist de weirde artrock meer diepte te geven met een vol kopergeluid, af en toe switchend naar een schelphoorn. Mocht dat nog niet genoeg zijn, dan zorgt op links de man achter de synths voor extra accenten en old school elektronica.

Dit alles wordt bij elkaar gehouden door frontman Albert Haddenham, die qua zang doet denken aan Squid, die andere technisch begaafde band uit Brighton. Qua moves heeft hij meer weg van Suggs van Madness. Hij heeft precies door waar hij is beland en wat het Valkhof-publiek van KEG verwacht. Als een select groepje ergens midden in de set “we want more” begint te roepen, dan reageert Haddenham met de woorden “this will be like the encore”. (ED)

Energie van Valkhofpubliek geeft Cloudsurfers dubbel en dwars terug

Met de Zwols-Nijmeegse, met Friese roots, Cloudsurfers gaat het hard, heel hard. Niet alleen in de stijl van de garagepunkrock en de live-ervaring, maar zeker ook zo hard met de band zelf. De Popronde, ESNS, haast iedereen in Nederland heeft wel kennis gemaakt met de Cloudsurfers. Bezig aan de zomer tour die hen van Berlijn, Slovenië, Hongarije, Italië, gisteren nog in Frankrijk vandaag weer in Nederland. Negen optredens in elf dagen, ga er maar aan staan. Vanaf de eerste noot is het bam! Moshen tegen de hekken aan en het Valkhof geeft energie. “Na tien dagen lang vier uur slaap is dit wat we even nodig hebben!”, aldus gitarist Pieter Sloot.

De band is bezig aan een nieuw hoofdstuk in 2023: een nieuw album komt in september en ze spelen alvast ‘Contradiction Medication’ ervan. De energie slingert zich heen en weer tussen het publiek en de band waar een ‘wall of death’ natuurlijk niet kan ontbreken, en hop daar gaat iedereen nog maar weer eens. Het Valkhof-publiek en Cloudsurfers kijken alvast uit naar volgend jaar op de Arc. (EM)

Glansrijk debuut Oh Hazar op Valkhof Festival

Het optreden van Oh Hazar wordt met enige spanning afgewacht. Want hoewel de twee frontmensen geen onbekenden zijn op het Valkhof Festival is dit de debuutshow als band Oh Hazar. Frontvrouw Imke Loeffen zagen we eerder al in La Très Illustre Compagnie du Chat Noir, Bootleg Betty en Garden in Gloom, gitarist Stefan Kollee stond hier eerder met de Naked Sweat Drips, zijn soloproject Kollee en zijn samenwerkingsproject met Nobuka. Maar samen stonden ze nog niet eerder op het Valkhofpodium. Het massaal toegestroomde publiek wordt niet teleurgesteld.

Terwijl de eerste klanken (hoorden wij nu daar nu echt "Let it rain"?) zich samen met een korte hoosbui over het publiek uitstorten, maakt Oh Hazar de verwachtingen vanaf opener 'Ivory' direct waar. Oh Hazar verbindt het beste uit twee werelden: de dromerige triphop van Imke met het ruigere gitaarwerk van Stefan uit de Naked Sweat Drips-tijd, combineert mooi met de drums van Imanishi Kleinmeulman en de live toegevoegde bassiste op de achtergrond. Vooral het nummer ‘The Best’, een ode aan de veel te vroeg overleden Kristian Strik, brengt kippenvel op menige arm. De interactie met elkaar, en zeker met het publiek, is enthousiast en echt; veel te snel is het optreden alweer voorbij. Hier staat een band waar we nog heel veel gaan horen. (HM)

Mafklapperij van Bumble B. Boy werkt ook in Vierdaagsesausje als een tierelier

Het werkte op Down the Rabbit Hole met een fake dance-off, het werkte op Best Kept Secret met zogenaamde demonstranten in het publiek. Natuurlijk zou Bumble B. Boy hier met hun theatrale punkpop-voorstelling ook de Smaakmarkt volledig voor zich winnen, dat was vooraf de vraag niet. Maar hoe? Ah, daar lopen ze het podium al op met hun bekende imkerpakken en... gladiolen, Vierdaagse-outfits en twee EHBO'ers.

Recap voor wie de buzz rond Bumble B. Boy gemist heeft: de Australische Nijmegenaar Tom Harden won vorig jaar de Roos van Nijmegen, en denderde vervolgens via het Valkhof Festival en de Popronde 2022 door naar de grote Nederlandse voorjaarsfestivals. Met overal een concept: de mannen van de band gekleed in imkerpakken, drukke danseressen en opgenomen praatjes van Harden zelf tussen de nummers door waarin hij gevat reflecteert op het optreden. En altijd een thème du jour, waardoor geen twee Bumble B.-shows helemaal hetzelfde zijn.

Ongetwijfeld heeft Harden goed naar David Byrne gekeken. Ook muzikaal - er is ook muziek - zit de chaotische punkpop in het hoekje van jarentachtigbands als Gang of Four, met korte stekelige nummers, snelle drums en staccato gitaren. Met daarin vaak een hoofdrol voor saxofonist Mart Boumans (The Super Soakers), die - en we zijn alweer terug bij het show-element - ondertussen door de EHBO's van een nekbrace en de nodige zwachtels wordt voorzien. Overacting mafklapperij in het kwadraat, heerlijke geregisseerde chaos... het werkt weer als een tierelier. (RO)

The Beths weten indruk te maken met hun vijfsterrenliedjes

Met een bijna perfect uitgesproken “Wij zijn The Beths, wij komen uit Auckland, Nieuw-Zeeland” kondigt zangeres Elizabeth Stokes haar band aan. Het viertal maakt rechttoe rechtaan nineties gitaarpop en kan op de andere kant van de aardbol al op veel bijval rekenen. Dat de juiste zaadjes ook hier zijn geplant, merk je als er vooraan al door meerdere (jonge) bezoekers wordt meegezongen met de teksten van deze stuk voor stuk vijfsterrenliedjes.

Er wordt meteen afgetrapt met doorbraakhit 'Future Me Hates Me' van het debuutalbum uit 2018, dat The Beths eerder al naar Merleyn bracht. Inmiddels heeft het kwartet drie platen vol catchy en energieke powerpop uit. Met teksten die vaak een melancholische inslag hebben, over vertrekkende vriendjes of ‘not fitting in’. Bijzonder is dan ook de verontschuldiging van Stokes: “this next one is a love song”, om daar doodleuk aan toe te voegen “enjoy or sorry”.

Opgesteld in de klassieke bandopstelling zorgen gitarist Jonathan Pearce en bassist Benjamin Sinclair voor perfect uitgevoerde tweede stemmen. Vooral de rol van de gitarist is niet te onderschatten, hij lijkt precies te weten wat het liedje nodig heeft, een gierende gitaarsolo hier of een perfect geplaatste harmonie daar. Verraderlijk eenvoudig en zonder poespas gebracht, maar uitermate strak uitgevoerd en ook voldoende stekelig om een uur lang te boeien. Eigenlijk de perfecte band op dit tijdstip, aan het begin van de zondagavond. En oh ja, nu vergeet ik bijna die metershoge opblaasvis achter op het podium te noemen. (ED)

De pijniging en troost van Iskandr

Wie op expeditie gaat in het toch al spannende metallandschap en goed kijkt wat er in de schaduwen schuilt en onder het oppervlak broeit, komt de mooiste dingen tegen. En lang niet alleen de dingen je van ver haalt zijn dan lekker. Iskandr is een Gelders black metalduo, waarvan O. bekend is van onder meer Turia, Galg en Dool (onder zijn echte naam Omar Kleiss). Mink Koops, de andere helft van het tweetal, speelt onder andere met Fluisteraars, Galg en Bong Breaker.

Oorspronkelijk maken ze Nederlandstalige black metal en pakken deze zorgvuldig in met allerhande melodieën en stijlen, waardoor de muziek een voller geluid krijgt en stukken toegankelijker wordt. Met de nieuwe muziek bewegen ze naar eigen zeggen richting de ‘psychedelische doom folk’, al blijft het onheilspellende karakter overeind. En niet onbelangrijk: de sound laat zich daardoor uitstekend vertalen naar een akoestische setting, zoals vanavond.

Dat men een bijzondere show verwacht blijkt wel uit het feit dat de Sint-Nicolaaskapel 25 minuten voor aanvang al vol zit. En het publiek wordt beloond met een adembenemende set. ‘Knagend Zout’, op voorhand al een van de nummers die gemaakt lijkt voor deze setting, wordt fantastisch neergezet en is een van de hoogtepunten van de show. De reden dat het zo goed werkt? Akoestisch betekent vanavond niet uitgekleed. Mink Koops heeft genoeg toeters (figuurlijk) en bellen (letterlijk) tot zijn beschikking om een meeslepende sfeer neer te zetten, maar ook de bezwerende geluiden uit de sampler van O. spelen een belangrijke rol. Het agressieve karakter van de muziek heeft plaatsgemaakt voor een kwetsbaardere sound, maar de spanningsboog blijkt onverwoestbaar en blijft met gemak overeind. Tel daarbij de setting van de kapel op en alles lijkt te kloppen. Begrijp ons niet verkeerd: Iskandr verdient echt een groot publiek, maar zo verstopt van al het feestgedruis komt de band vanavond perfect tot zijn recht. (RH)